RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/656515-12 (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 12 maart 2013
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats], [1962],
gedetineerd in het Huis van Bewaring Nieuwegein te Nieuwegein.
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 februari 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsman, mr. C.C.J. Visser, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.
2. Tenlastelegging
De tenlastelegging is op zitting gewijzigd.
De tenlastelegging is, met wijziging, als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1. op 7 november 2012 te Breukelen voorwerpen en informatiedragers heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad ter voorbereiding van de zware mishandeling en/of de wederrechtelijke vrijheidsberoving van [Aangever 1] en/of [Aangever 2];
2. op 7 november 2012 te Breukelen een pistool met patronen, twee stroomstootwapens en een gasbusje voorhanden heeft gehad.
3. Voorvragen
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Waardering van het bewijs
4.1 Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde heeft begaan en baseert zich daarbij op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich namens de verdachte voor wat betreft de bewezenverklaring op het standpunt gesteld dat het onder feit 1 ten laste gelegde niet kan worden bewezen omdat - kort gezegd - het opzet op het gronddelict ontbreekt en de bij verdachte aangetroffen goederen niet de criminele bestemming kunnen hebben die verdachte wordt verweten.
Voorts heeft de raadsman er op gewezen dat verdachte een geweldloos mens is, dat verdachte geen conflict heeft met [Aangever 1] en [Aangever 2], en dat hij de aangetroffen voorwerpen al geruime tijd voorhanden had. Daarnaast heeft de raadsman betoogd dat de aanwezigheid van een manische depressie bij verdachte in de weg stond aan het opzet op het gronddelict.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld, onder verwijzing naar recente jurisprudentie , dat de aangetroffen voorwerpen wel bestemd moeten zijn voor het plegen van het misdrijf en niet voor de voorbereiding. Om die reden moet verdachte worden vrijgesproken van het voorhanden hebben van de laptop en alle papieren.
Voor de strafbaarheid van een voorbereidingshandeling is een acht-jaarsfeit vereist. Een ‘stevig pak slaag’ en het ‘gezicht beschadigen’ zijn handelingen die naar de mening van de raadsman vallen onder eenvoudige mishandeling. Op mishandeling staat een gevangenisstraf van vier jaar. Om die reden wordt verzocht verdachte van de voorbereidingshandeling vrij te spreken.
Tenslotte heeft de raadsman betoogd dat de aangetroffen voorwerpen ongeschikt zijn voor het geven van een pak slaag of het beschadigen van een gezicht.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
Op 7 november 2012 vond te [vestigingsplaats] een doorzoeking plaats van de kamer/suite 500 van Hotel [Naam], welke kamer/suite op dat moment in gebruik was van verdachte. Tijdens deze doorzoeking werden goederen aangetroffen en in beslag genomen. In een in de muur verankerde kluis werden onder meer aangetroffen:
- twee A-4 formulieren waarop eenzelfde afbeelding van het hoofd van een man stond afgebeeld; onder aan deze formulieren stond de datum 5-11-12 vermeld;
- een A-4 formulier waarop een man stond afgebeeld; onder aan dat formulier stond de datum 5-11-12 vermeld en de naam '[X]advocaten.nl';
- een formulier met daarop de tekst: ‘Stevig pak slaag’ ‘Gezicht beschadigen’ ‘Foto maken van het resultaat’;
- een formulier waarop stond de tekst: ‘[adres], [woonplaats]’.
Voorts werd in voornoemde kluis een sleutel aangetroffen. Met deze sleutel werd een tweede in de kamer/suite aangetroffen kluis geopend. In deze tweede kluis werden onder meer aangetroffen:
- een pistool, merk FN, voorzien van een houder;
- vier losse patronen, kaliber 7,65;
- een doosje patronen 7,65 Browning voorzien van 43 patronen;
- een doosje patronen 7,65 Browning voorzien van 48 patronen;
- een spuitbusje, voorzien van de tekst Dragon Pfefferspray;
- een stroomstootwapen, merk Security Plus;
- een taser Advanced taser S/N C4-009179;
- drie houders bestemd voor de taser;
- een blauwe latex handschoen;
- twee rollen tape, kleur zwart.
