Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser],
[eiseres],
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 14 augustus 2013;
- de op 7 november 2013 ingekomen producties 25 tot en met 32 aan de zijde van [eisers];
- de brief van 19 november 2013 van mr. Conijn met productie 33 aan de zijde van [eisers];
- het proces-verbaal van comparitie van 21 november 2013, dat met instemming van partijen buiten hun aanwezigheid is opgemaakt.
2.De feiten
- De woning is sinds 1994 in bezit en bewoond door verkopers.
- Er zijn verder geen specifieke mededelingen gedaan.
- De woning is in 2 fases gerenoveerd; o.a. keuken en badkamer 2e verdieping.
- Dakbedekking hoofddak volgens opgave 11 jaar oud.
- (…)
- Er zijn verder geen specifieke mededelingen gedaan.
waardering; toevoeging rb.]
van Zeer goed tot Slecht.
ik; toevoeging rb.]
heb de foto’s gezien.
komt; toevoeging rb.]
; het scheuringsbeeld doet dit ook niet vermoeden.
Door een heftige stankontwikkeling in ons huis en het huis van de buren ben ik[de heer [eiser], eiser sub 1; toevoeging rb.]
erachter gekomen dat er onder de grond een zogenaamde ‘septic tank’ aanwezig is. Deze put is inmiddels buiten werking gesteld door de ‘inhoud’ hiervan te laten verwijderen (m.b.v. een tankwagen) en de riolering om te leggen. Ik heb hiervoor aanzienlijke kosten gemaakt. De put zelf is nog aanwezig. In ons telefoongesprek van gistermiddag heb je[de heer [gedaagde 1], gedaagde sub 1; toevoeging rb.]
aangegeven dat je hiervan niet op de hoogte was.
Ten tijde van de bezichtiging en overdracht van het huis was er een scheur aanwezig in de muur van de aanbouw van de keuken. Deze scheur heb ik in 2009 laten repareren. Inmiddels zijn er op dezelfde plek nieuwe scheuren ontstaan. Men vermoedt dat de fundering van de aanbouw niet in orde is. Ik ben voornemens dit te laten onderzoeken door een expert. In ons telefoongesprek van gistermiddag heb je aangegeven dat bekend was dat de aanbouw aan het verzakken was en dat je dit destijds hebt gemeld aan de verkopende makelaar en/of tijdens de uitvoering van de bouwkundige inspectie, in ieder geval voorafgaand aan de verkoop van het huis. Omdat je deze week met vakantie bent heb je voorgesteld om begin volgende week contact op te nemen met de verkopend makelaar om dit te bespreken.
tussen; rb.]
bij de aansluiting tussen de bestaande woning en de uitbouw. Uit onze informatie blijkt dat deze scheuren ca. 2 jaar geleden reeds zijn hersteld, maar nu weer zichtbaar zijn geworden.
en; toevoeging rb.]
het dak zijn eveneens tot op zekere hoogte met de woning verbonden. Feitelijk gedraagt de aanbouw zich derhalve als een soort balkon en rust niet het volledige gewicht van de uitbouw op de ondergrond. Opgemerkt dient te worden dat, hoewel de uitbouw zich nu min of meer als een soort balkon gedraagt, dit ontwerptechnisch niet zo bedacht is.
men; toevoeging rb.]
de zettingen van de uitbouw tot staan brengen door het aanbrengen van een aantal palen naast / onder de aanbouw. Als de woning echter op staal is gefundeerd dan verdient het aanbeveling de aanbouw geheel op palen te funderen en constructief te dilateren van de woning.
“engineering (op regie-basis 1,5 uur)”(productie 13 bij dagvaarding)
.
- Sceptic tank ‘die niet meer goed werkt’ en rechtstreeks lekt in de kruipruimte van de woning (jullie hebben de put leeggezogen)
- Enorme stank
- PVC buizen onder de woning rechtstreeks gekoppeld aan de septic tank
- Diverse jaartallen van de buizen geconstateerd onder de woning variërend van 1996 tot 2004 (…)
- Deze buizen ‘hangen’ boven de oorspronkelijke riolering die oorspronkelijk in dit huis heeft gelegen. (…)”
- Bij navraag klopt het onderstaande (…)
- Wij hebben de pvc buis die aangesloten zat op de lekkende septic tank onderbroken en aangesloten op de bestaande pvc buis die rechtstreeks door de gevel gaat, naar het hoofdriool.
“Engineering conform honorariumopgave”(productie 31 zijdens [eisers]).
3.Het geschil
4.De beoordeling
“een nadere analyse te maken van de oorzaken van de scheurvorming, en het toekomstige zettingsgedrag”. De conclusie in het rapport is:
“In onderhavige situatie had de uitbouw niet op staal gefundeerd mogen worden. De opgetreden zettingen en nog te verwachten zettingen had men op voorhand moeten onderkennen.”
“Bij dit alles is in belangrijke mate mede bepalend (…) in hoeverre de belangen van de verkoper al dan niet zijn geschaad. Als die belangen niet zijn geschaad, zal er niet spoedig voldoende reden zijn de koper een gebrek aan voortvarendheid te verwijten. In dit verband kan de ernst van de tekortkoming meebrengen dat een nalatigheid van de koper hem niet kan worden tegengeworpen.”
“De aanbouw mogelijk in betonnen uitvoering. De aanbouw is als het ware van de oorspronkelijke gevel geknikt (moet zich zetten). Gezien het complete beeld en ook de leeftijd van de woning kan worden geconcludeerd dat er geen problemen (meer) aanwezig zijn.”Daarbij is door [A] aangetekend
“NTB-G”, hetgeen betekent dat het hier om een indruk op basis van inschatting gaat
.Met dit onderzoek heeft [eisers] naar het oordeel van de rechtbank, zoals hierna onder 4.22 nader zal worden toegelicht, ten tijde van het aangaan van de koopovereenkomst aan zijn onderzoeksplicht voldaan. Voor de beoordeling van de vraag of [eisers] in het kader van zijn klachtplicht tijdig en voldoende voortvarend heeft gehandeld, is bepalend hetgeen daarna heeft plaatsgevonden en in hoeverre de belangen van [gedaagden] daarbij al dan niet zijn geschaad.
“dat er aanvullende bouwkundige voorzieningen moeten worden getroffen”.[AA] heeft naar aanleiding daarvan nog tweemaal, in februari 2010 en in september 2010, een advies aan [eisers] uitgebracht. Niet in geschil is dat [A] in ieder geval in februari 2010 heeft aangegeven dat er naar zijn inschatting niets aan de hand was. Dat het advies van[AA] eind 2010 in gelijke – positieve – zin luidde heeft [eisers] weliswaar gesteld, maar deze stelling is niet onderbouwd en is door [gedaagden] ook betwist, zodat dit niet is komen vast te staan. Voorts heeft [eisers] niet, althans onvoldoende betwist dat hij in ieder geval in september 2010 tot de constatering is gekomen dat de aanbouw was verzakt, nu dit uit de destijds door [CC] uitgebrachte offerte blijkt. Daarin is immers expliciet aan
“de verzakking van de uitbouw”gerefereerd. Daarnaast staat vast dat [eisers] medio 2011 [DD] heeft benaderd, blijkens de door [DD] uitgebrachte offerte in verband met
“de situatie met betrekking tot de verzakte funderingsplaat van de aanbouw”. [DD] heeft in haar offerte aangegeven:
“De gewapende funderingsplaat van de aanbouw aan de achterzijde van de, uit 1900 daterende woning aan de [adres] te [woonplaats], is verzakt als gevolg van inklinking van de ondergrond. De aanbouw sluit aan op de onder de keuken gesitueerde kelder. De oorzaak van deze inklinking is waarschijnlijk het onvoldoende verdichten van de ondergrond tijdens de bouw.”De bevindingen en offerte van [DD] hebben er vervolgens toe geleid dat [eisers] zijn rechtsbijstandverzekeraar heeft ingeschakeld en vervolgens opdracht is gegeven voor het onderzoek door[F].
“min of meer het toevallig rusten van de aanbouw op de woning“en (b) moet worden aangenomen dat bij gebreke van maatregelen van een verdere verzakking sprake zal zijn. De conclusie van[F] is immers:
“Ons inziens mag en kan men niet voor de resterende 40 jaar van de technische levensduur van de aanbouw rekenen op min of meer het toevallig rusten van de aanbouw op de woning en dienen maatregelen getroffen te worden om de zettingen tot staan te brengen.”
€ 2.136,05
“fronten met spoelkast (incl kleuraanmaak)”en € 1.150,00 aan arbeidsloon.
“om de zettingen tot staan te brengen”door
“het aanbrengen van een aantal palen naast / onder de aanbouw”.Nu de vordering op dit onderdeel derhalve betrekking heeft op gevolgschade en niet strekt tot vervangende schadevergoeding zal deze bij gebreke van een grondslag (zie r.o. 4.27) worden afgewezen en komt de rechtbank aan bespreking van het verweer van [gedaagden] op dit punt niet toe.
De enkele verklaring dat verkoper niet bekend is met bepaalde feiten of omstandigheden(zoals de verklaring onder 5.4.2.; toevoeging rb.)
houdt geen garantie of vrijwaring in voor koper of verkoper.” Naar het oordeel van de rechtbank brengt deze laatste bepaling met zich mee, dat partijen een eventuele onjuiste voorstelling van zaken op dit punt in de koopovereenkomst hebben verdisconteerd. Met andere woorden, het risico dat achteraf blijkt dat er toch een ondergrondse opslagtank aanwezig is, ligt bij de koper, dus in dit geval bij [eisers] Dit zou alleen dan anders zijn indien tussen partijen vast komt te staan dat [gedaagden] destijds wel bekend was met de aanwezigheid van de septic tank en hij dus in zoverre in artikel 5.4.2. een onjuiste verklaring heeft gedaan en zijn mededelingsplicht heeft geschonden. [gedaagden] heeft dit laatste weersproken.
€ 904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)