In deze zaak heeft de kantonrechter op 29 januari 2014 uitspraak gedaan over het verzoek van [verzoekster] tot ontbinding van haar arbeidsovereenkomst met FNV Formaat. [Verzoekster], die sinds 1 november 2001 in dienst was, werd boventallig verklaard vanwege een reorganisatie. FNV Formaat had een Sociaal Plan opgesteld waarin een onderscheid werd gemaakt tussen leden en niet-leden van de vakbond FNV Bondgenoten. Dit leidde tot een lagere ontslagvergoeding voor niet-leden, wat [verzoekster] als onbillijk beschouwde. Ze verzocht de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op basis van de kantonrechtersformule, waarbij ze stelde dat de C-factor op 1 moest worden gesteld.
FNV Formaat voerde verweer en vroeg zelf ook om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, met toepassing van het Sociaal Plan. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een bedrijfseconomische noodzaak tot reorganisatie en dat er geen opzegverbod bestond. De rechter stelde vast dat het Sociaal Plan in dit geval leidde tot een evident onbillijke uitkomst voor [verzoekster], die het langst in dienst was en daardoor onevenredig zwaar werd getroffen door de maximering van de ontslagvergoeding.
De kantonrechter besloot om de arbeidsovereenkomst te ontbinden met ingang van 1 maart 2014 en kende [verzoekster] een vergoeding toe van € 34.049,36 bruto, gelijk aan de vergoeding die zij zou hebben ontvangen als zij lid van FNV Bondgenoten was geweest. De proceskosten werden gecompenseerd, en beide partijen kregen de gelegenheid om hun verzoeken in te trekken. Deze beschikking werd uitgesproken in het openbaar door mr. K.G.F. van der Kraats, kantonrechter.