ECLI:NL:RBMNE:2014:1661
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete voor niet doorgeven van mutaties door gastouderbureau
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 11 februari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen KinOp Beheer B.V. en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De eiseres, KinOp Beheer B.V., heeft bestuurlijke boetes opgelegd gekregen van elk € 2.000,- omdat zij twee mutaties van gastouders niet onverwijld aan de verweerder heeft doorgegeven, in strijd met artikel 1.47, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko). De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres haar beroep op artikel 5:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ter zitting heeft ingetrokken en erkent enige verwijtbaarheid van haar zijde.
De rechtbank heeft overwogen dat het Afwegingsmodel handhaving kinderopvang, dat door de gemeente Utrecht is vastgesteld, als uitgangspunt dient voor het opleggen van de boetes. Eiseres heeft betoogd dat de hoogte van de boete disproportioneel is en heeft een beroep gedaan op het evenredigheidsbeginsel zoals neergelegd in artikel 6 van het EVRM. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de boetes in overeenstemming zijn met het beleid en dat eiseres geen bijzondere omstandigheden heeft aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat de boetes gematigd zouden moeten worden.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verweerder in redelijkheid de bestuurlijke boetes heeft kunnen opleggen en dat het beroep van eiseres ongegrond is. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.