In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, betreft het een kort geding tussen [naam], een standhouder op de bazaar van Multi Bazaar Almere (MBA), en MBA zelf. De kern van het geschil draait om de vraag of MBA [naam] de toegang tot de bazaar en zijn koffiecorner mag ontzeggen, en of MBA zich houdt aan de voorwaarden van de deelnameovereenkomst. De deelnameovereenkomst, die als een huurovereenkomst terzake bedrijfsruimte wordt gekwalificeerd, bevat bepalingen over het alleenrecht van [naam] op de verkoop van bepaalde producten en de verplichtingen van MBA om [naam] ongestoord huurgenot te verschaffen.
De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling, waarbij [naam] vorderingen indiende tegen MBA. Hij eiste onder andere dat MBA hem binnen 24 uur toegang zou verschaffen tot de bazaar en zijn koffiecorner, en dat MBA de inventaris van zijn stand zou terugplaatsen. MBA voerde verweer en stelde dat de Algemene Spelregels, die als algemene voorwaarden worden gekwalificeerd, van toepassing zijn en dat zij het recht heeft om [naam] de toegang te ontzeggen.
De kantonrechter oordeelde dat MBA niet gerechtigd was om [naam] de toegang tot de bazaar te ontzeggen, omdat de Algemene Spelregels geen rechtsgrond bieden voor een marktverbod. Bovendien was MBA niet in het bezit van een geldige titel voor de ontruiming van de koffiecorner van [naam]. De rechter wees de vorderingen van [naam] toe en veroordeelde MBA om binnen 24 uur de toegang en de inventaris te herstellen, en om een dwangsom te betalen voor elke dag dat zij in gebreke bleef. MBA werd ook veroordeeld in de proceskosten.