ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ5869

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
C/16/317751 / HA ZA 12-17
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kwalificatie van een overeenkomst van lastgeving in een geschil over een koopovereenkomst en transport van een machine

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 maart 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over de kwalificatie van hun overeenkomst met betrekking tot de aankoop en het transport van een machine. [eiser] had een overeenkomst gesloten met [bedrijf 2], de rechtsvoorgangster van [gedaagde], voor de aankoop van een tweedehands Golfkarton Machine, die zou worden aangeschaft voor een nieuw op te zetten bedrijf in Turkije. De machine werd door [bedrijf 2] aangekocht en vervolgens doorverkocht aan [eiser]. De kosten voor de machine en het transport naar Turkije werden door [eiser] voldaan, maar er ontstonden geschillen over de nakoming van de overeenkomst, met name over vertraging en schade tijdens het transport.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de kern van het geschil ligt in de vraag hoe de rechtsverhouding tussen partijen moet worden gekwalificeerd. [eiser] stelde dat er sprake was van een koopovereenkomst en een overeenkomst van opdracht, terwijl [gedaagde] betoogde dat het ging om een overeenkomst van lastgeving. De rechtbank heeft geoordeeld dat de overeenkomst tussen partijen inderdaad moet worden gekwalificeerd als een overeenkomst van lastgeving, waarbij [gedaagde] optrad als bemiddelaar voor [eiser]. Dit betekent dat [gedaagde] niet aansprakelijk kan worden gesteld voor tekortkomingen in de nakoming van de door hem voor rekening van [eiser] gesloten overeenkomsten.

De rechtbank heeft de vorderingen van [eiser] afgewezen, omdat deze gegrond waren op tekortkomingen in de door [gedaagde] voor rekening van [eiser] gesloten overeenkomsten. [eiser] werd bovendien veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde]. De kosten werden begroot op € 6.371,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. S.H. Gaertman.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/317751 / HA ZA 12-17
Vonnis van 20 maart 2013
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. M. Moszkowicz jr te Maastricht,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde]
gevestigd te [vestigingsplaats],
gedaagde,
advocaat mr. L. Wonnink te Tiel.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 maart 2012
- het proces-verbaal van comparitie van 4 februari 2013.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. In of omstreeks mei 2004 heeft [eiser] met [bedrijf 2] (rechtsvoorgangster van [gedaagde]) een overeenkomst gesloten (hierna: de overeenkomst) die - voor zover relevant - luidt als volgt:
“(…)
[bedrijf 2]
[bedrijf 2] heeft in opdracht van [eiser] een tweedehands Golfkarton Machine aan gekocht voor een nog nieuw op te zetten bedrijf in Turkije bij [bedrijf 4]
[bedrijf 2] treed als bemiddelaar voor de heer [eiser].
[bedrijf 2] heeft de machine gekocht en verkoopt de machine 1 op 1 door aan de heer [eiser] die optreed als intermediair.
Omschrijving:
Een Golfkarton / Laminator lijn compleet met stoominstallatie en lijmkeuken, Bouwjaar 1990 Werkbreedte 1450 mm.
Bestaande uit:
1. Olivini single facer met E- golf golfwalsen
2. Olivini rollenbokken en preheaters
3. Serco splicers
4. Laminator Temcorr met non stop feeder
5. Non stop stacker Temcorr
6. Lijmkeuken Bekbissinger,
7. Stoominstallatie Clayton, Capaciteit 1,87 ton / h
Transport:
Wordt verzorgt door [bedrijf 3] naar Turkije Zie offerte;
Kosten:
Voor complete machine €. 65.000,= excl. Btw.
Voor het transport van Turnhout tot Turkije €. 108.850,= excl. Btw. Door opdrachtgever zelf uit te voeren werkzaamheden
• Het aansluiten van de elektrotechnische besturing systemen te Istanbul.
• Het beschikbaar stellen van Stroom. (Elektra)
• Het beschikbaar stellen van Gas, Water en Lucht.
• Het leveren van de juiste export en inklaring documenten om de machine legaal in te kunnen klaren.
• Het verzorgen van de invoer rechten en alle bijkomende kosten.
• Het verzorgen van een juiste betonnen vloer waarop de machine op de nieuwe locatie moet worden geplaatst.
Bijkomende kosten en of extra werkzaamheden
(indien JSC monteurs worden ingehuurd)
1. Alle voorkomende werkzaamheden die door [bedrijf 2] monteurs moeten worden uitgevoerd.
2. Alle Consultancy en of trainingen die door [bedrijf 2] worden verzorgt.
3. Reis en verblijf kosten van [bedrijf 2] monteurs.
4. Verzekering laden, (laden /Lossen en Transport
Opmerking
• Kosten en tijd welke tot nu toe gemaakt zijn om deze machine te kunnen kopen worden niet berekent.
