ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ5592

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
16-652840-12
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaar tegen tenuitvoerlegging vervangende jeugddetentie

Op 16 oktober 2012 is de veroordeelde door de meervoudige kamer van de rechtbank te Utrecht veroordeeld tot het verrichten van een taakstraf van 35 uren, met de mogelijkheid van vervangende jeugddetentie van 17 dagen indien de taakstraf niet naar behoren zou worden uitgevoerd. Op 29 januari 2013 heeft het Openbaar Ministerie de tenuitvoerlegging van de vervangende jeugddetentie bevolen. De veroordeelde heeft echter ervoor gekozen om de taakstraf niet uit te voeren en is het land ontvlucht.

Het bezwaarschrift dat door de veroordeelde is ingediend, richt zich tegen het bevel van het Openbaar Ministerie tot tenuitvoerlegging van de vervangende jeugddetentie. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie gevorderd het bezwaarschrift ongegrond te verklaren, aangezien de veroordeelde niet is verschenen en zijn leerstraf niet heeft uitgevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde meerdere keren is uitgenodigd voor een intakegesprek, maar nooit is verschenen.

De rechtbank heeft de stukken in de zaak bestudeerd en geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn dat de veroordeelde voornemens is om de taakstraf alsnog uit te voeren. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank het bezwaarschrift ongegrond verklaard, waardoor het bevel tot tenuitvoerlegging van de vervangende jeugddetentie van 17 dagen kan worden uitgevoerd. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer, waarbij de voorzitter tevens kinderrechter was.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/652840-12
Beslissing de meervoudige strafkamer van 19 maart 2013 op het d.d. 13 februari 2013 op de griffie van deze rechtbank ingediende bezwaarschrift ex artikel 77p van het Wetboek van Strafrecht van:
[Veroordeelde],
geboren op [1995] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[woonplaats], [adres],
doch feitelijk zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Inleiding
Op 16 oktober 2012 is [Veroordeelde] (hierna: veroordeelde) door de meervoudige kamer van de rechtbank te Utrecht veroordeeld tot onder andere het verrichten van een taakstraf. Deze taakstraf bestaat uit een leerstraf voor de duur van 35 uren. De rechtbank heeft bevolen dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 17 dagen.
Het Openbaar Ministerie heeft op 29 januari 2013 de tenuitvoerlegging van de vervangende jeugddetentie bevolen en hiervan aan de veroordeelde kennis gegeven.
2. De inhoud van het bezwaarschrift
Het bezwaarschrift richt zich tegen het door het Openbaar Ministerie gegeven bevel tot tenuitvoerlegging van de vervangende jeugddetentie en strekt tot ongedaanmaking daarvan.
3. De procesgang
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in de zaak onder bovenvermeld parketnummer, waaronder:
-voormeld vonnis;
-een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 21 januari 2013, waarin het Openbaar Ministerie wordt geadviseerd de tenuitvoerlegging van de vervangende jeugddetentie te bevelen;
-voormelde kennisgeving van het bevel tot tenuitvoerlegging van de vervangende jeugddetentie;
-voormeld bezwaarschrift van veroordeelde.
De rechtbank heeft geconstateerd dat de veroordeelde, hoewel op voorde wet juiste wijze opgeroepen, niet is verschenen.
De rechtbank heeft op 5 maart 2013 in besloten zitting gehoord de officier van justitie en de – niet gemachtigde – raadsman van veroordeelde mr. H.J. Veen, advocaat te Utrecht, alsmede A. Öksüz namens Bureau Jeugdzorg, belast met het verlenen van hulp en steun aan de veroordeelde en de beide ouders van veroordeelde.
De officier van justitie heeft ter zitting gevorderd het bezwaarschrift ongegrond te verklaren. De veroordeelde heeft er zelf voor gekozen om de taakstraf niet uit te voeren en het land uit te vluchten.
4. De beoordeling
De rechtbank constateert dat het bezwaarschrift tijdig namens veroordeelde ter griffie van deze rechtbank is ingediend.
Op grond van de hierboven genoemde stukken en de behandeling ter terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat veroordeelde de opgelegde taakstraf niet (naar behoren) heeft verricht. Veroordeelde wist dat hij de taakstraf moest verrichten. Hij is meerdere keren uitgenodigd voor een intake gesprek. Hij is nooit verschenen en volgens zijn ouders weggelopen en verblijvende in Duitsland. Hij heeft zijn leerstraf niet uitgevoerd. Er is voorts geen enkel aanknopingspunt waaruit zou kunnen blijken dat veroordeelde voornemens is om de taakstraf alsnog uit te voeren.
Het bezwaarschrift dient dan ook ongegrond te worden verklaard.
5. Beslissing
De rechtbank verklaart het bezwaarschrift ongegrond, zodat het bevel tot tenuitvoerlegging van de vervangende jeugddetentie van 17 dagen kan worden uitgevoerd.
Gezien artikel 77ee van het Wetboek van Strafrecht.
Deze beslissing is genomen door:
mr. M.J. Veldhuijzen, voorzitter tevens kinderrechter,
mrs. L.M.G. de Weerd en T. Reichardt, rechters,
in tegenwoordigheid van drs. E.M.S. Arduin, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 maart 2013.
Mr. T. Reichardt is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.