Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
- tussen partijen vaststaat dat er ter plaatse geen sprake is van een met seinen beveiligd spoor, maar een spoor dat onderdeel uitmaakt van een voor openbaar verkeer openstaande weg, waarbij “op zicht” moet worden gereden,
- weggebruikers ter plaatse voorrang hebben boven treinen (zie hiervoor),
- de machinist wist dat er ter plaatse wel vaker vrachtwagens stonden (zie diens verklaring),
- de positie van de vrachtauto, die stond geparkeerd tussen het rechter en het linker spoor, kennelijk zodanig was dat de machinist aanleiding had om een inschatting te maken of er voldoende ruimte was,
had de machinist zijn gedrag daarop moeten aanpassen en veiligheidshalve de trein moeten laten stoppen teneinde te kunnen vaststellen of er wel voldoende ruimte was om te passeren, dan wel zekerheidshalve de chauffeur van de vrachtwagen moeten vragen om de vrachtwagen te verplaatsen. Door dat niet te doen heeft de machinist gehandeld in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt en daarmee onrechtmatig jegens Simons gehandeld. DB Schenker is als werkgever van de machinist ex artikel 6:170 BW aansprakelijk voor de dientengevolge door Simons geleden schade.
€ 1.666,29
1.158,00(2,0 punten × tarief € 579,00)
384,00(2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 384,00)