Uit nader onderzoek kwam naar voren dat de op de aangetroffen formulieren afgebeelde mannen respectievelijk mr. [Aangever 1] en mr. [Aangever 2] zijn, beiden advocaat en beiden kantoorhoudend te [vestigingsplaats] aan respectievelijk de [adres] en de [adres]. Beide advocaten hebben verklaard dat zij in het verleden een conflict hebben gehad waarbij verdachte betrokken was.
Tijdens voornoemde doorzoeking is tevens een laptop in beslag genomen. De in de kluis aangetroffen foto’s waren weggeschreven naar de map ‘tijdelijke internetbestanden’. Bij het openen van de verwijzingen naar deze foto’s werd de internetsite van de bedrijven ‘[X]Advocaten’ en ‘[Aangever 1] Advocaten’ geopend. De foto’s bleken afkomstig van deze internetsites. Door het Team Digitale Expertise van de politie Utrecht zijn de gegevensdragers van de laptop nader onderzocht. Vastgesteld is dat met de laptop op internet is gezocht naar ‘[X] advocaten’, ‘[Aangever 2]’, ‘[Aangever 1]’ en ‘[adres], [vestigingsplaats]’. Het adres [adres] te [vestigingsplaats] blijkt een woning te zijn waarop een zekere [Aangever 1] geregistreerd staat.
Bewijsoverwegingen met betrekking tot feit 1
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of bovenstaande feiten en omstandigheden impliceren dat sprake is van voorbereidingshandelingen in de zin van artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Voor beantwoording van deze vraag is doorslaggevend of de onderhavige voorwerpen afzonderlijk dan wel gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig konden zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik van de voorwerpen voor ogen had. Daarbij kan, naar mede uit de wetsgeschiedenis van artikel 46 Sr volgt, niet worden geabstraheerd van het misdadige doel dat een verdachte met het gebruik van die voorwerpen voor ogen heeft.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte de zware mishandeling met voorbedachten rade en/of de wederrechtelijke vrijheidsberoving van beide advocaten aan het voorbereiden was. De aangetroffen voorwerpen waren naar hun uiterlijke verschijningsvorm, bestemd voor de hiervoor genoemde misdrijven. Het misdadige doel blijkt uit de combinatie van de wapens, de aangetroffen foto’s en het formulier met daarop de tekst: ‘Stevig pak slaag’ ‘Gezicht beschadigen’ ‘Foto maken van het resultaat’. Dat dit formulier zoals verdachte ter terechtzitting heeft verklaard door hem op zijn hotelkamer is gevonden en daar mogelijk is achtergelaten of verloren door één van de chauffeurs van een escortservice, acht de rechtbank onaannemelijk. Het betreffende formulier werd in ongevouwen toestand in de kluis van de hotelkamer van verdachte aangetroffen, samen met de foto’s van de potentiële slachtoffers [Aangever 2] en [Aangever 1].
Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat wel sprake was van een conflict met beide potentiële slachtoffers. Dat het conflict ogenschijnlijk jaren geleden speelde acht de rechtbank van ondergeschikte betekenis, nu een dergelijk conflict voor iemand in een manische toestand kan uitgroeien tot een actueel conflict. De rechtbank acht niet aannemelijk dat verdachte de foto’s van de twee advocaten heeft uitgeprint omdat hij zoals als hij ter terechtzitting heeft verklaard overwoog om (één van) hen in te huren als zijn advocaat in een civiel conflict met een derde. Het valt immers niet in te zien dat de foto’s van de beide advocaten voor een dergelijk doel zouden moeten worden uitgeprint om vervolgens in een kluis te worden bewaard. Bovendien is op de computer van verdachte gezocht op het huisadres van een zekere [Aangever 1] te [vestigingsplaats], dit terwijl mr. [Aangever 1] kantoor houdt aan de [adres] te [vestigingsplaats], hetgeen ook blijkt uit de site van zijn kantoor waarvan de foto van [Aangever 1] is gedownload.
