ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ5075

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
829869 UC EXPL 12-13472
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding na auteursrechtinbreuk door publicatie van een krantenartikel op een website

In deze zaak vorderde Cozzmoss B.V. schadevergoeding van [gedaagde] wegens auteursrechtinbreuk. Cozzmoss, die namens Trouw B.V. optreedt, stelde dat [gedaagde] zonder toestemming een artikel van Trouw op zijn website had gepubliceerd. De kantonrechter oordeelde dat Trouw het auteursrecht op het artikel had en dat [gedaagde] inbreuk had gemaakt door het artikel openbaar te maken zonder toestemming. Cozzmoss had voldoende bewijs geleverd dat het artikel op de website van [gedaagde] had gestaan, ondanks dat [gedaagde] dit betwistte. De kantonrechter concludeerde dat [gedaagde] schadeplichtig was en dat Trouw als gevolg van de inbreuk schade had geleden. De schade werd begroot op een redelijke gebruiksvergoeding van € 118,08, en [gedaagde] werd veroordeeld tot betaling van deze schadevergoeding en de proceskosten. De kantonrechter wees de vordering van Cozzmoss tot een hogere schadevergoeding af, omdat er onvoldoende bewijs was voor een hogere schade dan de gebruiksvergoeding. De uitspraak werd gedaan op 11 maart 2013.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Civiel recht
kantonrechter
zitting houdend te Utrecht
zaaknummer: 829869 UC EXPL 12-13472
Vonnis van 11 maart 2013
inzake
de besloten vennootschap
Cozzmoss B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
verder ook te noemen Cozzmoss,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M.R. Rijks,
tegen:
[gedaagde]
h.o.d.n. Uwvergelijkingsite.nl,
wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [gedaagde],
gedaagde partij,
procederend in persoon.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 8 augustus 2012 met producties 1 tot en met 13,
- de conclusie van antwoord met producties 1 en 2,
- de conclusie van repliek met producties 13 tot en met 16,
- de conclusie van dupliek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Cozzmoss houdt zich onder meer bezig met het handhaven en exploiteren van auteursrechten die rusten op geschreven teksten en artikelen van bij haar aangesloten
(rechts-)personen.
2.2. Cozzmoss wordt door haar opdrachtgevers voorzien van auteursrechtelijk beschermde teksten, waarna zij met speciaal ontwikkelde software op het internet zoekt naar openbaar gemaakte teksten die inbreuk maken op de betreffende auteursrechten.
2.3. Indien Cozzmoss een inbreuk op een auteursrecht constateert, vordert zij namens de auteursrechthebbende de staking van de inbreuk en een vergoeding voor de door de auteursrechthebbende geleden schade en gemaakte kosten.
2.4. De besloten vennootschap Trouw B.V. (hierna: Trouw) beschikt over een groot aantal, steeds toenemende, auteursrechtelijk beschermde werken.
2.5. Trouw heeft door middel van een last aan Cozzmoss opgedragen om op haar eigen naam de rechten van Trouw als auteursrechthebbende te handhaven en in rechte geldend te maken.
2.6. [gedaagde] drijft een eenmanszaak onder de naam Uwvergelijkingsite.nl. Via diverse websites biedt hij bezoekers de mogelijkheid tot het vergelijken van financiële producten, geeft hij relevante (achtergrond)informatie en eigen onderzoeken weer en leidt hij bezoekers door naar aanbieders van deze producten.
2.7. [gedaagde] is houder van de domeinnaam uwzorgverzekeringsite.nl.
2.8. Mr. T. Berendsen, voormalig kantoorgenoot van mr. M.R. Rijks, heeft [gedaagde] bij brief van 11 april 2012 bericht dat Cozzmoss, handelend onder de naam Auxen, heeft geconstateerd dat [gedaagde] op zijn website www.uwzorgverzekeringsite.nl een artikel van Trouw, getiteld: “Ziekenhuis overvraagt verzekeraar”, zonder toestemming van Trouw openbaar heeft gemaakt. Cozzmoss heeft [gedaagde] gesommeerd dit artikel per omgaande van zijn website te verwijderen en over te gaan tot betaling van in totaal € 511,16 aan schadevergoeding en gemaakte kosten wegens schending van het op het artikel rustende auteursrecht van Trouw. [gedaagde] is hier niet toe overgegaan.
3. Het geschil
3.1. Cozzmoss vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van schadevergoeding aan haar ten bedrage van primair € 297,60, subsidiair € 268,08 dan wel meer subsidiair een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure ex artikel 1019h Rv, vermeerderd met rente.
3.2. [gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van het gevorderde met veroordeling van Cozzmoss in de kosten van deze procedure.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Aan de orde is de vraag of [gedaagde] jegens Cozzmoss schadeplichtig is op grond van een aan hem toe te rekenen inbreuk op een auteursrecht van Trouw.
