ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ6328
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord in faillissementsrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 5 maart 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord, ingediend door [verzoekers c.s.], bestaande uit een verzoeker en verzoekster, beiden met een schuldenlast van € 112.326,88. De verzoekers hebben een verzoek ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling en een dwangakkoord als bedoeld in artikel 287a van de Faillissementswet. Tijdens de zitting op 28 februari 2013 zijn de verzoekers en hun schuldhulpverleners verschenen, terwijl De Nederlandsche Voorschotbank B.V. (DNV) niet aanwezig was en geen verweer heeft gevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat DNV in redelijkheid niet tot weigering van het akkoord heeft kunnen komen, gezien de onevenredigheid tussen haar belangen en die van de verzoekers en andere schuldeisers. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verzoekers, met een gespaard saldo van circa € 3.100,00, in staat zijn om aan hun verplichtingen te voldoen en dat het aangeboden minnelijk traject waarborgen biedt voor de schuldeisers. De rechtbank heeft DNV bevolen in te stemmen met de schuldregeling en haar veroordeeld in de kosten van het geding, begroot op € 904,00 exclusief BTW. De uitspraak benadrukt de mogelijkheden van een dwangakkoord in faillissementsprocedures en de rol van de rechtbank in het waarborgen van de belangen van schuldenaren en schuldeisers.