2.1.In de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente (hierna de ARU) is in
hoofdstuk 14 (‘Overleg met personeelsorganisaties’), voor zover thans relevant, het volgende bepaald:
1. Er is een Commissie van Overleg (hierna genoemd de Commissie) die is samengesteld uit verschillende deelnemers. De deelnemers zijn de vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en de vertegenwoordiging van de personeelsorganisaties.
(…)
1. In de Commissie vindt regelmatig overleg plaats tussen de vertegenwoordigers
van het gemeentebestuur en die van de personeelsorganisaties.
2. De Commissie overlegt over:
a. de vaststelling van maatregelen aangaande de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden en de rechtspositie van het gemeentepersoneel;
b. het kader, waarbinnen het personeelsbeleid in de meest ruime zin wordt gevoerd;
c. de beleidsmaatregelen over de kwantitatieve en kwalitatieve personeelsformatie, reorganisatie en dergelijke;
d. de voorwaarden waaronder eventueel de nadere invulling van de maatregelen, bedoeld in dit lid onder a, b en c, aan het overleg binnen de diensten wordt overgelaten.
3. De Commissie overlegt ook over aangelegenheden waarover burgemeester en wethouders het advies van de commissie vragen op grond van dit hoofdstuk.
4. Over de in het tweede en derde lid bedoelde onderwerpen wordt pas beslist nadat het overleg in de Commissie heeft plaatsgevonden. In spoedeisende gevallen kan hiervan worden afgeweken; de Commissie wordt daarvan onmiddellijk in kennis gesteld. Burgemeester en wethouders stellen de Commissie op de hoogte van genomen
beslissingen.
1. Een voorstel tot invoering of wijziging van een regeling met rechten en
plichten van individuele ambtenaren wordt alleen uitgevoerd als
daarover overeenstemming is bereikt met een meerderheid van de
personeelsorganisaties.
(…)
1. Bij geschillen kan de advies- en arbitragecommissie worden ingeschakeld, die is ingesteld door het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
2. Voor de behandeling van een geschil is de geschillenregeling zoals bedoeld in artikel 14:13 en verder van toepassing.
Artikel 14:13
De geschillenregeling is alleen van toepassing op geschillen over aangelegenheden
zoals bedoeld in artikel 14:2, tweede en derde lid, voorzover die aangelegenheden uitsluitend de rechtspositie betreffen van het gemeentepersoneel met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd.
Artikel 14:14
Indien één of meer van de deelnemers tijdens het overleg tot het oordeel komen dat dit niet zal leiden tot een uitkomst die de instemming van alle deelnemers zal hebben, delen zij dat oordeel binnen zes dagen, nadat zij daarvan in het overleg blijk hebben gegeven, schriftelijk mee aan de overige deelnemers.
Vaststelling inhoud geschil; advies of arbitrage
Artikel 14:15
1. De voorzitter schrijft binnen tien dagen na de in het vorige artikel genoemde kennisgeving een vergadering van de Commissie uit.
2. Tenzij door de Commissie wordt besloten het overleg voort te zetten of te beëindigen, wordt in de vergadering nagegaan of overeenstemming bestaat over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is en of een oplossing zal worden gezocht door middel van voortzetting van het overleg, nadat advies is ingewonnen van de advies- en arbitragecommissie of door onderwerping van het geschil aan een arbitrale uitspraak van die commissie.
3. Tot het inwinnen van advies is de vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en een meerderheid van de personeelsorganisaties bevoegd.
4. Voor onderwerping van het geschil aan arbitrage is overeenstemming vereist tussen de deelnemers.