Uit de in 2 kluizen bij elkaar aangetroffen voorwerpen volgt dat verdachte een begin had gemaakt met de voorbereiding van beide misdrijven. De ter terechtzitting van 26 februari 2013 door verdachte afgelegde verklaringen over die voorwerpen, als zouden die voorwerpen (deels) zijn bestemd ter bescherming van verdachte tegen geldeisers, worden door de rechtbank als onaannemelijk aangemerkt, ook omdat verdachte zich tot de zitting op zijn zwijgrecht heeft beroepen, mede gelet op het feit dat verdachte deze –voor het eerst ter zitting afgelegde- verklaring onvoldoende concreet heeft onderbouwd en ook mede gelet op de aangetroffen foto’s en de tekst van het briefje. Bovendien verklaart de gestelde angst voor schuldeisers niet de aangetroffen tape en de latex handschoen. De aangetroffen tape dient naar haar aard niet (primair) ter afweer van een mogelijk wederrechtelijke aanranding door een schuldeiser maar is bij uitstek geschikt om een slachtoffer langere tijd weerloos te maken, terwijl een latex handschoen stekt ter voorkoming van identificatie door achterlating van vingerafdrukken en/of DNA. Verdachte heeft eerst ter terechtzitting voor de aanwezigheid van de latexhandschoen een verklaring gegeven, namelijk dat hij last heeft (gehad) van eczeem. De rechtbank acht deze verklaring niet aannemelijk omdat de latex handschoen in een kluis is gevonden, samen met wapens.
Het verweer dat de aangetroffen voorwerpen niet geschikt zouden zijn voor een zware mishandeling wordt eveneens verworpen. Het aangetroffen pistool is niet ongeschikt voor het geven van een stevig pak slaag en voor het beschadigen van een gezicht, bijvoorbeeld door met de kolf van het pistool op een persoon en op het gezicht van die persoon in te slaan. Het op deze wijze beschadigen van een gezicht is naar het oordeel van de rechtbank aan te merken als zware mishandeling. De aangetroffen voorwerpen zijn voorts zonder enige twijfel bij uitstek geschikt voor een wederrechtelijke vrijheidsberoving en dus ook voor een combinatie van dit misdrijf met het misdrijf zware mishandeling.
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is overwogen wettig en overtuigend bewezen dat er sprake is van een strafbare voorbereiding, zoals ten laste gelegd onder 1.
Feit 2
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 26 februari 2013 ;
- het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 9 november 2012 ;
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 november 2012 .
5. Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
op 07 november 2012 te Breukelen, gemeente Stichtse Vecht, ter voorbereiding van het misdrijf zware mishandeling met voorbedachten rade van [Aangever 1] en/of [Aangever 2], opzettelijk
(in een losstaande kluis)
- een vuurwapen in de vorm van een pistool en bijbehorende munitie en
- stroomstootwapens (inclusief meerdere houders) en
- een gasbusje (bevattende pepperspray) en
- een latex handschoen en
- twee rollen tape
(in een (andere) kluis)
een aantal formulieren/papieren (op A-4 formaat) te weten:
- een papier met de afbeelding/foto van die [Aangever 1] (formulier/papier
1 en 2) en
- een papier met een afbeelding/foto van die Kluyver) (formulier/papier 3)
en
- een papier met de daarop de tekst: Stevig pak slaag
Gezicht beschadigen
Foto maken van het resultaat
(formulier/papier 4) en
- een papier met daarop het werkadres van die Kluyver (formulier/papier 5)
een laptop waarmee op internet gezocht is naar ‘[X] advocaten’ en ‘[Aangever 2]’ en ‘[Aangever 1]’ en ‘[adres], [vestigingsplaats]’ (zijnde het [huis]adres van ene [Aangever 1] te [vestigingsplaats])
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of voorhanden
heeft gehad;
op 07 november 2012 te Breukelen, gemeente Stichtse Vecht, ter voorbereiding van het misdrijf wederrechtelijke vrijheidsberoving (betreffende de vrijheid van [Aangever 1] en/of [Aangever 2]), opzettelijk
(in een losstaande kluis)
- een vuurwapen in de vorm van een pistool en bijbehorende munitie en
- stroomstootwapens (inclusief meerdere houders) en
- een gasbusje (bevattende pepperspray) en
- een latex handschoen en
- twee rollen tape
(in een (andere) kluis)
een aantal formulieren/papieren (op A-4 formaat) te weten:
- een papier met de afbeelding/foto van die [Aangever 1] (formulier/papier
1 en 2) en
- een papier met een afbeelding/foto van die Kluyver) (formulier/papier 3)
en
- een papier met de daarop de tekst: Stevig pak slaag
Gezicht beschadigen
Foto maken van het resultaat
(formulier/papier 4) en
- een papier met daarop het werkadres van die Kluyver (formulier/papier 5)
een laptop waarmee op internet gezocht is naar ‘[X] advocaten’ en ‘[Aangever 2]’ en ‘[Aangever 1]’ en ‘[adres], [vestigingsplaats]’ (zijnde het [huis]adres van ene [Aangever 1] te [vestigingsplaats])
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of voorhanden
heeft gehad;
2.
