ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7090
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S.C. Hagedoorn
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid en verwijzing naar de kantonrechter in een geschil over een financial lease overeenkomst
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, stond de vraag centraal of de rechtbank bevoegd was om kennis te nemen van een geschil tussen ISL Automatisering B.V. en Econocom Nederland B.V. Het geschil betrof de vraag of er een overeenkomst tot stand was gekomen tussen partijen, waarbij Econocom de overeenkomst kwalificeerde als een financial lease overeenkomst. Econocom vorderde dat de rechtbank de zaak zou verwijzen naar de kantonrechter, omdat volgens haar de overeenkomst moest worden aangemerkt als een huurkoopovereenkomst in de zin van artikel 7A:1576h BW, wat zou betekenen dat de kantonrechter exclusief bevoegd zou zijn. ISL voerde verweer tegen deze vordering.
De rechtbank oordeelde dat het beroep op de exceptie van onbevoegdheid niet te laat was ingediend, ondanks dat er eerder een kort geding en een voorlopig getuigenverhoor had plaatsgevonden. De rechtbank stelde vast dat de bevoegdheidsregels voor een kort geding anders zijn dan voor een bodemprocedure. Vervolgens oordeelde de rechtbank dat de vraag of een huurkoopovereenkomst was aangegaan, relevant was voor de beoordeling van de zaak en dat de zaak daarom naar de kantonrechter moest worden verwezen.
De rechtbank wees de vordering van Econocom toe en verwees de zaak naar de rolzitting van de kantonrechter in Utrecht. Tevens werd ISL als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het incident, die aan de zijde van Econocom waren begroot op € 452,00. De rechtbank gaf partijen ook instructies over de verdere procedure en het griffierecht. Dit vonnis werd uitgesproken op 23 januari 2013 door mr. S.C. Hagedoorn.