In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Midden-Nederland op 4 juni 2014, heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.E.C. Reuser, een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap DEALER TOTAAL CONCEPT B.V. (DTC), vertegenwoordigd door mr. A.S. graaf van Randwijck. De vordering betreft een schadevergoeding in verband met een niet afgesloten overlijdensrisicoverzekering. Eiseres stelt dat zij en DTC zijn overeengekomen dat een overlijdensrisicoverzekering zou worden afgesloten op het leven van haarzelf en haar partner, maar dat DTC door een fout niet de juiste dekking heeft afgesloten.
De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis eiseres opgedragen bewijs te leveren van de gemaakte afspraken met DTC. Tijdens de bewijslevering heeft eiseres zichzelf en enkele getuigen gehoord, maar de rechtbank oordeelt dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd om haar stelling te onderbouwen. De verklaringen van de getuigen, waaronder die van haar dochter en schoonzus, waren niet concreet genoeg om aan te tonen dat er daadwerkelijk een overeenkomst was gesloten voor de overlijdensrisicoverzekering.
De rechtbank concludeert dat eiseres niet is geslaagd in het haar opgedragen bewijs en wijst de vorderingen af. Eiseres wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van DTC zijn begroot op € 3.526,00. De rechtbank verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat DTC het vonnis kan laten uitvoeren, ook als eiseres in hoger beroep gaat. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.A. Bouter-Rijksen.