op 07 november 2012 te Breukelen, gemeente Stichtse Vecht,
een wapen van categorie III, te weten een vuurwapen in de vorm van een pistool ( merk Fabrique Nationale d'Armes, Herstal Belgique, kaliber 7.65 mm), en munitie van categorie III, te weten 95 scherpe patronen kaliber 7.65 mm,
wapens van categorie II, te weten twee stroomstootwapens (te weten eenmaal merk Taser
International, model M18 en eenmaal merk Securitu Plus) en een gasbusje (merk SDG, model Dragon met het opschrift Pfefferspray)
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
6. De strafbaarheid van het feit
Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
1. voorbereiding van zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade en/of voorbereiding van opzettelijk iemand van de vrijheid beroven;
2. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie terwijl het feit is begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd, en een vuurwapen van categorie III, en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
7. De strafbaarheid van verdachte
Met betrekking tot de strafbaarheid van verdachte overweegt de rechtbank het volgende.
Bij de stukken bevindt zich een Pro Justitia rapport d.d. 31 januari 2013 van D.C.W.H. Naus, psychiater. Hij concludeert dat bij verdachte sinds 2001 sprake is van een ziekelijke stoornis, te weten een bipolaire I stoornis, met in ieder geval 3 manische periodes en een aantal depressieve periodes in het verleden. Tevens is er sprake van tenminste misbruik van alcohol.
De beschreven problematiek bestond ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde. Verdachte was sinds de zomer van 2012 gestopt met zijn medicatie, na de definitieve relatiebreuk met zijn vrouw en de verhuizing. Daarop ontwikkelde verdachte snel een manie, die ten tijde van het ten laste gelegde in volle hevigheid aanwezig was. Verdachte leefde in hotels, gaf veel geld uit aan drank, prostituees en andere zaken. Verdachte gebruikte grote hoeveelheden alcohol.
Gezien de zwijgende proceshouding van verdachte ten tijde van het onderzoek door voornoemde psychiater, kan in het rapport geen toegespitst antwoord gegeven worden op de vraag: “Beïnvloedde de eventuele ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens onderzochtes gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde (zodanig dat dat mede daaruit verklaard kan worden)?”
Op grond van voormeld rapport en de verklaringen van verdachte ter terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.
8. Motivering van de straffen en maatregelen
8.1. De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar onder 1. en 2. bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest, met een proeftijd van 2 jaren, en met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht.
8.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft voor feit 1 vrijspraak bepleit. Ten aanzien van feit 2 heeft de verdediging gevraagd om rekening te houden met de omstandigheid dat verdachte een zogenoemde ‘first offender’ is en dat verdachte leed aan een manische depressie. De verdediging heeft verzocht tot het opleggen van een deels voorwaardelijke straf over te gaan.
8.3. Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorbereiden van ernstige misdrijven, te weten zware mishandeling met voorbedachten rade en/of wederrechtelijke vrijheidsberoving. Dit feit heeft tot schrik en grote angst geleid, niet alleen bij de betreffende personen maar ook bij hun familie en hun collega’s.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een wapen met bijpassende munitie van categorie III en wapens van categorie II. Dit is uitermate gevaarlijk, zeker in de handen van iemand met een manisch-depressieve stoornis.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het strafblad van verdachte van 16 januari 2013, waaruit blijkt dat er een openstaande zaak is voor wat betreft een verduistering in de periode 1 maart 2011 tot en met 8 november 2012, en dat er voorts een sepot is in verband met een verduistering en een transactie in verband met het verlaten van de plaats van aanrijding. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met hetgeen hiervoor in rubriek 7 is overwogen.
Door Palier, forensische & intensieve zorg, is op 7 februari 2013 een reclasseringsadvies uitgebracht met betrekking tot verdachte. Geadviseerd wordt om aan verdachte een onvoorwaardelijke straf op te leggen, aangezien verdachte niet mee wenst te werken aan een opname binnen het (forensische) circuit. Derhalve kan GGZ reclassering geen invulling geven aan het opstellen van een plan van aanpak. Voor het geval dat toch een (deels) voorwaardelijke straf wordt opgelegd, worden de volgende bijzondere voorwaarden geadviseerd: een meldplicht (bij GGZ reclassering Palier), een behandelverplichting en andere voorwaarden het gedrag van de verdachte betreffende (blaastesten en urinecontroles).