4.2. Dat Trouw het auteursrecht heeft op het artikel, getiteld: “Ziekenhuis overvraagt verzekeraar” (hierna: het artikel), staat niet ter discussie. Op grond van artikel 1 Auteurswet (hierna: Aw) heeft Trouw als auteursrechthebbende het uitsluitend recht om het artikel openbaar te maken en te verveelvoudigen. Anderen mogen dit in beginsel alleen met voorafgaande toestemming van Trouw, tenzij zij zich op een beperking van de Aw kunnen beroepen, maar dat laatste is in dit geval niet gesteld of gebleken.
4.3. Tussen partijen is in geschil of het artikel op www.uwzorgverzekeringsite.nl heeft gestaan. Cozzmoss stelt dat dat het geval is en verwijst ter onderbouwing van haar stelling onder meer naar de door haar overgelegde screenshots van deze website van 30 maart 2012 (productie 5 bij dagvaarding). [gedaagde] stelt zich op het standpunt dat Cozzmoss haar stellingen op dit punt onvoldoende heeft onderbouwd. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Cozzmoss voldoende gesteld en onderbouwd om aan te kunnen nemen dat het artikel op deze website van [gedaagde] heeft gestaan. Cozzmoss heeft onder verwijzing naar het door haar overgelegde stroomschema (productie 14 bij conclusie van repliek) aangevoerd dat zij voor de opsporing van auteursrechtinbreuken gebruik maakt van speciaal ontwikkelde software waarmee via openbare zoekmachines geautomatiseerd wordt gezocht naar online kopieën van originele teksten van haar opdrachtgevers. Als op deze wijze een vermeende inbreuk wordt gevonden, wordt dit door (een medewerker van) Cozzmoss voorgelegd aan de betreffende opdrachtgever die de opgespoorde kopie daarop zelf online bekijkt op de website waarop het artikel openbaar is gemaakt om te controleren of er daadwerkelijk sprake is van een inbreuk. Indien de opdrachtgever vaststelt dat het een inbreuk betreft, maakt Cozzmoss een screenshot van het inbreukmakende artikel op de site waarop het artikel openbaar is gemaakt. Deze algemene werkwijze van Cozzmoss is door [gedaagde] niet weersproken en staat daarmee vast. Volgens Cozzmoss is zij ook in dit geval zo te werk gegaan en heeft dit geresulteerd in de ten bewijze van de inbreuk gemaakte screenshots van 30 maart 2012. Uit de als productie 11 bij dagvaarding overgelegde e-mailcorrespondentie blijkt dat [gedaagde] in reactie op de sommatiebrief van 11 april 2012 (zie 2.8.) en de hem toegestuurde screenshots van 30 maart 2012 slechts te kennen heeft gegeven dat op zijn website nooit een artikel met een dergelijke titel heeft gestaan, dat screenshots en teksten op sites eenvoudig te manipuleren en bewerken zijn en dat hij op 13 april 2012 met een medewerkster van het kantoor van mr. Rijks heeft vastgesteld dat het artikel op die datum niet op de website stond. Deze argumenten, die [gedaagde] in de onderhavige procedure ook als verweer naar voren heeft gebracht, doen naar het oordeel van de kantonrechter in het licht van het vorenstaande en de door Cozzmoss overgelegde stukken geen afbreuk aan de stellingen van Cozzmoss. Bij vergelijking van de kopie van het originele artikel (productie 4 bij dagvaarding) met voornoemde screenshots blijkt immers dat op de screenshots de tekst van het artikel integraal staat afgebeeld, alleen onder een andere titel, te weten “Ziekenhuis vraagt meer geld van verzekeraar”. Gelet daarop kan [gedaagde] zich terecht op het standpunt stellen dat er nooit een artikel met de titel “Ziekenhuis overvraagt verzekeraar” op zijn website heeft gestaan, maar dat sluit niet uit dat de tekst van het artikel daar wel op heeft gestaan, zij het met een andere titel. Dat laatste heeft [gedaagde] niet expliciet bestreden. Verder had het, mede gelet op de betwisting door Cozzmoss, op de weg van [gedaagde] gelegen om concreet te stellen en te onderbouwen dat en hoe de screenshots in dit geval zouden zijn gemanipuleerd. Dat heeft hij echter nagelaten. Tenslotte is de omstandigheid dat het artikel op 13 april 2012 niet op de betreffende website van [gedaagde] zou hebben gestaan in deze niet relevant, nu dit een andere, latere, datum betreft dan de datum waarop de screenshots door Cozzmoss zijn gemaakt. Nu niet is gesteld of gebleken dat [gedaagde] toestemming had van Trouw voor het integraal overnemen van de tekst van het artikel op zijn website, is [gedaagde] in beginsel schadeplichtig jegens de auteursrechthebbende.
