Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Procedure
2.Beoordeling
- [A] heeft vanaf 2006 steeds intensiever contact met curanda, een zus van zijn grootmoeder. Hij heeft een belastingdeskundige aangezocht, omdat dit voor curanda een ‘monnikenwerk’ was geworden. Vanaf 20 april 2007 is mr. [G] opgetreden als belastingadviseur voor curanda.
- In 2007 bleek [A] dat curanda een aan haar toebehorende woning, die zij verhuurde aan een nicht en haar echtgenoot, op 26 april 2006 had verkocht en geleverd aan deze nicht en haar echtgenoot voor een koopsom van € 160,000,-- terwijl de waarde ongeveer € 435.000,-- was. [A] heeft vervolgens[H], advocaat te Bunnik, benaderd en verzocht curanda bij te staan in de procedure tegen haar nicht. In het beslagrekest van 14 november 2007 vermeldt[H] onder meer: ‘
- Bij notariële akte van 30 augustus 2007 verleden door notaris [notaris 2], heeft curanda een algehele volmacht verleend aan [A], welke volmacht zij bij brief van 7 november 2008 heeft herroepen.
- Bij brief van 20 mei 2009 heeft mr. [G] curanda geschreven over zijn werkzaamheden voor haar. Daarin schrijft mr. [G] – onder meer – dat hij op 20 april 2007 een afspraak heeft gemaakt bij curanda thuis en dat de heer [A] daarbij aanwezig was. In de periode daarna heeft hij het overleg over de fiscale zaken van curanda steeds gevoerd met [A], als vertrouwenspersoon van curanda. Toen [A] in november 2007 vroeg om een bespreking over de mogelijkheden om de verschuldigde successiebelasting bij overlijden van curanda te bespreken, ging mr. [G] ervan uit dat [A] dat deed in opdracht van curanda. In die bespreking heeft mr. [G] onder meer als mogelijkheid een huwelijk of een geregistreerd partnerschap geopperd. Hij heeft daarbij ook aangegeven dat een dergelijke keuze met argusogen bekeken zal worden en dat het verstandig zou zijn om – als daarvoor zou worden gekozen – ook andere vertrouwenspersonen dan wel adviseurs erbij te betrekken en voorts een zo groot mogelijke openheid te betrachten.
- Notaris [notaris 2] heeft bij brief van 3 januari 2008 aan curanda bericht dat [A] bij hem op kantoor is geweest om informatie over de mogelijkheid het vermogen van curanda tijdens leven en na overlijden over te dragen aan de heer [A], zijn moeder en broer op een wijze die fiscaal gunstig is. Hij beschrijft verschillende mogelijkheden zoals het opmaken van een testament, het doen van schenkingen, het voeren van een gemeenschappelijke huishouding en verhuur van haar woning. Met betrekking tot het voeren van een gemeenschappelijke huishouding met een notarieel samenlevingscontract is volgens de notaris fiscaal niet zonder meer effectief ‘
- Mr. [H] heeft in zijn brief van 16 januari 2008 aan curanda geschreven over een bespreking op 15 januari 2008. Curanda zou op die bespreking onder meer hebben aangegeven [C](de moeder van [A]) en [A] tot erfgenamen te willen benoemen. Voorts stelt[H] dat de hiervoor vermelde brief van notaris [notaris 2] is besproken en dat er drie mogelijkheden zijn om fiscaal voordeliger te vererven. Een huwelijk in gemeenschap van goederen is fiscaal de meest aantrekkelijke variant. Hij schrijft dat curanda hem heeft verzocht om de formaliteiten omtrent een dergelijk huwelijk te onderzoeken.
- Dr. Fedder, psychiater, ingeschakeld door de huisarts van curanda, heeft op 15 november 2008 aan de huisarts van curanda onder meer geschreven dat curanda niet langer in staat is zorg te dragen voor haar eigen bezittingen en vermogen vanwege partiële zeer ernstige achteruitgang van haar mentale en ook van haar emotionele vermogens. Deze toestand is volgens dr. Fedder – nauwelijks merkbaar voor betrokkenen – zeer waarschijnlijk al langere tijd gaande. Curanda was nog wel redelijk in staat een ‘beschaafd’ decorum op te houden. Toen curanda werd geconfronteerd met een uittreksel uit het bevolkingsregister, waaruit bleek dat zij op 1 juli 2008 in het huwelijk was getreden met [A] reageerde zij volgens dr. Fedder niet passend door vlakjes te zeggen: ‘
- Drs. S.P.C. Groen, klinisch geriater, door de rechtbank als deskundige benoemd, heeft in de rapportage van 23 november 2009 onder meer gesteld dat er bij curanda sprake is van een wat verder gevorderd dementiesyndroom met de diagnose waarschijnlijke morbus Alzheimer met mogelijk in geringere mate ook een vasculaire factor. Volgens drs. Groen zou de ziekte van Alzheimer bij curanda minstens vijf jaar manifest kunnen zijn, waarbij nog wordt aangetekend dat haar bovengemiddelde intelligentie haar waarschijnlijk in staat heeft gesteld in belangrijke mate te compenseren voor haar cognitieve achteruitgang. Het lijkt onwaarschijnlijk volgens drs. Groen dat de vermogens van curanda om in vrijheid – in de zin van niet gehinderd door oordeel- en kritiekstoornis – haar wil te bepalen, op 1 juli 2008 intact waren.
Bij de wijziging van de bepalingen in het BW met betrekking tot onder meer curatele per 1 januari j.l. zijn door de Minister en de Kamers geen aandacht besteed aan de problematiek van het opmaken van een testament door iemand die zijn wil daarvoor niet (meer) kan bepalen.
- Het is [A] die in gang heeft gezet dat adviseurs (notarissen, accountant, advocaat) zich buigen over de mogelijkheid dat hij kan optreden als (enig) erfgenaam en fiscaal zo gunstig mogelijk kan erven.
- Het testament is niet verleden door de vaste notaris van curanda, notaris [notaris 2]. Deze notaris heeft eerder de volmacht opgemaakt. Notaris [notaris 2] heeft curanda ook op 3 januari 2008, een aantal weken vóór het verlijden het testament (29 februari 2008), een brief gestuurd over een gesprek dat hij had gehad met [A]. Dat gesprek ging onder meer over een door curanda op te maken testament waarbij niet alleen [A], maar ook zijn moeder en broer zouden erven.
- Door [A] is een andere notaris ingeschakeld, die verder niet was betrokken bij het opmaken van eerdere notariële aktes voor curanda. Deze notaris was er kennelijk niet van op de hoogte (gesteld) dat er meerdere beoogde erfgenamen waren.
- Deze notaris is bij curanda aan huis gekomen en heeft nog diezelfde dag bij curanda thuis het testament opgemaakt. Een gebruikelijke aanpak voor een situatie als deze is dat de notaris na een eerste gesprek een aantal dagen later nog een tweede gesprek voert om vast te kunnen stellen of de wens van de testateur consistent is. Daarvoor was hier nog meer reden, omdat [A] tevens beoogd enig erfgenaam was, [A] de notaris heeft ingeschakeld en de notaris die dag ook voor het eerst contact had met curanda.
- In eerdere brieven van notaris [notaris 2] en van [H] (3 en 16 januari 2008) was sprake van meerdere erfgenamen, zodat niet begrijpelijk is waarom er op 29 februari 2008 een testament wordt verleden waarin alleen [A] voorkomt.
- Mr. [H] ging er blijkens zijn brief aan curanda van 3 maart 2008, vanuit dat de notaris na het gesprek op 29 februari 2008 op een later tijdstip een testament zou opmaken en verlijden. Hij was er dus niet van op de hoogte dat het testament diezelfde dag was verleden.[H] geeft voorts aan dat het de voorkeur verdient om aan [A] als erfgenaam wel de verplichting op te leggen om een bedrag te voldoen aan zijn moeder en om de twee broers van [A] ook te benoemen tot erfgenaam. Deze suggesties zijn niet verwerkt in het testament.
- Curanda heeft kennelijk op deze brief van [H] niet gereageerd. Dat is onbegrijpelijk als zij nog beschikte over haar mentale vermogens (en deze brief heeft gelezen). Zij had zich dan moeten realiseren dat een paar dagen daarvoor al haar testament was opgemaakt en dat de moeder en broers van [A] daarin niet werden genoemd.
- Evenmin heeft curanda in haar testament laten verwerken dat niet alleen [A], maar ook zijn moeder en broer(s) in het testament werden opgenomen, terwijl dat wel is vermeld in brieven van notaris [notaris 2] en [H] als haar wens. Die brieven had zij kort tevoren ontvangen.
- In dat licht is ook onbegrijpelijk dat curanda heeft geaccepteerd dat een voor haar vreemde notaris van een heel ander kantoor het testament kwam opmaken, in plaats van notaris [notaris 2], die eerder de volmacht voor [A] had opgemaakt en haar ook kort tevoren een brief had gestuurd onder meer over een testament.
3.Beslissing
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (civiele griffie: Postbus 1704, 8901 CA Leeuwarden)door de verzoeker.