Uitspraak
zaaknummer: UTR 13/3903
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 januari 2014 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats ] , eiser (gemachtigde: A. Oosters),
Procesverloop
Overwegingen
€164.500,-.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 16 januari 2014 uitspraak gedaan in een geschil over de vaststelling van de WOZ-waarde van een woning. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde A. Oosters, had bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar van de Gemeente [gemeente] vastgestelde waarde van € 196.000,- voor het belastingjaar 2013, welke was gebaseerd op de waardepeildatum van 1 januari 2012. Eiser had de woning in september 2011 gekocht voor € 149.900,- en voerde aan dat de waarde te hoog was vastgesteld. De heffingsambtenaar, vertegenwoordigd door A. Baist, handhaafde de vastgestelde waarde en voerde aan dat de aankoopprijs een vrij-op-naamprijs was, die niet geschikt was om de WOZ-waarde te onderbouwen.
Tijdens de zitting op 9 januari 2014, waar de zaken UTR 13/4244 en UTR 13/3901 ook aan de orde kwamen, werd de waarde van de woning besproken. De rechtbank overwoog dat de heffingsambtenaar aannemelijk moest maken dat de vastgestelde waarde niet hoger was dan de waarde in het economisch verkeer. De rechtbank concludeerde dat de aankoopprijs van eiser, gezien de nabijheid van de waardepeildatum, als aanknopingspunt kon dienen voor de vaststelling van de WOZ-waarde. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar niet voldoende feiten had aangedragen om te stellen dat de aankoopprijs niet de waarde in het economisch verkeer vertegenwoordigde.
Uiteindelijk stelde de rechtbank de WOZ-waarde vast op € 160.000,-, rekening houdend met de kosten koper en de verkoopprijzen van vergelijkbare appartementen in hetzelfde complex. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde de bestreden uitspraak op bezwaar en veroordeelde de heffingsambtenaar in de proceskosten van eiser, die op € 974,- werden begroot. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.