ECLI:NL:RBMNE:2015:2792

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 april 2015
Publicatiedatum
23 april 2015
Zaaknummer
4058328 UT VERZ 15-8483
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzingen voor vereffenaar in nalatenschap met internationale vordering

In deze zaak heeft de door de rechtbank benoemde vereffenaar, mr. J.J.A.M. Tielemans-Buisman, de kantonrechter verzocht om aanwijzingen op grond van artikel 4:210 BW. Dit verzoek is gedaan in het kader van een vordering die in de Verenigde Staten is ingesteld tegen de nalatenschap, waarbij een schadevergoeding van meer dan $ 2.100.000,-- wordt geëist. De vereffenaar heeft aangegeven dat de waarde van de vermogensbestanddelen in de VS nog onduidelijk is, maar dat het mogelijk om een substantiële waarde gaat. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er een gegronde reden is om verweer te voeren tegen deze vordering, gezien de mogelijke gevolgen voor de nalatenschap en de substantiële kosten die verbonden zijn aan het voeren van verweer.

De kantonrechter heeft de vereffenaar de aanwijzing gegeven om verweer te voeren tegen de vordering in de VS, en om af te zien van het aansprakelijk stellen van de echtgenote van de eiser. De vereffenaar moet een advocaat in de VS inschakelen om het verweer te voeren en moet op basis van het advies van deze advocaat bepalen hoe het verweer zal worden ingericht. De kantonrechter heeft benadrukt dat het aan de vereffenaar is om de juiste keuzes te maken met betrekking tot de kosten en de kans op succes van het verweer.

De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken op 21 april 2015, en de aanwijzingen zijn gegeven om de vereffenaar te helpen bij het navigeren door de complexe juridische situatie die voortvloeit uit de internationale vordering.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Familierecht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 4058328 UT VERZ 15-8483 RHM/1527
Beschikking van 21 april 2015
inzake het verzoek van
mr. J.J.A.M. Tielemans-Buisman,werkzaam bij
Hermans Schuttevaer notarissen,
gevestigd te Utrecht,
verder te noemen verzoeker.
Verzoeker heeft het verzoek gedaan in haar hoedanigheid van door de rechtbank benoemde vereffenaar in de nalatenschap van:
[erflater],geboren te Amsterdam op [1936], overleden te [woonplaats] op 11 december 2013, laatst gewoond hebbende te [woonplaats].

1.De procedure

Verzoeker heeft bij e-mailbericht van 21 april 2015 gevraagd om aanwijzingen van de kantonrechter op grond van artikel 4:210 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