Alles afwegend komt de rechtbank tot het oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en met aftrek van de dagen die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden is.
Daarbij acht de rechtbank met het oog op de bipolaire stoornis van verdachte het opleggen van bijzondere voorwaarden als genoemd in het rapport van Palier van 7 februari 2013 noodzakelijk, met uitzondering van de voorwaarde dat verdachte zich klinisch moet laten opnemen. De rechtbank zal deze bijzondere voorwaarde alleen opleggen in het geval van crisis en dan voor korte duur, te weten voor maximaal 7 (zeven) weken.
De rechtbank beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn, nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
9.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aan de hand van de door haar ter zitting overgelegde aan en dit vonnis gehechte beslaglijst gevorderd dat de in beslag genomen Nokia telefoon aan verdachte wordt teruggegeven en dat de overige op de beslaglijst genoemde voorwerpen worden onttrokken aan het verkeer.
9.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van het beslag geen standpunt ingenomen.
9.3 Het oordeel van de rechtbank
9.3.1 Teruggave
De rechtbank zal de teruggave gelasten van het hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerp aan verdachte, aangezien dat voorwerp niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag is genomen.
9.3.2 Verbeurdverklaring
De voorwerpen behoren aan verdachte toe. Nu met behulp van die voorwerpen het bewezen geachte is voorbereid, worden deze voorwerpen verbeurdverklaard.
9.3.3 Onttrekking aan het verkeer
Nu deze voorwerpen zijn bestemd tot het begaan van het bewezen geachte en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
10. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 46, 57, 282 en 303 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
11. Beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid
Het bewezen verklaarde levert op:
1. voorbereiding van zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade en/of voorbereiding van opzettelijk iemand van de vrijheid beroven;
2. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie terwijl het feit is begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd, en een vuurwapen van categorie III, en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren;
Bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
Stelt als bijzondere voorwaarde:
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens Palier;
* dat verdachte zich binnen twee dagen na zijn vrijlating tussen 9:00 en 12:00 uur moet melden bij GGZ reclassering Palier op het adres [adres], [woonplaats]. Hierna moet hij zich gedurende door de reclassering bepaalde periode blijven melden zo frequent als GGZ reclassering Palier gedurende deze periode nodig acht;
* dat verdachte moet meewerken, indien nodig, aan een kortdurende klinische opname binnen een ambulant behandeltraject, voor de duur van maximaal zeven weken, in het geval van crisis, ten behoeve van detoxificatie, stabilisatie, observatie en/of diagnostiek;
* dat verdachte moet toewerken naar abstinatie van in ieder geval alcohol en waar geconstateerd ook van overige middelen. Om het gebruik van alcohol en of middelen inzichtelijk te krijgen, moet verdachte zijn medewerking verlenen aan blaastesten en urinecontroles. Indien gebruik wordt geconstateerd, dat GGZ reclassering Palier als zorgelijk wordt beschouwd, dient verdachte direct mee te werken aan interventies. Gebruik dat door GGZ reclassering Palier als zorgelijk wordt beschouwd, zal direct leiden tot het plegen van interventies, waaraan verdachte zijn medewerking dient te verlenen;
Draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
Beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
Bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
Gelast de teruggave aan verdachte van het voorwerp dat op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst is genummerd:
PL0900-2012250243-G759356 (Nokia-telefoon);
Gelast de verbeurdverklaring van de voorwerpen die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst zijn genummerd:
PL0900-2012250243-G811821 (Papier, aantal: 6);
PL0900-2012250243-G811817 (Papier, aantal: 3);
PL0900-2012250243-G759360 (Handschoen, aantal: 1);
PL0900-2012250243-G759372 (Document, aantal: 5);
PL0900-2012250243-G759356 (Waardepapier, aantal: 2 taser);
PL0900-2012250243-G759340 (Plakband: aantal: 2 Pattex);
Gelast de onttrekking aan het verkeer van de voorwerpen die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst zijn genummerd:
PL0900-2012250243-G759313 (Munitie, aantal: 3);
PL0900-2012250243-G759318 (Munitie, aantal 43);
PL0900-2012250243-G759321 (Munitie, aantal 48);
PL0900-2012250243-G759352 (Stroomstootwapen, aantal: 1 taser);
PL0900-2012250243-G759310 (Pistool, aantal: 1 FN);
PL0900-2012250243-G759335 (Pepperspray, aantal: 1 Dragon);
PL0900-2012250243-G759347 (Stroomstootwapen, aantal: 1 Security).
