Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 11 september 2014 in de zaak tussen
[naam 1] B.V., te Zeist, eiseres
de heffingsambtenaar van de gemeente Zeist, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
De rechtbank overweegt dat voor een vergelijking niet noodzakelijk sprake is van geheel identieke, dan wel identiek gelegen panden. Wel dienen verschillen tussen de te waarderen onroerende zaak en de gehanteerde referentieobjecten voldoende verklaard te worden. Zo dient ook inzichtelijk te zijn dat de gehanteerde huurwaarden van de referentieobjecten daadwerkelijk waarden in het economisch verkeer zijn. Aan die randvoorwaarden voldoet de onderbouwing van verweerder niet. Verweerder heeft de huurwaarden van drie van de vier referentieobjecten afgeleid uit de verkoopprijzen (en dus berekend) en vervolgens de kapitalisatiefactor berekend door de verkoopprijzen van de referentieobjecten te delen door de berekende huurwaarden. Bij een dergelijk toepassing van de huurwaardekapitalisatie-methode, waarbij marktgegevens van daadwerkelijk gerealiseerde huren ontbreken, schiet naar het oordeel van de rechtbank de onderbouwing ervan tekort. De gegeven toelichting heeft de rechtbank onvoldoende kunnen overtuigen van de juistheid van de vergelijking en de daaruit voortvloeiende waarde van de onroerende zaak.
Beslissing
- vernietigt de bestreden uitspraak op bezwaar;