ECLI:NL:RBMNE:2014:4322

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 september 2014
Publicatiedatum
19 september 2014
Zaaknummer
3003934 UT VERZ 14-1818
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot aangaan van een vaststellingsovereenkomst in curatelezaak met betrekking tot legitieme portie

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 19 september 2014, is een verzoek ingediend door de curator van de curandus, die om machtiging vroeg voor het aangaan van een vaststellingsovereenkomst. De curandus, geboren in 1967, is gerechtigd tot 1/6e deel van de nalatenschap van zijn moeder, die een testament heeft gemaakt op 31 juli 1975 en dit heeft gewijzigd op 27 maart 1985. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 30 juni 2014, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren. De kantonrechter heeft overwogen dat de legitieme portie van de curandus volgens het oude erfrecht moet worden vastgesteld, aangezien de testamenten onder dat recht zijn gemaakt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de erflaatster in haar testament heeft bepaald dat de curandus niet meer zal verkrijgen dan zijn legitieme portie.

De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat de door verzoeker ingediende stukken, waaronder een uitspraak van het Hof Amsterdam, niet van invloed zijn op de beslissing in deze zaak. Ondanks de overwegingen heeft de kantonrechter besloten de gevraagde machtiging te verlenen, omdat het in het belang van de curandus is dat de woning, die tot de nalatenschap behoort, aan zijn zus wordt toebedeeld. Dit zou de emotionele band van de curandus met de woning behouden en financieel voordelig zijn voor de zus. De beschikking is gegeven door mr. A.A.T. van Rens en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bewindsbureau
kantonrechter
locatie Amersfoort
zaaknummer: 3003934 UT VERZ 14-1818
curatelenummer: 106981

Beschikking van 19 september 2014

inzake het verzoek van

[verzoeker],

wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: verzoeker,
gemachtigde: De Baarnse notarissen Smit Deelen Ligthart, gevestigd te Baarn.
Het verzoek strekt tot machtiging betreffende het vermogen van de curandus:

[curandus],

wonende te [woonplaats],
geboren te [geboorteplaats] op [1967],
hierna te noemen: curandus.
Verzoeker heeft het verzoek gedaan in zijn hoedanigheid van curator.

De procedure

Bij brief van 22 april 2014 is machtiging gevraagd voor het aangaan van een vaststellingsovereenkomst, inhoudende dat curandus in de nalatenschap van zijn moeder gerechtigd is voor 1/6e deel.
Bij brief van 23 mei 2014 heeft de griffier schriftelijk aan gemachtigde bericht dat de kantonrechter voornemens is het verzoek af te wijzen en verzoeker in de gelegenheid gesteld zich mondeling uit te laten over zijn verzoek.
De zaak is behandeld ter zitting van 30 juni 2014. Verschenen zijn verzoeker en gemachtigde. Van het verhandelde ter zitting zijn aantekeningen gemaakt.
Op 28 augustus 2014 is ter griffie een brief van verzoeker, gedateerd 25 augustus 2014, ingekomen.

De overwegingen van de kantonrechter

De kantonrechter overweegt dat de moeder van curandus (hierna te noemen: erflaatster) een testament heeft gemaakt op 31 juli 1975 en dit testament heeft gewijzigd en aangevuld met een testament op 27 maart 1985. Bij het opmaken van de testamenten was derhalve het oude erfrecht van toepassing. In haar laatste testament heeft erflaatster onder andere bepaald dat curandus niet meer uit haar nalatenschap zal verkrijgen dan zijn legitieme portie.
De kantonrechter overweegt verder dat op grond van artikel 4:46 lid 1 Burgerlijk Wetboek bij de uitlegging van een uiterste wilsbeschikking dient te worden gelet op de omstandigheden waaronder de uiterste wil is gemaakt. Tot de hier bedoelde omstandigheden behoort het recht zoals dat gold toen de beschikking werd gemaakt. De kantonrechter is daarom van oordeel dat sprake is van de legitieme portie volgens het oude erfrecht en dat erflaatster aan curandus dus de legitieme portie volgens oud erfrecht heeft toegekend.
De door verzoeker bij brief van 25 augustus 2014 toegezonden kopie van Notamail 192 van 6 augustus 2014, waarin een uitspraak van Hof Amsterdam van 8 juli 2014 wordt samengevat, maakt dit oordeel niet anders. In de casus die door Hof Amsterdam beoordeeld werd, was sprake van een zogenaamde cautio Socini. In onderhavige casus is daarvan geen sprake.
Desondanks zal de kantonrechter de gevraagde machtiging toch verlenen. Ter zitting is namelijk door verzoeker aangegeven dat één van de andere erfgenamen van erflaatster, te weten de zus van curandus, de tot de nalatenschap behorende woning toebedeeld wenst te krijgen. De toedeling van die woning aan de zus van curandus is in het belang van curandus, omdat curandus een emotionele band heeft met de woning en toedeling aan zijn zus tot gevolg heeft dat hij de woning kan blijven bezoeken. Toedeling van de woning aan de zus van curandus is in financieel opzicht gemakkelijker voor de zus als het erfdeel van curandus wordt vastgesteld volgens de regels van het nieuwe erfrecht. Daarbij laat het vermogen van curandus toe dat zijn erfdeel wordt vastgesteld volgens de regels van het nieuwe erfrecht.

De beslissing

De kantonrechter:
verleent machtiging voor het aangaan van een vaststellingsovereenkomst, inhoudende dat curandus in de nalatenschap van zijn moeder gerechtigd is voor 1/6e deel;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.T. van Rens, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 19 september 2014.
Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden na de dag van de uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Het beroepschrift kan uitsluitend door een advocaat worden ingediend..