In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, heeft Achmea Schadeverzekeringen N.V. een negatieve verklaring voor recht gevorderd met betrekking tot de dekking van schade onder een verzekering afgesloten door de gedaagde. De rechtbank heeft op 1 april 2015 vonnis gewezen in een civiele procedure die voortvloeide uit een Franse rechtszaak waarin de gedaagde aansprakelijk was gesteld voor schade. Achmea stelde dat de schade waarvoor de gedaagde aansprakelijk was, niet onder de verzekering viel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde op basis van de polisvoorwaarden niet verzekerd was voor de gevorderde schade door Avenir Déconstruction in de Franse procedure. De rechtbank heeft de primaire vorderingen van Achmea, die betrekking hadden op de aansprakelijkheid van de gedaagde, beoordeeld en geconcludeerd dat de schadeposten geen dekking vonden onder de afgesloten polissen. De rechtbank heeft de vorderingen van Achmea voor het overige afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, waarbij elke partij haar eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en heeft belangrijke implicaties voor de dekking van schade onder verzekeringen in vergelijkbare situaties.