ECLI:NL:RBMNE:2015:2856

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 april 2015
Publicatiedatum
24 april 2015
Zaaknummer
16.701492-14 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en kinderporno: strafzaak tegen verdachte voor uitbuiting van minderjarige en vervaardigen van kinderpornografisch materiaal

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 april 2015 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel en het vervaardigen van kinderporno. De verdachte heeft een wezenlijke bijdrage geleverd aan het ertoe brengen dat een minderjarig meisje zich beschikbaar stelde voor prostitutie door het maken van seksadvertenties en foto's. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, in de periode van 1 mei 2013 tot en met 7 juli 2013, samen met anderen handelingen heeft verricht die gericht waren op de uitbuiting van het slachtoffer, dat op dat moment nog geen 18 jaar oud was. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 46 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, en daarnaast een werkstraf van 240 uur. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer als geloofwaardig en betrouwbaar aangemerkt, en deze werden ondersteund door verklaringen van medeverdachten en objectieve gegevens. De verdachte is vrijgesproken van enkele andere tenlasteleggingen, omdat er onvoldoende bewijs was voor medeplegen en andere beschuldigingen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, vooral gezien de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de impact van de gepleegde feiten op haar welzijn.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Lelystad
Parketnummer: 16.701492-14 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 24 april 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1991] te [geboorteplaats],
wonende [adres].

1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen, laatstelijk plaatsgevonden op 1, 2 en 13 april 2015. De verdachte is ter terechtzitting van 1 en 2 april 2015 verschenen, telkens bijgestaan door mr. T.S.S. Overes, advocaat te Almere.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. C.P.D. van Kleef en van de standpunten door de raadsvrouw van verdachte naar voren gebracht.

2.DE TENLASTELEGGING

De verdachte is, na een wijziging tenlastelegging d.d. 8 december 2014, ten laste gelegd dat:
1.
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 mei 2013 tot en met 07 juli 2013 te Almere en/of Lelystad en/of Winterswijk en/of Hengelo en/of Almelo en/of Zwolle en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal (telkens),
een ander, te weten [slachtoffer] (geboren op [1995])
(sub 2)
heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer], terwijl deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en /of
(sub 5)
die [slachtoffer] ertoe heeft/hebben gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling
dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en/of
(sub 8)
opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit seksuele handelingen van die ander, te weten die [slachtoffer], met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
  • tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij geld kon verdienen door dates met mannen te hebben en/of
  • die [slachtoffer] opgehaald bij haar verblijfadres en/of haar per auto en/of trein en/of taxi verder door Nederland vervoerd en/of
  • die [slachtoffer] enige tijd laten verblijven in een of meer woning(en) en/of een of meer hotel(s)) en/of
  • aan die [slachtoffer] de gelegenheid geboden in een of meer woning(en) en/of hotel(s) prostitutie te bedrijven en/of
  • aan die [slachtoffer] (een) werktelefoon(s) en/of instructies gegeven hoe prostitutie te bedrijven en/of
  • advertenties betrekking hebbende op die [slachtoffer] op de site kinky.nl geplaatst en/of
  • die [slachtoffer] drugs gegeven en/of
  • die [slachtoffer] bedreigd en/of mishandeld en/of zich agressief tegen die [slachtoffer] gedragen en/of tegen haar geschreeuwd en/of
  • alle, althans een (groot) deel van die prostitutieverdiensten van die [slachtoffer] afgepakt en/of aan hem/hun, verdachte en/of zijn mededader(s), laten afgeven door die [slachtoffer];
2.
zij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 mei 2013 tot en met 03 juni 2014 te Almere en/of Lelystad en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging een ander of anderen, althans alleen
één of meermalen (telkens)
een of meer, althans een (groot) (aantal) afbeelding(en), te weten een of meer foto's
en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende een of meer (een) afbeelding(en) (één of meer smartphone(s) en/of mobiele telefoon(s) met onder andere ook een film- en/of fotofunctie)
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit gehad,
en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt (te weten [slachtoffer] geboren op [1995]), was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt,
waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) (die niet bij haar/hun leeftijd past/passen) en/of door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;

