Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 17 juli 2013,
- het proces-verbaal van comparitie van 24 oktober 2013,
- de conclusie van antwoord in oppositie van 11 december 2013,
- de conclusie van repliek in oppositie.
2.De feiten
3.Het geschil
- een bedrag van € 16.143,98, vermeerderd met de overeengekomen rente, met als maximum de krachtens artikel 35 WCK ten hoogste toegelaten kredietvergoeding, vanaf 29 mei 2008 tot de dag van volledige betaling,
- de proceskosten, aan de zijde van Finata Bank tot de dag van de uitspraak begroot op in totaal € 899,44.
4.De beoordeling
Indien een verklaring is tot stand gekomen door bedreiging, bedrog of misbruik van omstandigheden van de zijde van iemand die geen partij bij de rechtshandeling is, kan op dit gebrek geen beroep worden gedaan jegens een wederpartij die geen reden had het bestaan ervan te veronderstellen.”