Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 februari 2014,
- het proces-verbaal van comparitie van 26 september 2014,
- de reactie op het proces-verbaal van ASR bij brief van 20 oktober 2014,
- de reactie op het proces-verbaal en de brief van ASR van Holmel bij brief van 31 oktober 2014,
- het faxbericht van ASR van 11 november 2014,
- de antwoordakte van Holmel van 12 november 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- Door langdurig lekken van een mengsel van verbrand en onverbrand gas naar de carterruimte ten gevolge van speling tussen zuiger en cilinderwand, zijn de condities voor ontbranding in de carterruimte aanwezig.
- Zeer hoge wrijving, leidend tot hogere temperaturen (hotspots) die het gas kunnen doen ontbranden.
- De ontluchtingsslang – die de oliedampen via een oliefilter terugvoert naar het luchtinlaatfilter – is gesprongen op de plaats vóór het oliefilter en de hieruit weggeperste olie heeft zelfs het plafond bereikt. Dit kan alleen maar onder zeer hoge druk zijn gebeurd.
- Als het gat in het carterhuis er was geweest vóór deze drukgolf optrad, dan was de opgebouwde druk via deze opening weggevloeid en had er geen of nauwelijks drukopbouw in de ontluchtingsslang kunnen plaatsvinden.
Conclusies
2.842,00(2 punt × tarief € 1.421,00)