Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
10 september 2014.
[verdachte],
De getuigeverklaart- kort en zakelijk weergegeven- het navolgende:
[verdachte] is een vriend van mij. Ik was samen met hem. We waren met de auto vertrokken naar Utrecht. We hebben een biertje gedronken in de kroeg. Ik drink zelf niet. Ik ben uiterst verbaasd dat wij zijn aangehouden. Ik heb ook een strafbeschikking ontvangen. Ik ben in verzet gegaan en ik heb er daarna niets meer van gehoord. Ik heb wel een hoorzitting gehad.
Ik vorder vrijspraak, omdat niet bewezen kan worden, dat verdachte heeft deelgenomen aan een samenscholing.
- vrijspraak.
Inhoud van de tenlastelegging.
Beschouwing omtrent het telastegelegde.
-pas sprake als op een openbare plaats groepsgewijs mensen bij elkaar drommen of klitten en daarbij een dreigende houding aannemen of anderszins kenbaar maken dat zij kwade bedoelingen hebben. Maar het enkele zich bevinden in zo’n groep(je) wettigt op zich niet de conclusie dat deel is genomen aan een “samenscholing”. Daarvan kan pas worden gesproken als een voldoende significante bijdrage wordt geleverd aan de (dreigende) ordeverstoring.