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.A.A.T. Engbers, voorzitter,
mrs. M.J. Veldhuijzen en L.M.G. de Weerd, rechters,
in tegenwoordigheid van A. Heijboer, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 maart 2013.
BIJLAGE I : De tenlastelegging
BIJLAGE II: De beslaglijst
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt, na wijziging, ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 07 november 2012 te Breukelen, gemeente Stichtse Vecht, althans in Nederland, ter voorbereiding van het misdrijf zware mishandeling met voorbedachte rade, althans zware mishandeling (van [Aangever 1] en/of [Aangever 2]), opzettelijk
(in een losstaande kluis)
- een vuurwapen in de vorm van een pistool en/of bijbehorende munitie en/of
- een of meer stroomstootwapen(s) (inclusief [meerdere] houder[s]) en/of
- een gasbusje (bevattende pepperspray) en/of
- een latex handschoen en/of
- twee, althans een, rol(len) tape
(in een (andere) kluis)
een aantal formulieren/papieren (op A-4 formaat) te weten:
- een papier met de afbeelding/foto van die [Aangever 1] (formulier/papier
1 en 2) en/of
- een papier met een afbeelding/foto van die Kluyver) (formulier/papier 3)
en/of
- een papier met de daarop de tekst: Stevig pak slaag
Gezicht beschadigen
Foto maken van het resultaat
(formulier/papier 4) en/of
- een papier met daarop het werkadres van die Kluyver (formulier/papier 5)
een laptop waarmee op internet gezocht is naar ‘[X] advocaten’ en/of ‘[Aangever 2]’ en/of ‘[Aangever 1]’ en/of ‘[adres], [vestigingsplaats]’ (zijnde het [huis]adres van ene [Aangever 1] te [vestigingsplaats])
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of voorhanden
heeft gehad;
hij op of omstreeks 07 november 2012 te Breukelen, gemeente Stichtse Vecht,
althans in Nederland, ter voorbereiding van het misdrijf wederrechtelijke
vrijheidsberoving (betreffende de vrijheid van [Aangever 1] en/of J.
Kluyver), opzettelijk
(in een losstaande kluis)
- een vuurwapen in de vorm van een pistool en/of bijbehorende munitie en/of
- een of meer stroomstootwapen(s) (inclusief [meerdere] houder[s]) en/of
- een gasbusje (bevattende pepperspray) en/of
- een latex handschoen en/of
- twee, althans een, rol(len) tape
(in een (andere) kluis)
een aantal formulieren/papieren (op A-4 formaat) te weten:
- een papier met de afbeelding/foto van die [Aangever 1] (formulier/papier
1 en 2) en/of
- een papier met een afbeelding/foto van die Kluyver) (formulier/papier 3)
en/of
- een papier met de daarop de tekst: Stevig pak slaag
Gezicht beschadigen
Foto maken van het resultaat
(formulier/papier 4) en/of
- een papier met daarop het werkadres van die Kluyver (formulier/papier 5)
een laptop waarmee op internet gezocht is naar ‘[X] advocaten’ en/of ‘[Aangever 2]’ en/of ‘[Aangever 1]’ en/of ‘[adres], [vestigingsplaats]’ (zijnde het [huis]adres van ene [Aangever 1] te [vestigingsplaats])
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of voorhanden
heeft gehad;
art 46 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 46 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 07 november 2012 te Breukelen, gemeente Stichtse Vecht, althans in Nederland,
een wapen van categorie III, te weten een vuurwapen in de vorm van een pistool
( merk Fabrique Nationale d'armes, Herstal Belgique, kaliber 7.65 mm), en/of
munitie van categorie III, te weten 95, althans een of meer (scherpe)
patro(o)n(en) kaliber 7.65 mm,
een of meer wapens van categorie II, te weten
* twee, althans een stroomstootwapen(s) (te weten eenmaal merk Taser
International, model M18 en/of eenmaal merk Securitu Plus) en/of
* een gasbusje (merk SDG, model Dragon met het opschrit Pfepperspray)
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie