Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van 5 maanden;
Rechtbank Midden-Nederland
Op 6 januari 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zitting houdende in Utrecht, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 24 september 2014 samen met een ander een grote hoeveelheid hennep heeft vervoerd. De verdachte, geboren in 1978 in Marokko en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein, werd bijgestaan door raadsman mr. B. Kurvers. Tijdens de zitting op 23 december 2014 heeft de officier van justitie zijn standpunt kenbaar gemaakt, evenals de verdediging, die zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 24 september 2014 op de bijrijdersplaats van een bestelbusje zat, waarin 30,23 kilogram hennep was aangetroffen. De hennep was verpakt in dozen en de verdachte was op de hoogte van de inhoud. De rechtbank achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het opzettelijk vervoeren van deze hoeveelheid hennep, wat in strijd is met de Opiumwet.
Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan en het strafblad van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor drugsgerelateerde feiten. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 5 maanden op, in plaats van de 8 maanden die door de officier van justitie was geëist. Daarnaast werd bepaald dat het in beslag genomen geldbedrag van € 288,20 aan de verdachte werd teruggegeven, terwijl de bewaring van een in beslag genomen Blackberry ten behoeve van de rechthebbende werd gelast.