ECLI:NL:RBMNE:2014:1005

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 maart 2014
Publicatiedatum
18 maart 2014
Zaaknummer
16-701033-12
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor witwassen van een auto wegens onvoldoende bewijs van illegale herkomst van vermogen

In de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het witwassen van een auto, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 12 maart 2014 uitspraak gedaan. De verdachte werd ervan beschuldigd in de periode van 1 januari 2012 tot en met 27 april 2012 een Volkswagen Golf R32 te hebben witgewassen. Tijdens de zitting op 26 februari 2014 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De verdediging stelde dat de politie onterecht onderzoek had verricht zonder dat er concrete feiten waren die de verdachte als zodanig konden aanmerken. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat er geen ernstige inbreuken op de procesorde waren gepleegd.

De officier van justitie voerde aan dat de verdachte de auto had aangeschaft voor € 9.500,-, maar dat hij geen legale inkomsten had om deze aankoop te rechtvaardigen. De verdediging betoogde echter dat de auto onder eigendomsvoorbehoud was geleverd en dat er geen bewijs was dat de auto uit misdrijf afkomstig was. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte beschikte over vermogen dat niet legaal was verkregen. Daarom kon niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte de auto had witgewassen.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde en gelastte de teruggave van de in beslag genomen auto aan de rechthebbende. Ook werd het verzoek van de verdediging om een getuige te horen afgewezen, omdat dit niet van invloed was op de beslissing van de rechtbank. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het proces.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/701033-12 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 12 maart 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [1989],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres], [woonplaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 februari 2014.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en zijn advocaat, mr. Y. Bouchikhi, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 1 januari 2012 tot en met 27 april 2012 een auto heeft witgewassen.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig en deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het openbaar ministerie ter zake van het ten laste gelegde niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. De verdediging heeft daartoe aangevoerd dat de politie onderzoekshandelingen heeft verricht zonder dat verdachte op basis van concrete feiten en omstandigheden als verdachte kon worden aangemerkt.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Niet is gebleken dat er sprake is van ernstige inbreuken op de beginselen van een behoorlijke procesorde, waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekort gedaan. Het verweer van de verdediging is niet gericht op de toepassing van een specifieke (dwang)bevoegdheid. Nog daargelaten op welk moment een redelijk vermoeden van schuld is ontstaan, is er geen rechtsregel die opsporingsambtenaren verbiedt opsporing te doen naar strafbare feiten zonder dat er sprake is van een redelijk vermoeden van schuld.
Gelet op het voorgaande is er geen grond de officier van justitie niet-ontvankelijk te achten in haar vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen te verklaren. De officier van justitie heeft daartoe aangevoerd dat uit het dossier blijkt dat verdachte de auto, die volgens het koopcontract voor € 9.500,- is aangeschaft, niet heeft kunnen betalen uit legale middelen, aangezien hij sinds 2011 al geen enkele vorm van inkomsten meer heeft. De verklaring van verdachte dat hij de auto nog niet had betaald, is, mede gelet op zijn inconsistente verklaringen, volstrekt onaannemelijk.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte van het ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken. De auto is aan verdachte geleverd onder eigendomsvoorbehoud. Aangezien verdachte de koopsom nog niet had voldaan, was hij dus nog geen eigenaar van de auto. Ook kan uit het dossier niet worden afgeleid dat de auto middellijk of onmiddellijk uit misdrijf afkomstig zou zijn. Daarbij komt dat de inkomsten van verdachte over de afgelopen jaren de waarde van de auto ver overstijgen. Ten slotte is het enkele voorhanden hebben van de auto onvoldoende, nu het openbaar ministerie suggereert dat verdachte de auto heeft gekocht met geld dat hij uit eigen misdrijf had verworven.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat uit het koopcontract kan worden afgeleid dat de Volkswagen Golf R32, met kenteken [kenteken], aan verdachte is verkocht voor € 9.500,-. De rechtbank kan echter met onvoldoende mate van zekerheid vaststellen dat verdachte dit bedrag heeft betaald en aldus heeft beschikt over vermogen dat niet met legale middelen kan zijn opgebouwd. Gelet hierop kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte voornoemde auto heeft witgewassen. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het ten laste gelegde.
Door de raadsman is ter terechtzitting verzocht de behandeling van de zaak aan te houden voor het horen van getuige [getuige]. Gelet op de beslissing van de rechtbank, dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, is de verdediging door het niet horen van voornoemde getuige niet in haar belangen geschaad. De rechtbank wijst het verzoek om die reden af.

5.Het beslag

5.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de onder verdachte in beslag genomen Volkswagen Golf R32 ([kenteken]) verbeurd te verklaren.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de onder verdachte in beslag genomen auto terug te geven aan de rechthebbende, te weten [getuige].
5.3
Het oordeel van de rechtbank
Aangezien verdachte van het tenlastegelegde wordt vrijgesproken, is er geen grond voor verbeurdverklaring van de auto.
Verdachte heeft verklaard dat niet hij de rechthebbende is, maar [getuige], aangezien hij, verdachte, de koopsom van de auto niet heeft voldaan. Gelet hierop zal de rechtbank de teruggave gelasten van de Volkswagen Golf R32 ([kenteken]) aan de rechthebbende [getuige].

6.Beslissing

De rechtbank:
Voorvragen
- verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging van verdachte;
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrij van het ten laste gelegde;
Beslag
- gelast de teruggave van de Volkswagen Golf R32, kenteken [kenteken] (goednummer: [nummer]) aan de rechthebbende, te weten: [getuige];
Verzoek- wijst af het verzoek tot het horen van de getuige [getuige].
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Ebbens, voorzitter, mr. R.P. den Otter en mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Reenen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 maart 2014.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 27 april 2012, te
Utrecht, althans in Nederland en/of in Frankrijk, een voorwerp, te weten
(personen)auto (merk Volkswagen, type Golf R32 met [Frans] kenteken
[kenteken]), heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of
omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemde (personen)auto, gebruik
heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat
bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig
misdrijf;
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht