ECLI:NL:RBMNE:2014:3825

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 september 2014
Publicatiedatum
1 september 2014
Zaaknummer
16/700340-14 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen met minderjarige en bezit van kinder- en dierenpornografie

Op 1 september 2014 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met een minderjarige, die net twaalf jaar oud was, en het bezit van kinder- en dierenpornografie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 31 januari 2014 ontuchtige handelingen heeft gepleegd met het slachtoffer, waaronder seksueel binnendringen. Daarnaast heeft de verdachte in de periode van 31 januari tot en met 1 februari 2014 een kinderpornografische afbeelding in zijn bezit gehad en op 11 februari 2014 een gewoonte gemaakt van het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen en dierenpornografie. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar. Bijzondere voorwaarden zijn reclasseringstoezicht, ambulante behandeling en een contactverbod met het slachtoffer. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan een obsessief-compulsieve stoornis, en heeft geadviseerd om hem voor behandeling in een forensisch ambulante behandelinstelling te plaatsen. De benadeelde partij, het slachtoffer, heeft een schadevergoeding van € 2.811,05 toegewezen gekregen, te vermeerderen met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/700340-14 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 1 september 2014.
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1957],
gedetineerd in het Huis van Bewaring Nieuwegein te Nieuwegein.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 18 augustus 2014. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. J.J.C. van Haren, advocaat te Utrecht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en diens raadsman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd.
De tenlastelegging is, met wijziging, als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1 primair: omstreeks 31 januari 2014 ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer] die de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, welke ontuchtige handelingen onder meer hebben bestaan uit het seksueel binnendringen in het lichaam van [slachtoffer].
Feit 1 subsidiair: omstreeks 31 januari 2014 ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer] die de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt,
Feit 2: in de periode van 31 januari 2014 tot en met 1 februari 2014 een kinderpornografische afbeelding van [slachtoffer] in zijn bezit heeft gehad.
Feit 3: op 11 februari 2014 een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen en/of films.
Feit 4: op 11 februari 2014 dierenpornografie in zijn bezit heeft gehad.
Feit 5: in de periode van 31 januari 2014 tot en met 6 februari 2014 een foto van zijn geslachtsdeel aan de minderjarige [slachtoffer] heeft verstuurd.
Feit 6: op 11 februari 2014 een busje pepperspray voorhanden heeft gehad.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de aan hem onder 1 primair en 2 tot en met 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan. Ten aanzien van feit 3 acht de officier van justitie niet bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal en verzoekt verdachte daarvan partieel vrij te spreken. Met betrekking tot de kinder- en dierenpornografische afbeeldingen die op de Dell computer zijn aangetroffen acht de officier van justitie enkel het bezit bewezen van 45 kinderpornografische afbeeldingen en 444 dierenpornografische afbeeldingen. De ‘verwijderde bestanden’ dienen te worden uitgesloten, aldus de officier van justitie.
De officier van justitie acht feit 6 niet wettig en overtuigend bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank enkel het onder feit 1 subsidiair en onder feit 5 ten laste gelegde integraal bewezen kan verklaren. Voor het overige dient vrijspraak, al dan niet partieel, te volgen. Hiertoe heeft de raadsman onder meer het volgende aangevoerd:
Het brengen van de tong van verdachte in de mond van [slachtoffer] kan volgens de Hoge Raad niet worden gekwalificeerd als seksueel binnendringen. Onder het vijfde gedachtestreepje op de tenlastelegging wordt verdachte een passieve handeling (‘laten nemen’ en/of ‘laten zuigen’ en/of ‘laten pijpen’) verweten. Deze feitelijke omschrijving verenigt zich niet met de tekst van de wet die spreekt over ‘seksueel binnendringen’.
De afbeelding waar feit 2 op ziet zit niet in het dossier, waardoor niet gecontroleerd kan worden of er op de afbeelding ‘een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt’ is te zien.
Het bezit van de 87 kinderpornografische afbeeldingen kan niet bewezen worden. De helft daarvan was ‘deleted’. De andere helft stond opgeslagen onder ‘Temporary Internet Files’, blijkens het dossier. Twee van de drie computers stonden op zolder en waren niet op het internet aangesloten, waardoor de afbeeldingen niet toegankelijk waren.
Blijkens het dossier zouden de 465 dierenpornografische afbeeldingen op de drie computers zijn aangetroffen, terwijl in de tenlastelegging maar naar één computer wordt verwezen. Niet kan worden bewezen dat de 465 afbeeldingen op die ene computer zijn aangetroffen en dus dat verdachte deze voorhanden heeft gehad op die computer. Daarbij is 10% van de afbeeldingen ‘deleted’ en is 90% opgeslagen onder ‘Temporary Internet Files’.
Verdachte wist niet dat het busje pepperspray in zijn woning aanwezig was. Van voorwaardelijk opzet dan wel bewuste schuld is geen sprake.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte de aan hem onder 1 primair, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan.
4.3.1
Het bewijs
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
Ten aanzien van feit 1 primair, feit 2 en feit 5
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij op vrijdag 31 januari 2014 met [slachtoffer] heeft getongzoend in Maarssen. Op enig moment zijn ze naar de Haarrijnse Plassen
(de rechtbank begrijpt de Haarrijnse Plassen in de gemeente Utrecht)gereden. Ook daar heeft verdachte met [slachtoffer] getongzoend, haar ontblote borsten en buik betast en over de kleding heen de vagina van [slachtoffer] betast. Verdachte heeft de borsten van [slachtoffer] gekust en op haar tepels gezogen. Ook heeft verdachte verklaard dat [slachtoffer] zijn penis uit zijn broek heeft gehaald en in haar mond heeft genomen. [2] [slachtoffer] heeft op haar beurt verklaard dat zij een keer had afgesproken met verdachte en dat zij toen hebben getongd. [3] Verdachte had haar BH naar boven gedaan en aan haar borsten gevoeld. [4] Ook had hij met zijn tanden in haar borsten gebeten en haar vagina en haar kont aangeraakt. Verdachte wreef met zijn hand over haar slipje en raakte haar kont aan en kneep daarin. Voorts heeft [slachtoffer] verklaard dat zij het geslacht van verdachte uit zijn broek heeft gehaald en zij hem pijpte. [5] Dit was bij de Haarrijnse Plassen gebeurd. [6]
[slachtoffer] is geboren op [2002]. [7] Zij woont in Maarssen. [8] Verdachte woont in Almere. [9]
Verdachte heeft voorts verklaard dat hij een foto van [slachtoffer] heeft gekregen via What’s app waarop haar bovenlijf ontbloot was. [10] Hijzelf heeft een foto van zijn geslachtsdeel aan [slachtoffer] gestuurd. [11] Tot maandag
(de rechtbank begrijpt 3 februari 2014)hadden ze what’s app-contact. [12] [slachtoffer] heeft eveneens verklaard dat zij via de app foto’s heeft gestuurd naar verdachte, waarvan één met haar BH uit. Haar borsten en gezicht zijn op de foto te zien. [13] Van verdachte ontving [slachtoffer] een foto waarop zijn geslachtsdeel met zijn hand er omheen te zien was. Het geslacht van verdachte was stijf. [14]
Ten aanzien van feit 3 en feit 4
Op 11 februari 2014 zijn in de woning van verdachte te Almere goederen in beslag genomen, te weten een computer Dell, een computer Fujitsu Amilo en een Microstar Med. [15] Op de Dell werden 64 kinderpornografische bestanden aangetroffen en 460 dierenpornografische bestanden. Op de Fujitsu Amilo werden 6 kinderpornografische bestanden aangetroffen en één dierenpornografisch bestand. Op de Microstar Med werden 17 kinderpornografische bestanden aangetroffen en 6 dierenpornografische bestanden. [16]
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat de verdenking ten aanzien van de dierenpornografie en kinderpornografie klopt. [17] Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen heeft bekeken. [18] Hij had de afbeeldingen in zijn bezit. Ook de aangetroffen dierenpornografie heeft verdachte opgezocht en bekeken. [19]
Op de 87 kinderpornografische afbeeldingen zijn seksuele gedragingen zichtbaar, waarbij personen zijn betrokken die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt.
Het gaat hierbij om afbeeldingen waarop het volgende te zien is:
- het oraal en vaginaal penetreren met de penis van het lichaam van een minderjarige;
- het betasten /aanraken van de geslachtsdelen en borsten met de penis en/of mond/tong en/of vinger/hand van een minderjarige;
- het betasten/aanraken van de geslachtsdelen en borsten met de vinger/hand en/of mond/tong door een minderjarige;
- het betasten/aanraken van de geslachtsdelen van een dier door een minderjarige
- het geheel en gedeeltelijk naakt poseren door minderjarigen, met de nadruk op geslachtsdelen/borsten en billen;
- het houden van een penis dicht bij het lichaam van een minderjarige. [20]
Op 465 dierenpornografische afbeeldingen zijn ontuchtige handelingen zichtbaar, waarbij mens en dier zijn betrokken. Het gaat hierbij om afbeeldingen waarop het volgende te zien is:
- het door een dier oraal, vaginaal en anaal penetreren van een minderjarige;
- het door een dier bij een minderjarige likken van de geslachtsdelen en borsten;
- het door een meerderjarige bij een dier likken van de geslachtsdelen;
- het door een meerderjarige bij een dier betasten/aanraken van de geslachtsdelen. [21]
Ten aanzien van feit 6
Op 11 februari 2014 vond een doorzoeking plaats te Almere. [22] Tijdens de doorzoeking werd een busje pepperspray in beslag genomen. [23] Dit gasbusje is een voorwerp, bestemd voor het treffen van personen met een weerloosmakende en/of traanverwekkende stof en is een wapen in de zin van artikel 2 lid 1 categorie II onder 6 van de Wet wapens en munitie. [24] Verdachte heeft verklaard dat hij het busje pepperspray een half jaar of een jaar had. [25]
Alle hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden worden slechts gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop deze blijkens de inhoud kennelijk betrekking hebben.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
Primair
hij op 31 januari 2014 te Maarssen en/of gemeente Utrecht, met [slachtoffer], geboren op [2002], die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die (telkens) hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft verdachte, (telkens) (meermalen)
- de borsten van die [slachtoffer] betast en gestreeld en
- aan de borsten en tepels van die [slachtoffer] gezogen en in die borsten gebeten en
- de billen en buik en met kleding bedekte vagina van die [slachtoffer] betast en
- zijn, verdachtes, tong in de mond van die [slachtoffer] gebracht, gehouden en bewogen, en
- die [slachtoffer] zijn penis in de mond laten nemen en zich door die [slachtoffer] laten pijpen;
2.
in of omstreeks de periode van 31januari 2014 tot en met 1 februari 2014 te Almere en/of in Nederland, een afbeelding heeft verworven en in bezit gehad, terwijl op die afbeelding een seksuele gedraging zichtbaar is, waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde afgebeelde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
de minderjarige [slachtoffer] geboren op [2002] die zich heeft uitgekleed en naakt poseert, waarbij haar ontblote borsten nadrukkelijk in beeld worden gebracht, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
3.
op 11 februari 2014 te Almere, zevenentachtig (87) afbeeldingen, en gegevensdragers, te weten onder andere een computer merk Microstar, type Med en één laptop merk Dell, bevattende afbeeldingen - in bezit gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en vaginaal penetreren met de penis van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de penis en/of (een) vinger/hand en/of de mond/tong
en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en de borsten van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met (een) vinger/hand en de mond/tong
en
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een dier
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren met (een) voorwerp(en) en/of in (een) erotisch getinte houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose en de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en
het houden van een penis bij het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt.
4.
op 11 februari 2014 te Almere, gegevensdragers bevattende
465 afbeeldingen, in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen ontuchtige handelingen zichtbaar zijn waarbij een mens en een dier zijn betrokken, welke ontuchtige handelingen bestonden uit
- het door een dier oraal en vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon en
- het door een dier likken aan de geslachtsdelen en borsten van een persoon en
- het door een persoon betasten en/of aanraken en het likken aan de geslachtsdelen van een persoon;
5.
in de periode van 31 januari 2014 tot en met 6 februari 2014 in Nederland, een afbeelding
van een gedraging, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen
beneden de zestien jaar, heeft verstrekt aan de minderjarige [slachtoffer] geboren op [2002]
, te weten een foto van zijn, verdachtes, geslachtsdeel in erecte toestand met zijn hand er omheen, terwijl verdachte wist, althans redelijkerwijs diende te vermoeden, dat die [slachtoffer] jonger is dan zestien jaar;
6.
op 11 februari 2014 te Almere een busje pepperspray, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met weerloosmakende en/of traanverwekkende stof van de categorie II, onder 6°, voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar als
Feit 1 primair: Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Feit 2 en 3: Telkens, een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.
Feit 4: Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, in bezit hebben.
Feit 5: Een voorwerp, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, vertonen aan een minderjarige van wie de dader redelijkerwijs moest vermoeden, dat deze jonger is dan zestien jaar.
Feit 6: Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

De rechtbank heeft kennis genomen van het Pro Justitia Rapport van 27 mei 2014 van mr. drs. R.A. Sterk, psycholoog. In dit rapport wordt – onder meer – geconstateerd dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis in de vorm van een obsessief-compulsieve stoornis, waarbij dwanggedachten rond seksualiteit op de voorgrond staan. Hiervan was sprake ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten. Dit beïnvloedde de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte ten tijde van het ten laste gelegde. Geadviseerd wordt om verdachte voor de onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde feiten, indien bewezen, enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
De rechtbank neemt voornoemde conclusies over en maakt die tot de hare. Overeenkomstig de inhoud van het rapport kan niet worden gezegd dat verdachte niet strafbaar is. Er zijn geen andere omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem onder 1 primair, 2, 3, 4, en 5 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaren. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd de volgende bijzondere voorwaarden aan verdachte op te leggen:
- dat verdachte zich binnen een werkdag volgend op de datum van het onherroepelijk worden van het vonnis moet melden bij Reclassering Nederland op het adres De Meent 4, Lelystad. Hierna moet verdachte zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- dat verdachte zich verplicht laat behandelen in een forensisch ambulante behandelinstelling, zoals De Waag;
- dat verdachte geen contact mag (laten) leggen met [slachtoffer] en haar familie, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte op te leggen die minder, dan wel gelijk is aan de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Deze straf zou gecombineerd kunnen worden met een voorwaardelijk strafdeel.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer] die op dat moment nèt twaalf jaar oud was. Deze handelingen bestonden onder meer uit het tongzoenen van [slachtoffer], het betasten en kussen van haar lichaam en het zich laten pijpen door [slachtoffer]. Daarbij heeft verdachte een foto van zijn stijve penis aan [slachtoffer] toegestuurd.
Door het plegen van voornoemde ontuchtige handelingen heeft verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke, geestelijke en seksuele integriteit van het slachtoffer. De ervaring leert dat slachtoffers van seksueel misbruik nog langdurig de psychische en emotionele gevolgen daarvan kunnen ondervinden. Dit wordt ook onderschreven door de schriftelijke verklaring van W. Visser, psychotherapeut van [slachtoffer], waarin staat dat zij PTSS-klachten heeft overgehouden aan het seksuele contact met verdachte. Ook kan een dergelijke vorm van seksueel misbruik een ernstige verstoring van de seksuele ontwikkeling van het slachtoffer opleveren.
Voorts heeft verdachte kinder- en dierenpornografie in zijn bezit gehad. Kinderporno is bijzonder ongewenst, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte moet mede verantwoordelijk worden gehouden voor dit seksueel misbruik van kinderen, omdat hij, door kinderpornografisch materiaal te downloaden en ook aan te bieden, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die kinderporno in hun bezit hebben. Naast het bezit van kinderpornografisch materiaal heeft verdachte ook dierenpornografie in zijn bezit gehad. Voor het vervaardigen van deze afbeeldingen zijn dieren en veelal mensen misbruikt en geëxploiteerd ten behoeve van een onzedelijke behoeftebevrediging van personen. Ook hiervoor geldt dat zolang er mensen zijn die deze afbeeldingen bekijken de vraag daarnaar blijft bestaan en het vervaardigen daarvan wordt bevorderd. De rechtbank neemt het verdachte dan ook zeer kwalijk dat hij door het bekijken en bewaren van kinder- en dierenpornografie de markt in stand heeft gehouden.
Als laatste neemt de rechtbank het verdachte kwalijk dat hij een busje pepperspray voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het feit dat verdachte een blanco strafblad heeft.
De rechtbank heeft voorts rekening gehouden met voornoemd Pro Justitia rapport van 27 mei 2014 van mr. drs. R.A. Sterk, psycholoog. Hieruit volgt dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis in de vorm van een obsessief-compulsieve stoornis, waarbij dwanggedachten rond seksualiteit op de voorgrond staan. Door de deskundige is een verband geconstateerd tussen de psychische problematiek van verdachte en het ten laste gelegde. Tezamen met het feit dat verdachte niet in staat kan worden geacht om zelfstandig verandering te kunnen brengen in de geconstateerde psychische problematiek wordt de kans op herhaling vanuit psychopathologisch perspectief als verhoogd ingeschat. Een behandeling gericht op de obsessief compulsieve stoornis wordt geadviseerd. Een dergelijke behandeling kan bij De Waag, forensisch psychiatrische polikliek in Utrecht worden ondergaan.
De rechtbank houdt bij de strafoplegging voorts rekening met de omstandigheid dat verdachte als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op een reclasseringsadvies d.d. 13 juni 2014, opgemaakt over verdachte. Op de leefgebieden ‘emotioneel welzijn’ en ‘denkpatronen, gedrag en vaardigheden’ ziet de reclassering problemen. De kans op recidive wordt verhoogd ingeschat. De reclassering adviseert om aan verdachte, naast een straf, als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een ambulante behandelverplichting en een contactverbod met [slachtoffer] op te leggen.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij reeds is gestart met zijn behandeling bij De Waag. Hij wordt daartoe door een medewerker van De Waag bezocht op zijn detentieadres. Wanneer verdachte vrij komt, zal hij starten met groepstherapie bij De Waag. Verdachte heeft duidelijk gemaakt dat hij graag geholpen wil worden.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden, met name de ernst van de feiten, een gevangenisstraf passend en geboden is. Niet kan worden volstaan met een andere straf dan met een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank legt aan verdachte een gevangenisstraf op voor de duur van 24 maanden. De rechtbank zal een gedeelte van die straf, te weten een deel van 12 maanden, voorwaardelijk opleggen om te voorkomen dat verdachte zich wederom schuldig zal maken aan dergelijke feiten en om mogelijk te maken dat verdachte zal worden behandeld. De rechtbank zal daarom aan het op te leggen voorwaardelijk strafdeel bijzondere voorwaarden verbinden. Gelet op de verhoogde kans op recidive in relatie tot de gepleegde ontucht, dient er ernstig rekening mee te worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Om die reden zal de rechtbank de proeftijd bepalen op vijf jaren.

9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

9.1
De inhoud van de vordering
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft overeenkomstig artikel 51f van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vordering. De vordering strekt tot vergoeding van geleden schade ten gevolge van de onder 1 primair, 2 en 5 ten laste gelegde feiten, te weten een totaalbedrag van € 3.311,05, bestaande uit € 811,05 betreffende materiële schade en € 2.500,00 betreffende immateriële schade.
9.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van benadeelde partij [slachtoffer] betreffende materiele schade, groot € 811,05 toe te wijzen en het gevorderde schadebedrag betreffende immateriële schade toe te wijzen tot een bedrag van € 1.500,00.
9.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de vordering van benadeelde partij [slachtoffer] te matigen in die zin dat de noodzaak tot het maken van verletkosten voor de vader van [slachtoffer] niet is gebleken daar haar moeder haar telkens begeleid heeft. Ten aanzien van het gevorderde schadebedrag betreffende immateriële schade acht de raadsman het causale verband tussen het gevorderde bedrag en de PTSS onvoldoende aanwezig.
9.4
Het oordeel van de rechtbank
De behandeling van de vordering van [slachtoffer]
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op.
Het is vast komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor onder 1 primair, 2 en 5 bewezen geachte feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 80,00 telefoonkosten, € 210,90 betreffende reiskosten, € 520,15 betreffende verletkosten en € 2.000,00 betreffende immateriële schade. De vordering dient dan ook gematigd te worden tot een bedrag van € 2.811,05, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend vanaf 31 januari 2014.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opgelegd.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24c, 36f, 57, 240a, 240b, 245 en 254a van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 55 van de Wet Wapens en Munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
- Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid
- Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 1 primair: Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Feit 2 en 3: Telkens, een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.
Feit 4: Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, in bezit hebben.
Feit 5: Een voorwerp, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, vertonen aan een minderjarige van wie de dader redelijkerwijs moest vermoeden, dat deze jonger is dan zestien jaar.
Feit 6: Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.
- Verklaart het bewezene strafbaar.
- Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
- Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
24 (vierentwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
- Bepaalt dat een gedeelte, te weten
12 (twaalf) maanden, van deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
- De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van
5 (vijf) jarennavolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
Algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
4. zich na afloop van de detentie binnen twee dagen meldt bij Reclassering Nederland op het adres De Meent 4 te Lelystad. Vervolgens moet hij gedurende de proeftijd onder toezicht en leiding van de Reclassering Nederland blijven en zich naar de door of namens die instelling te geven aanwijzingen gedragen, zo vaak en zo lang als deze instelling dat, gedurende de proeftijd, nodig vindt;
5. zich ambulant laat behandelen bij de polikliniek De Waag of een vergelijkbare instelling, ter beoordeling van de Reclassering, indien en voor zolang als de Reclassering dit noodzakelijk acht. De veroordeelde zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van de polikliniek zullen worden gegeven;
6. geen contact legt of laat leggen met [slachtoffer] en haar familie, zolang de Reclassering dit noodzakelijk acht.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Benadeelde partij
- Wijst de vordering van benadeelde partij [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 2.811,05, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 31 januari 2014 tot aan de dag van de algehele voldoening.
- Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan benadeelde partij voornoemd.
- Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
- Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
- Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer], € 2.811 aan de Staat te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 44 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
- Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.P.H.M. Severeijns, voorzitter, mrs. N.H.J.M. Veldman-Gielen en V. van Dam, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.P. Stapel, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 1 september 2014.
Mr. V. van Dam is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE : De tenlastelegging
1.
Primair
hij op één of meerdere tijdstip(pen) op of omstreeks 31 januari 2014 te
Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, en/of Vleuten/Leidsche Rijn, gemeente
Utrecht, althans in het arrondissement Midden Nederland, met [slachtoffer],
geboren op [2002], die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van
zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd
die (telkens) hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel
binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, (telkens)
(meermalen)
- de borst(en) en/of tepel(s) van die [slachtoffer] betast en/of gestreeld en/of
gekust en/of
- aan de borst(en) en/of tepel(s) van die [slachtoffer] gezogen en/of in die
borst(en) en/of tepel(s) gebeten en/of
- de bil(len) en/of buik en/of (met kleding bedekte) vagina en/of
(met kleding bedekte) schaamstreek van die [slachtoffer] betast en/of
- zijn, verdachtes, tong in de mond van die [slachtoffer] geduwd/gebracht,
gehouden en/of bewogen, en/of
- die [slachtoffer] zijn penis in de mond laten nemen en/of aan zijn penis laten
zuigen en/of zich door die [slachtoffer] laten pijpen;
art 245 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 31 januari 2014 te Maarssen, g
Stichtse Vecht, en/of Vleuten/Leidsche Rijn, gemeente Utrecht althans in het
arrondissement Midden-Nederland, met [slachtoffer], geboren op [2002],
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een
of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig het
(meermalen)
- betasten en/of strelen en/of kussen van de borst(en) en/of tepel(s) van die
[slachtoffer] en/of
- zuigen aan en/of bijten in de borst(en) en/of tepel(s) van die [slachtoffer]
en/of
- betasten van de bil(len) en/of buik en/of (de met kleding) bedekte vagina
en/of (met kleding bedekte) schaamstreek van die [slachtoffer] en/of
- duwen/brengen en/of houden en/of bewegen van zijn, verdachtes, tong in de
mond van die [slachtoffer];
(artikel 247 Wetboek van Strafrecht)
art 247 Wetboek van Strafrecht
2.
Hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31
januari 2014 tot en met 1 februari 2014 te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht,
en/of Almere en/of elders in Nederland,
(telkens) (een) afbeelding(en) - en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende
(een) afbeeldingen heeft vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken
welke voornoemde afgebeelde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven -
bestonden uit:
de minderjarige [slachtoffer] (geboren op [2002]) die zich geheel of
gedeeltelijk heeft uitgekleed en/of (naakt) poseert, waarbij haar (ont)blote
borsten nadrukkelijk in beeld worden gebracht, (waarbij) de afbeelding (aldus)
een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 11 februari 2014 te Almere, in elk geval in Nederland, één
of meermalen (telkens) zevenentachtig (87), althans een (groot aantal)
afbeelding(en), te weten foto('s) en/of video('s) en/of film(s) - en/of (een)
gegevensdrager(s), te weten (onder andere) een computer (merk Microstar, type
Med) en/of twee, althans één, laptop(s) (merk HP type Pavillion en/of merk
Dell), bevattende (een) afbeelding(en) -
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of
vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven
en/of in bezit gehad, en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal penetreren (met de penis) van het lichaam
van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong)
en/of
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een dier
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij
deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of
poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) (eventueel
aanvullen met soort voorwerp) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en)
(op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of
de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de
afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of
borsten en/of billen in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus)
een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt (terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie
zichtbaar is en/of terwijl die perso(o)n(en) de tong uitgestoken houdt/houden)
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)
4.
hij op of omstreeks 11 februari 2014 te Almere, in elk geval in Nederland, een
of meer gegevensdrager(s), te weten een computer (merk Microstar, type Med)
en/of/bevattende
465 foto's, althans een of meer afbeelding(en), (telkens) heeft verspreid
en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of
doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad, terwijl op die
afbeelding(en) ontuchtige handelingen zichtbaar zijn waarbij mens en een dier
zijn betrokken, welke ontuchtige handelingen bestonden uit
- het door een dier oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon en/of
- het door een dier likken aan de geslachtsdelen en/of borsten van een persoon en/of
- het door een persoon betasten en/of aanraken van en/of het likken aan en/of
het in de mond nemen van de geslachtsdelen van een dier,
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
art 254a lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 254a lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 254a lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij in of omstreeks de periode van 31 januari 2014 tot en met 6 februari 2014
te Maarssen, gemeente Stichtse Vecht, althans in Nederland, een afbeelding
van een gedraging, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen
beneden de zestien jaar, heeft verstrekt / aangeboden (namelijk digitaal
verzonden naar een telefoon) aan de minderjarige [slachtoffer] (geboren op [2002]
), te weten een foto van zijn, verdachtes, geslachtsdeel in erecte
toestand (met zijn, verdachtes, hand er omheen), terwijl verdachte wist,
althans redelijkerwijs diende te vermoeden, dat die [slachtoffer] jonger is dan
zestien jaar;
art 240a Wetboek van Strafrecht
6.
hij op of omstreeks 11 februari 2014 te Almere een busje pepperspray, zijnde
een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met (een) giftige en/of
verstikkende en/of weerloosmakende en/of traanverwekkende stof(fen) van de
categorie II, onder 6°, voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 18 augustus 2014.
3.Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1], p. 34.
4.Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1], p. 35.
5.Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2], p. 296.
6.Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2], p. 297.
7.Het geschrift, te weten aan Akte van Geboorte, p. 47.
8.Het proces-verbaal van [verbalisant 3] en [verbalisant 4], p. 32.
9.Het proces-verbaal van aanhouding, p. 348.
10.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 368.
11.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 382.
12.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 361.
13.Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1], p. 36.
14.Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1], p. 37.
15.Het proces-verbaal onderzoek in beslag genomen goed, p. 314.
16.Het proces-verbaal onderzoek in beslag genomen goed, p. 317.
17.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 18 augustus 2014.
18.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 405.
19.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 406.
20.Het proces-verbaal onderzoek in beslag genomen goed, bevattende een collectiescan, p. 321 tot en met 323.
21.Het proces-verbaal onderzoek in beslag genomen goed, bevattende een collectiescan, p. 324.
22.Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 274.
23.Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 276.
24.Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5], p. 339 in combinatie met het proces-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming, p. 529.
25.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 407.