• [bedrijf 2] kan en wil altijd de extra technische ondersteuning verzorgen naast de werkzaamheden welke de firma [bedrijf 3] verzorgt.
Betaling:
Vooruitbetaling van machine voor vrijdag 28 mei 2004 €. 65.000,=
Middels Bankgarantie en of vooruitbetaling (Transport kosten) €. 108.850,= (…)”
2.2. Op 24 mei 2004 heeft [bedrijf 3] b.v. (hierna [bedrijf 3]) aan (de rechtsvoorgangster van) [gedaagde] een offerte uitgebracht met betrekking tot het vervoer van de onder 2.1 bedoelde machine (hierna: de machine) naar Turkije en de demontage (in Turnhout) en montage (in Istanbul, Turkije) daarvan.
2.3. Op 1 juni 2004 heeft [bedrijf 3] aan [gedaagde] een offerte gezonden voor een bedrag van € 2.975,-- met betrekking tot het afsluiten van een verzekering voor het onder 2.2 bedoelde vervoer en de (de-)montage van de machine.
2.4. [gedaagde] heeft de onder 2.2 en 2.3 bedoelde offertes geaccordeerd.
2.5. [eiser] heeft terzake van de koopprijs van de machine, het vervoer naar Turkije, de (de-)montage van de machine en de verzekering een bedrag betaald aan [gedaagde] van
€ 176.825,-- (€ 65.000,-- + € 108.850,-- + € 2.975,--).
2.6. De machine is in of omstreeks mei 2004 gedemonteerd in Turnhout en vervolgens door [bedrijf 3] opgeslagen. Op 5/6 mei 2005 heeft [bedrijf 3] de machine vervoerd naar Turkije en deze vervolgens aldaar gemonteerd.
2.7. Bij brief van 28 april 2006 heeft [eiser] (de rechtsvoorgangster van) [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor tekortkomingen in de nakoming van de overeenkomst.
3. Het geschil
3.1. [eiser] vordert samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 193.987,-- aan schadevergoeding, bestaande uit:
- een bedrag van € 87.345,-- aan schade door vertraging bij het transport van de machine,
- een bedrag van € 9.520,-- aan tijdens het transport ontstane schade,
- een bedrag van € 5.900,-- aan gemaakte kosten voor de huur van een kraan in Turkije
- een bedrag van € 5.542,-- aan gemaakte kosten voor in Turkije verrichte reparaties aan de machine,
- een bedrag van € 49.980,-- aan kosten wegens verkeerde plaatsing van de machine,
- een bedrag van € 35.700,-- aan vertragingsschade door verkeerde plaatsing van de machine,
een en ander vermeerderd met rente en kosten.
[eiser] vordert daarnaast een verwijzing naar de schadestaatprocedure voor de overige door hem geleden schade.
3.2. [gedaagde] voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. De kern van het geschil tussen partijen betreft het antwoord op de vraag hoe de tussen hen bestaande rechtsverhouding moeten worden gekwalificeerd.
[eiser] stelt zich op het standpunt dat tussen partijen een koopovereenkomst tot stand gekomen is met betrekking tot de machine en daarnaast een overeenkomst van opdracht om alle werkzaamheden te verrichten die noodzakelijk zijn voor het startklaar krijgen van de gekochte machine in Turkije.
[gedaagde] stelt zich op het standpunt dat sprake is van een overeenkomst van lastgeving inhoudende het in eigen naam maar voor rekening van [eiser] sluiten van een koopovereenkomst en een vervoersovereenkomst die mede de demontage en montage van de machine in zou houden.
4.2. De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.
4.3. Partijen hebben zich niet beroepen op enige handeling of gedraging van de wederpartij waaraan zij een bepaalde verwachting ten aanzien van de inhoud van de overeenkomst hebben ontleend. De rechtbank zal derhalve aan de hand van de inhoud van de overeenkomst zelf moeten bepalen welke zin partijen daaraan hebben moeten toekennen.
4.4. De rechtbank zal onderscheid maken tussen:
- de koop van de machine
- het vervoer van de machine naar Turkije
- de demontage en montage van de machine.
De koop van de machine
4.5. De rechtbank constateert ten aanzien van de overeenkomst, die is overgelegd door [eiser] als productie 1, het volgende:
- in de overeenkomst is bepaald dat (de rechtsvoorgangster van) [gedaagde] de machine “in opdracht van [eiser]” zou aankopen;
- [gedaagde] treedt op “als bemiddelaar voor de heer [eiser]”;
- de machine wordt “1 op 1” doorverkocht aan [eiser];
- het transport “Wordt verzorgd door [bedrijf 3] naar Turkije”; daarbij wordt verwezen naar de bij de overeenkomst gevoegde offerte van [bedrijf 3] aan [gedaagde];
- de kosten “Voor complete machine” bedragen € 65.000,-- en de kosten “Voor transport van Turnhout naar Turkije” € 108.850,-- exclusief BTW.
