ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ6574
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.M.J.H. Muijlaert
- Rechtspraak.nl
Vaststelling hogere WOZ-waarde en procesbelang in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 april 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de vaststelling van de WOZ-waarde van een onroerende zaak. Eiseres, de eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort vastgestelde WOZ-waarde van € 163.000,- voor het belastingjaar 2012, welke waarde was gebaseerd op de waardepeildatum van 1 januari 2011. Eiseres stelde dat de WOZ-waarde te laag was vastgesteld en dat zij een belang had bij een hogere waarde, omdat deze niet alleen bepalend is voor de onroerendezaakbelasting, maar ook voor de brandverzekering en hypotheekvoorwaarden. De rechtbank diende te beoordelen of eiseres een procesbelang had bij haar bezwaar, aangezien artikel 29 van de Wet WOZ bepaalt dat een hogere WOZ-waarde niet kan worden vastgesteld in bezwaar of beroep.
De rechtbank overwoog dat de wetgever bewust heeft gekozen om in de Wet WOZ geen mogelijkheid te bieden voor het vaststellen van een hogere WOZ-waarde in bezwaar of beroep. Dit betekent dat eiseres, ongeacht haar argumenten over de gevolgen van de lage WOZ-waarde, geen procesbelang had bij haar bezwaar. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar van 15 augustus 2012 en verklaarde het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres en diende het betaalde griffierecht aan haar te worden vergoed.
De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de Wet WOZ en de beperkingen die deze wet oplegt aan de mogelijkheid om de WOZ-waarde te verhogen in bezwaar of beroep. Eiseres kan tegen deze uitspraak binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.