ECLI:NL:RBMNE:2013:CA3511
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord in het kader van de schuldsanering
In deze zaak hebben verzoekers, geboren in 1959 en 1965, een verzoek ingediend tot toelating tot de schuldsanering en tot vaststelling van een dwangakkoord op basis van artikel 287a van de Faillissementswet. De verzoekers hebben een schuldregeling aangeboden aan hun schuldeisers, waarbij 17 concurrente schuldeisers 10,2% van hun vordering zouden ontvangen tegen finale kwijting. De preferente schuldeiser zou 20,4% ontvangen. De financiering van deze regeling zou plaatsvinden door middel van een BBZ-krediet van € 40.000,- van de gemeente Amersfoort. Echter, de weigerende schuldeisers, waaronder Rabohypotheekbank Nederland N.V. en Coöperatieve Rabobank Soest Baarn Eemnes U.A., hebben hun instemming met het akkoord geweigerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldeisers niet volledig waren geïnformeerd over de schuldenlast en dat de uitvoering van het akkoord onvoldoende zeker was. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de belangen van de overige schuldeisers niet geschaad zijn door de weigering van de weigerende schuldeisers. De rechtbank concludeert dat de verzoekers niet in staat zijn geweest om aan te tonen dat de weigerende schuldeisers in redelijkheid niet tot hun weigering konden komen. De rechtbank heeft het verzoek tot vaststelling van het dwangakkoord afgewezen, waarbij de belangen van de weigerende schuldeisers zwaarder wogen dan die van de verzoekers.
Na de afwijzing van het verzoek tot vaststelling van het dwangakkoord hebben de verzoekers aangegeven het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling te handhaven, waarover bij afzonderlijk vonnis zal worden beslist. De uitspraak is gedaan door mr. M.H.F. van Vugt en openbaar uitgesproken op 13 juni 2013.