2.De overwegingen van de kantonrechter

2.1.
Uit de stukken blijkt dat er in de Verenigde Staten (VS) door [eiser], verder te noemen eiser, een vordering is ingesteld tot veroordeling van de nalatenschap tot betaling van schadevergoeding ten bedrage van $ 2.187.798,02, . Eiser stelt zich op het standpunt dat erflater misbruik heeft gemaakt van een aan erflater verleende volmacht.
2.2.
Tot de nalatenschap behoren vermogensbestanddelen in de VS. De waarde hiervan is op dit moment onduidelijk, maar kan in totaal om een substantiële waarde gaan.
2.3.
Verzoeker is van mening dat tegen voormelde claim verweer moet worden gevoerd, omdat zonder verweer het risico is dat de claim wordt toegewezen. In dat geval zijn in ieder geval de Amerikaanse vermogensbestanddelen vatbaar voor verhaal van die toegewezen claim.
Verzoeker stelt voor om het verweer op formele gronden te voeren, namelijk op het enkel toepasselijk zijn van Nederlands recht, de niet-ontvankelijkheid van de eiser en eventueel de reikwijdte van de algehele Nederlandse volmacht. Verzoeker heeft dit uiteengezet in haar e-mailbericht van 21 april 2015.
Verzoeker vraagt ook een aanwijzing dat vooralsnog geen aansprakelijkheidsstelling wordt ingezet gericht aan de erfgenamen.
Voorts vraagt verzoeker een aanwijzing inhoudende dat eiser in de proceskosten wordt veroordeeld voor zover dat mogelijk is op basis van het formele verweer.
Tot slot wordt gevraagd om aanwijzing te geven dat de engagement letter op basis waarvan de advocaten in Amerika verweer kunnen voeren door verzoeker kan worden getekend.
2.4.
Op grond van artikel 4:210 lid 1 BW kan de vereffenaar de kantonrechter verzoeken om een aanwijzing te geven indien er sprake is van een gegronde reden. De gevraagde aanwijzingen hebben betrekking op het al dan niet te voeren van verweer tegen het in rechte vaststellen van substantiële vordering op de nalatenschap, die wordt betwist. De toewijzing van die vordering zou grote gevolgen kunnen hebben voor de nalatenschap. Daarnaast zijn aan het voeren van verweer substantiële kosten zijn verbonden die ten laste van de nalatenschap komen. De kantonrechter oordeelt daarom dat er sprake is van een gegronde reden voor het geven van één of meer aanwijzingen.
2.5.
Uit de door verzoeker verstrekte informatie, waaronder een advies van een door verzoeker ingeschakelde advocaat in de VS, blijkt dat het niet voeren van verweer er in beginsel toe zal leiden dat de vordering zal worden toegewezen, waarna de eiser – in ieder geval – verhaal zou kunnen zoeken op de tot de nalatenschap behorende vermogensbestanddelen in de VS. Dat betekent dat de kantonrechter ermee kan instemmen dat ten laste van de nalatenschap verweer wordt gevoerd in de VS tegen de vermelde claim. Die aanwijzing zal de kantonrechter dan ook geven.
Het is dan aan verzoeker om vervolgens die handelingen te verrichten die nodig zijn om deze aanwijzing uit te voeren, zoals het geven van een opdracht aan de reeds ingeschakelde advocaat in de VS om verweer te gaan voeren namens de nalatenschap. Het is verder aan verzoeker om mede op basis van het advies van de advocaat in de VS te bepalen wat de juiste wijze van verweer zal zijn. De kantonrechter kan zich daarbij voorstellen dat het voeren van een verweer op meer formele gronden (de onbevoegdheid van de rechter in de VS, niet-ontvankelijkheid van de eiser, nu de betreffende schade geen rechtstreekse schade van hemzelf betreft, en eventueel de reikwijdte van de door eiser aan erflater afgegeven volmacht) aangewezen is om de kosten die nu al substantieel zijn enigszins te beperken mede in het licht van de onduidelijkheid van de waarde van de in de VS aanwezige boedelbestanddelen.
Verzoeker heeft voorts een aanwijzing verzocht ten aanzien van het voornemen om de advocaat in de VS geen opdracht te geven om bij de rechtbank in de VS de dochter van erflater, tevens echtgenote van eiser, aansprakelijk te stellen eventueel samen met de andere erfgename van erflater die hier in Nederland woont, voor eventuele onrechtmatige daden als (voormalige) executeurs/vereffenaars van de nalatenschap. Gezien de kosten van juridische bijstand die daaraan zullen zijn verbonden, het feit dat het primaire verweer zal zijn dat de rechter in de VS niet bevoegd is en de onduidelijkheid over de eventuele aansprakelijkheid van de voormalige executeurs/vereffenaars komt die keuze de kantonrechter juist voor, zodat ook daarvoor een aanwijzing zal worden gegeven. Het betreft hier immers de keuze om die procedure niet in te stellen.
Dat in de VS zo mogelijk zal worden getracht om de kosten die moeten worden gemaakt op eiser te verhalen, ligt voor de hand. Daarbij zal verzoeker een afweging moeten maken tussen de extra kosten die daarvoor moeten worden gemaakt, het de kans op succes en de hoogte van het te claimen bedrag. Het is aan verzoeker om dat verder in te vullen.
2.6.
Uit het voorgaande volgt dat de kantonrechter verzoeker de volgende aanwijzingen geeft:
  • Verzoeker dient een advocaat opdracht te geven tot het voeren van verweer tegen de vordering van de heer [eiser] ingesteld bij een rechterlijke instantie in de VS en op basis van het advies van die advocaat te bepalen op welke wijze dat verweer vervolgens zal worden ingericht, mede gezien de kosten van juridische bijstand.
  • De opdracht aan de betreffende advocaat betreft niet het aansprakelijk stellen van de echtgenote van [eiser] en eventueel de andere erfgenaam voor onrechtmatig handelen als executeur/vereffenaar van de nalatenschap.

3.De beslissing

De kantonrechter geeft aan verzoeker de aanwijzing zoals hiervoor onder 2.6 is vermeld.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.T. van Rens, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 21 april 2015.