ECLI:NL:RBMNE:2013:CA0026
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst met betrekking tot ouderschapsverlof en disfunctioneren
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 april 2013 uitspraak gedaan over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen [verzoekster] B.V. en [verweerder]. De verzoekende partij, [verzoekster], heeft een verzoekschrift ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, waarbij zij zich beroept op disfunctioneren van [verweerder]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er in de periode voorafgaand aan het verzoek geen sprake was van voldoende fundamentele kritiek op het functioneren van [verweerder]. De functioneringsgesprekken die door [verzoekster] zijn aangevoerd, zijn niet overtuigend gebleken en de kantonrechter heeft geoordeeld dat de verhoudingen tussen partijen zodanig zijn verstoord dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer mogelijk is.
De kantonrechter heeft ook het opzegverbod in het kader van ouderschapsverlof in overweging genomen. [verweerder] had ouderschapsverlof aangevraagd en de kantonrechter oordeelde dat het verzoek tot ontbinding niet samenhangt met het ouderschapsverlof, maar met het functioneren van [verweerder]. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is, maar dat [verweerder] recht heeft op een vergoeding van € 25.807,30 bruto. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.
De beslissing van de kantonrechter is gebaseerd op de overwegingen dat de werkgever onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van disfunctioneren dat de ontbinding rechtvaardigde, en dat de werkgever ook een rol heeft gespeeld in de ontstane situatie door eenzijdig de functie van [verweerder] te wijzigen. De kantonrechter heeft de C-factor vastgesteld op 1,2, wat duidt op licht verwijtbaar gedrag van de werkgever. De kantonrechter heeft de vergoeding vastgesteld op basis van het laatstgenoten salaris van [verweerder] en de omstandigheden van de zaak.