4.4. De kantonrechter is van oordeel dat Cozzmoss voldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld op grond waarvan kan worden aangenomen dat Trouw als gevolg van de geconstateerde inbreuk schade heeft geleden. De kantonrechter acht het aannemelijk dat de exclusiviteit van het artikel is afgenomen, omdat het artikel door het handelen van [gedaagde] in meer media te lezen is geweest dan anders het geval zou zijn geweest, dat de website van Trouw minder is bezocht, omdat de tekst van het artikel voor geïnteresseerde lezers al in zijn geheel op de website www.uwzorgverzekeringsite.nl te lezen is geweest en dat dit bij Trouw tot vermogensschade heeft geleid. De begroting van de schade zal schattenderwijs dienen plaats te vinden.
Redelijke gebruiksvergoeding
4.5. De kantonrechter neemt voor de begroting van de schade als uitgangspunt dat Trouw ten minste aanspraak heeft op voldoening door [gedaagde] van een schadebedrag gelijk aan een redelijke gebruiksvergoeding. Het gaat immers om hergebruik van een krantenartikel en vast staat dat Trouw aan toestemming voor hergebruik een tarief plegen te verbinden van € 0,36 per woord. De kantonrechter zal dit bedrag per woord daarom, als begrotingswijze die het meest in overeenstemming is met aard van de door Trouw geleden schade, als basis nemen voor de te begroten schade.
4.6. Cozzmoss stelt dat het redelijk is om het aan de hand van het genoemde tarief berekende schadebedrag in dit geval met de factor 1,25 te verhogen. Naar het oordeel van de kantonrechter kan uit de stellingen van Cozzmoss onvoldoende worden afgeleid dat Trouw een hogere schade lijdt dan de gederfde gebruiksvergoeding. Het gestelde dat er sprake is van verlies aan exclusiviteit van het werk, vermindering van de exploitatiemogelijkheden en afgenomen bezoekersaantallen naar de website van Trouw is onvoldoende om als schadevergoeding meer dan een redelijke gebruiksvergoeding toe te wijzen. De daardoor veroorzaakte schade wordt in een geval als het onderhavige, waarbij Trouw kennelijk toestemming voor hergebruik tegen betaling pleegt te geven, immers volledig gecompenseerd door de redelijke gebruiksvergoeding. Voor zover Cozzmoss betoogt dat de verhoging op zijn plaats is ter preventie tegen toekomstige inbreuken op het auteursrecht, gaat de kantonrechter daaraan voorbij. Dit zou neerkomen op een boete in plaats van schadevergoeding en voor toewijzing van een boete is binnen het kader van artikel 27a Aw geen plaats.
4.7. Aan de Algemene Leveringsvoorwaarden van sectie freelance van de Nederlandse Vereniging van Journalisten kan in dit geval geen betekenis worden toegekend, omdat [gedaagde] daar niet aan gebonden is. Bovendien kan zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet worden aangenomen dat de in die voorwaarden genoemde vergoeding van 300% van het overeengekomen honorarium gebaseerd is op een berekening van de schade die kranten lijden indien een artikel zonder hun toestemming op een website openbaar wordt gemaakt.
4.8. Gelet op het vorenstaande bepaalt de kantonrechter de door [gedaagde] te vergoeden schade conform de opgave van Cozzmoss op € 118,08. De vordering is in zoverre toewijsbaar.
Administratiekosten
4.9. Cossmoss vordert tevens, onder verwijzing naar de als productie 10 bij dagvaarding overgelegde specificatie, een bedrag van € 150,00 aan (administratie)kosten die verband houden met de door haar uitgevoerde werkzaamheden ter vaststelling van de schade en aansprakelijkheid. Gelet op de aard van de werkzaamheden en gelet op de stelling van Cozzmoss dat dit directe kosten zijn die haar opdrachtgevers moeten maken, acht de kantonrechter het redelijk om daarvoor een vergoeding toe te wijzen. Het gevorderde bedrag is door [gedaagde] niet weersproken en daarmee toewijsbaar.
Proceskosten
4.10. Cozzmoss maakt, onder verwijzing naar de als productie 16 bij conclusie van repliek overgelegde specificatie, aanspraak op betaling van de daadwerkelijk door haar gemaakte kosten van rechtsbijstand. Blijkens de specificatie gaat het tot en met repliek in totaal om een bedrag van € 850,48, zijnde € 643,87 aan advocaatkosten (inclusief BTW), € 97,61 aan explootkosten (inclusief BTW) en € 109,00 aan griffierechten. Nu deze procedure de handhaving van auteursrechten tot inzet heeft, is artikel 1019h Rv van toepassing. Het gevorderde bedrag is door [gedaagde] verder niet weersproken en daarmee toewijsbaar.
4.11. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn.
5. De beslissing
De kantonrechter:
5.1. veroordeelt [gedaagde] om aan Cozzmoss tegen bewijs van kwijting te betalen
€ 118,08;
5.2. veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Cozzmoss, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 850,48, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Steenbergen en in het openbaar uitgesproken op
11 maart 2013.