ECLI:NL:RBMNE:2014:2462
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.A.T. van Rens
- C.J. van Beers
- Rechtspraak.nl
Verlening voorlopige machtiging voor verblijf in psychiatrisch ziekenhuis
Op 16 juni 2014 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlening van een voorlopige machtiging voor het verblijf van de betrokkene in GGZ Centraal of een ander psychiatrisch ziekenhuis. Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie op 28 mei 2014. De rechtbank heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken, waaronder een geneeskundige verklaring en een behandelingsplan. Tijdens de zitting zijn de betrokkene, haar raadsvrouw, een kinder- en jeugdpsychiater, en de ouders van de betrokkene gehoord.
De raadsvrouw van de betrokkene heeft betoogd dat het verzoek van de officier van justitie afgewezen moet worden, omdat de betrokkene momenteel vrijwillig in de instelling verblijft. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een geestelijke stoornis en dat er een reëel gevaar bestaat dat zij zichzelf iets aan zal doen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het gevaar niet kan worden afgewend zonder opname in een psychiatrisch ziekenhuis.
De rechtbank heeft de argumenten van de raadsvrouw verworpen en vastgesteld dat de wettelijke termijnen in acht zijn genomen. De rechtbank heeft besloten om de voorlopige machtiging te verlenen voor een periode van zes maanden, ingaande op 16 juni 2014 en eindigend op 16 december 2014. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door kinderrechter mr. A.A.T. van Rens, in aanwezigheid van griffier mr. C.J. van Beers.