Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 19,
- productie 20 tot en met 24 van [eiseressen c.s.] waarbij is vermeld dat productie 22 nog volgt,
- productie 22 en 25 van [eiseressen c.s.],
- productie 1 tot en met 14 van Excelsior, waarbij een eis in reconventie is aangekondigd,
- productie 15 en 16 van Excelsior,
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnota van [eiseressen c.s.],
- de pleitnota van Excelsior, waarin ook de eis in reconventie is opgenomen.
2.De feiten
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie en in reconventie
“een voortgezet gebruik door huurder de verwezenlijking van het project [eiseressen c.s.] niet belemmert, een en ander ter redelijke beoordeling van verhuurder.”. Het project [eiseressen c.s.] is gedefinieerd als
“de bij partijen genoegzaam bekend zijnde herontwikkeling van het gebied waarvan het gehuurde deel uitmaakt”. Zoals reeds bij de feiten is weergegeven, waren de plannen voor herontwikkeling ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst, wat de volgorde van uitvoering ervan aangaat, anders dan de herontwikkeling zoals [eiseressen c.s.] die nu voor ogen heeft. De fasering die destijds het uitgangspunt was (zie 2.12) is echter niet als zodanig beschreven in de overeenkomst. Wel faciliteert artikel 3 de (bij die fasering aansluitende) mogelijkheid om de Hal van Kamps te betrekken aansluitend aan de einddatum van de huurovereenkomst, maar zij bevat evenzeer een regeling voor het geval dat niet aansluitend gebeurt. Ook behelst de overeenkomst (daar de herhuisvesting in de Hal van Kamps afhankelijk is gesteld van het overleg tussen partijen) de mogelijkheid dat van die herhuisvesting in het geheel geen sprake zal zijn. Een recht om gedurende de (‘oude’) fasen 1 en 2 tot 2016 in het gehuurde te blijven, is niet in de overeenkomst neergelegd en aldus evenmin uit de strekking ervan af te leiden. Excelsior heeft ook niet nader aangeduid waaruit dat zou blijken. Excelsior erkent daarentegen dat het [eiseressen c.s.] - ook onder de vigeur van de vaststellingsovereenkomst - vrijstaat om de volgorde van uitvoering van projectontwikkeling te wijzigen en in dat verband de huurovereenkomst op te zeggen, mits (naar Excelsior stelt) over de herhuisvesting (nader) overlegd wordt. Nu met dit een en ander is gegeven dat het door Excelsior verwoorde uitgangspunt niet een zelfstandig recht betreft, is de vraag die ter beantwoording voorligt of aan de zijde van [eiseressen c.s.] (of haar rechtsvoorganger) na het sluiten van de vaststellingsovereenkomst voldoende uitvoering is gegeven aan de verplichting met Excelsior te overleggen over haar eventuele herhuisvesting in de Hal van Kamps, alsmede of de gewijzigde volgorde van uitvoering van herontwikkeling ertoe noopt dat dat overleg thans (opnieuw) plaatsvindt. Indien die vragen (of één ervan) bevestigend moet worden beantwoord, is vervolgens de vraag welke betekenis die beantwoording heeft voor het door Excelsior gedane beroep op opschorting van haar ontruimingsverplichting.
Voordat wij een nieuwe afspraak inplannen wil ik je middels deze mail op de hoogte stellen van onze bevindingen en opmerkingen naar aanleiding van ons grondige onderzoek naar jullie ontwerp van d.d. 04-05-2011. Het ontwerp is op veel punten niet haalbaar en/of te complex om te realiseren. Ik zal ter verduidelijking een opsomming geven van de belangrijkste punten.”Samengevat betreffen deze punten de indeling van de Hal van Kamps (de roltrappen in de Urban Green kas en de plaats van het magazijn), de constructie ervan (het verwijderen van een verhoogde vloer aan voorzijde, de lichtgangen en een te dunne vloer), het niet halen van de parkeernorm en de financiële haalbaarheid
(“de huur meer dan het dubbele zal gaan bedragen dan wat regulier gebruikelijk is voor een bouwmarkt”).
“Over de parkeernormen maken wij ons wat minder zorgen. (…) Er is nieuw parkeerbeleid in de maak. Tegen de tijd dat wij ons hier zouden gaan vestigen is er grote kans dat dit binnen de nieuwe normen zou kunnen passen.”.
“Dit overigens in tegenstelling tot eerdere overeengekomen afspraken in ons overleg van 4 mei jl. dat deze op korte termijn door jouw adviseurs zijn opgepakt.”Op het voorstel dat de knelpunten in overleg met [eiseressen c.s.] adviseurs moeten worden besproken heeft [vof] afwijzend gereageerd. Zij is van mening genoeg inspanningen te hebben verricht en bovendien is er nog geen huurprijsovereenstemming. [vof] heeft over de parkeernorm opgemerkt dat de huidige norm niet binnen de contouren van het plan kan worden gehaald en dat zelfs een versoepeling niet binnen de ondergrondse parkeerbak kan worden opgevangen.
“Rova begrijpt dat de nieuwe huurprijs hoger zal liggen dat de huidige huurprijs. De indicatie welke is afgegeven is voor Rova geen aanleiding om nu al te concluderen dat het project onhaalbaar is.”Op 27 juli 2011 heeft de advocaat van Rova daaraan toegevoegd dat de gemeente het plan steunt en bereid is mee te denken,
“voor zover sprake van een parkeerprobleem is, dit oplosbaar is in overleg met de gemeente”.
“De knelpunten zijn helder geduid en uw cliënte dient haar inrichting en plannen daar op aan te passen.”Hij heeft uiteengezet dat [vof] vanwege het verhuurdersrisico zekerheid nodig heeft dat het niet voldoen aan de parkeernorm niet tot problemen zal leiden, maar dat Rova die zekerheid niet heeft geboden. Ook met een verlaging van 3 naar 2 parkeerplaatsen per 100m2 is volgens [vof] een extra ondergrondse parkeerbak nodig. [vof] heeft mede op die grond gesteld dat de wensen van Rova en de randvoorwaarden van de gemeente leiden tot een huurprijs die vele male hoger is dan gebruikelijk voor een bouwmarkt. Daaraan is toegevoegd:
Ook op dit vlak heeft uw cliënte zich nog niet ondubbelzinnig willen vastleggen, ondanks het feit dat cliënte hier wel vanaf het begin om heeft gevraagd.”.
816,00
0,00