Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1],
[eiser sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 5
- de brief met productie 6 van de broers [eisers]van 23 april 2014
- de akte overlegging producties met producties 1 tot en met 20 van [gedaagde]van 23 april 2014
- de brief met productie 7 van de broers [eisers]van 24 april 2014
- de brief met productie 21 van [gedaagde]van 24 april 2014
- de mondelinge behandeling van 25 april 2014
- de pleitnota van de broers [eisers]
- de pleitnota van [gedaagde]
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
financiers voorwaarden zullen stellen omtrent de overdracht”. Door [gedaagde]is weersproken dat het ontbreken van het beheer een belemmerende factor behoeft te zijn bij het verkrijgen van financiering. Volgens [gedaagde]vormt het voor de bank geen probleem dat het beheer van de panden eventueel bij een ander ligt. [gedaagde]heeft toegezegd ter zitting alle benodigde medewerking in het kader van de financiering te zullen verlenen. De voorzieningenrechter acht gelet op dit gemotiveerde verweer onvoldoende aannemelijk gemaakt door de broers [eisers]dat [gedaagde]met het opnemen van de laatste alinea in voormelde brief de uitvoering van de afspraken uit het proces-verbaal belemmert.