ECLI:NL:RBMNE:2013:CA2761
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schuldsanering wegens niet te goeder trouw aangegane schulden
Op 16 mei 2013 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling (WSNP) door [Verzoeker]. De rechtbank oordeelde dat [Verzoeker] niet te goeder trouw is geweest bij het aangaan van zijn schulden. De Staat der Nederlanden had op 15 februari 2013 een verzoekschrift tot faillietverklaring van [Verzoeker] ingediend, waarna [Verzoeker] op 27 februari 2013 een verzoek tot schuldsanering indiende. De rechtbank schorste de behandeling van het faillissementsverzoek tot 28 mei 2013. Tijdens de zitting op 1 mei 2013 werd duidelijk dat [Verzoeker] aanzienlijke schulden had, waaronder een belastingaanslag van € 408.917,00 en een schuld aan de Staat van € 1.029.754,33. De rechtbank concludeerde dat [Verzoeker] onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat hij in de vijf jaren voorafgaand aan zijn verzoek te goeder trouw was geweest. Dit werd onderbouwd door het feit dat hij eerder aangegane verplichtingen niet in acht had genomen en nieuwe schulden was aangegaan, ondanks zijn financiële situatie. De rechtbank wees het verzoek tot schuldsanering af, omdat er onvoldoende bijzondere omstandigheden waren die een toewijzing rechtvaardigden. Bovendien had [Verzoeker] zijn activa, waaronder een boot en een woning, niet te gelde gemaakt, wat de rechtbank deed twijfelen aan zijn bereidheid om zijn schulden te voldoen. De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling moest worden afgewezen.