4.6. Als onderdeel van productie 2 heeft [eiser] de offerte overgelegd waarnaar in de overeenkomst wordt verwezen. Dit betreft de offerte die [bedrijf 3] aan [gedaagde] heeft uitgebracht strekkende tot het demonteren van de machine in Turnhout, het vervoeren daarvan naar Turkije en het monteren van de machine in Turkije. Hiervoor wordt een bedrag van € 108.850,-- in rekening gebracht.
4.7. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de overeenkomst en de daarbij behorende offerte dat het de bedoeling van partijen was dat [gedaagde] de machine zou aankopen en deze één-op-één zou doorverkopen aan [eiser]. Doordat in de overeenkomst bovendien expliciet wordt gesproken over het feit dat [gedaagde] daarbij optreedt als bemiddelaar heeft [eiser] moeten begrijpen dat de aankoop van de machine door [gedaagde] plaatsvond op eigen naam maar voor rekening van [eiser]. Dit is ook in lijn met de reden die (zoals [gedaagde] onweersproken heeft gesteld) ten grondslag lag aan het feit dat [eiser] de machine niet op eigen naam kocht, namelijk dat hij geen ondernemer was zodat hij eventuele BTW over de aangekochte machine niet zou kunnen verrekenen. Ten aanzien van de koop van de machine moet dan ook geoordeeld worden dat daarbij sprake was van een overeenkomst van lastgeving tussen [eiser] en [gedaagde].
Het vervoer van de machine
4.8. Voor zover de overeenkomst tussen partijen betrekking heeft op het vervoer van de machine naar Turkije moet eveneens geoordeeld worden dat sprake is van een overeenkomst van lastgeving (en in het bijzonder een overeenkomst van expeditie in de zin van artikel 8:60 BW). Daarvoor is redengevend:
- dat in de tussen partijen gesloten overeenkomst expliciet is vermeld dat het transport door een derde, [bedrijf 3], zou worden verzorgd;
- dat in de overeenkomst voor de inhoud van de vervoerswerkzaamheden wordt verwezen naar een, bij de overeenkomst gevoegde, offerte die door [bedrijf 3] aan [gedaagde] is uitgebracht;
- dat het bedrag dat [bedrijf 3] aan [gedaagde] in rekening zou brengen, overeenkomt met het bedrag dat [gedaagde] bij [eiser] in rekening heeft gebracht;
- dat, zoals [gedaagde] onweersproken heeft gesteld, [gedaagde] zelf nooit vervoershandelingen verricht maar daartoe altijd derden inschakelt.
4.9. Uit deze omstandigheden volgt dat [eiser] heeft moeten begrijpen dat [gedaagde] het vervoer van de machine niet als een eigen verplichting op zich heeft genomen maar in dat kader slechts de verplichting op zich heeft genomen om de machine te doen vervoeren.
De montage en demontage van de machine
4.10. Ten aanzien van de verplichting om de machine te demonteren (in Turnhout) en te monteren (in Turkije) overweegt de rechtbank dat deze verplichting onderdeel uitmaakt van de hiervoor bedoelde overeenkomst tussen [gedaagde] en [bedrijf 3], zodat daarvoor - mutatis mutandis - hetzelfde geldt als hetgeen hiervoor ten aanzien van het vervoer van de machine is overwogen. Ook ten aanzien van deze verplichting is derhalve sprake van een overeenkomst van lastgeving.
Gevolg kwalificatie lastgeving
4.11. Het gevolg van de kwalificatie van de tussen partijen gesloten overeenkomst als lastgeving is dat [eiser] [gedaagde] in beginsel niet tot vergoeding van schade kan aanspreken die hij heeft geleden door een tekortkoming in de door [gedaagde] voor rekening van [eiser] gesloten overeenkomsten. Omdat de overeenkomsten voor rekening van [eiser] zijn gesloten, heeft [gedaagde] niet de verplichting om in te staan voor de correcte nakoming van deze overeenkomsten. [eiser] heeft geen omstandigheden gesteld die hierin verandering brengen.
4.12. Nu de vorderingen zijn gegrond op tekortkomingen in de door [gedaagde] voor rekening van [eiser] gesloten overeenkomsten zijn deze in het licht van het hiervoor overwogene niet toewijsbaar. De vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.
4.13. [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht € 3.529,00
- salaris advocaat 2.842,00 (2,0 punten × tarief € 1.421,00)
Totaal € 6.371,00
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 6.371,00,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Gaertman en in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2013.?