In deze civiele zaak tussen KPN B.V. en NEC Nederland B.V. betreft het een vordering tot betaling van een openstaande factuur na een hack op de PBX-centrale van NEC. De partijen hebben op 30 augustus 2006 een overeenkomst gesloten voor de levering van voice-diensten, waarbij NEC gebruik maakte van een zelfgebouwde PBX-centrale. In de procedure is vastgesteld dat tussen 11 en 28 juni 2011 een hack heeft plaatsgevonden, waarbij derden toegang hebben gekregen tot de datalijnen van NEC, wat heeft geleid tot frauduleus telefoonverkeer. KPN heeft als gevolg van deze hack een bedrag van € 176.895,05 aan NEC gefactureerd, waarvan KPN nu € 169.618,73 vordert, vermeerderd met rente en kosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beveiliging van de PBX-centrale voor rekening en risico van NEC komt. NEC heeft niet voldoende maatregelen getroffen om de gevolgen van de hack te beperken, ondanks eerdere ervaringen met hacking. De rechtbank concludeert dat KPN niet verantwoordelijk is voor het monitoren van de datalijnen, aangezien de overeenkomst geen specifieke verplichtingen hiertoe bevatte. NEC heeft bovendien niet aangetoond dat KPN een zorgplicht heeft geschonden.
De rechtbank wijst de vordering van KPN toe en veroordeelt NEC tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast wordt NEC veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van KPN zijn begroot op € 6.633,71. Het vonnis is uitgesproken door mr. S.H. Gaertman op 2 juli 2014.