3.DE VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN

Het standpunt van de officier van justitie
Feit 1.
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte van de ten laste gelegde varianten van sub 2 en 8, vrij te spreken.
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen in de ten laste gelegde variant van sub 5. Daarbij is er sprake van medeplegen.
De officier van justitie acht de verklaring van aangeefster geloofwaardig en betrouwbaar, aangezien deze wordt ondersteund door verklaringen van medeverdachten en objectieve en verifieerbare gegevens.
Verdachte heeft bewust met anderen samengewerkt en aangeefster in haar woning laten verblijven waar aangeefster klanten heeft ontvangen en verdachte seksueel getinte foto’s heeft gemaakt van aangeefster.
Feit 2.
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen in de varianten van vervaardigen en verspreiden van kinderpornografische foto’s van de toen minderjarige aangeefster.
Het standpunt van de verdediging
Feit 1.
De raadsvrouw heeft vrijspraak van het ten laste gelegde bepleit, aangezien er geen sprake van het voor medeplegen vereiste van bewuste en nauwe samenwerking. Verdachte wist immers niet dat aangeefster prostitutiewerkzaamheden vanuit verdachtes woning heeft verricht. Daarbij komt dat er geen sprake was van een oogmerk tot uitbuiting. Verdachte heeft eveneens geen handelingen verricht waardoor aangeefster zich beschikbaar zou stellen als prostituee dan wel daartoe opzet of schuld gehad. Voorts heeft verdachte geen voordeel getrokken uit de door aangeefster verrichte seksuele handelingen.
Bij dit alles komt dat de verklaringen van aangeefster wisselend zijn omtrent de rol van verdachte en op die punten onbetrouwbaar zijn.
Feit 2.
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank omtrent de bewezenverklaring van één afbeelding, aangezien verdachte heeft bekend dat zij een afbeelding van aangeefster heeft verstuurd aan een ander.
Het oordeel van de rechtbank [1]
Algemeen
Het ten laste gelegde artikel 273f, eerste lid, sub 2, 5 en 8 van het Wetboek van Strafrecht ziet op de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting door anderen en op het profiteren daarvan. Een minderjarige op enigerlei faciliteren tot een rol in de prostitutie is strafbaar, onafhankelijk van de wil van de minderjarige. Hierbij is niet van belang of een verdachte bekend is met de minderjarigheid van het slachtoffer, aangezien de minderjarigheid een geobjectiveerd bestanddeel is. Door het tewerkstellen van minderjarigen in de prostitutie is er in het algemeen sprake van een grote inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de minderjarige.
Betrouwbaarheid van [slachtoffer]
In mensenhandel zaken waarin de verdachte ontkent, is met name de verklaring van aangeefster een belangrijk bewijsmiddel. De rechtbank ziet zich allereerst voor de vraag geplaatst of de verklaringen van [slachtoffer] (hierna ook: [slachtoffer]) voor het bewijs gebezigd kunnen worden.
[slachtoffer] heeft in het informatief gesprek zeden van 7 november 2013 het volgende verklaard.
[slachtoffer] geeft aan dat zij toen zij 17 jaar oud was, werd gevraagd om te daten met mannen voor veel geld. Het zou niet gaan om seks. Tijdens de eerste date werd de man boos op [slachtoffer], omdat zij geen seks wilde. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] praatten op [slachtoffer] in, zodat zij dates met mannen zou hebben en daarbij seks had. Als [slachtoffer] dat niet deed zouden [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] foto’s van [slachtoffer] in lingerie, die [medeverdachte 1] had gemaakt, verspreiden.
In een hotel in Hengelo had ze voor het eerst dates met seks. Er waren drie BlackBerry mobiele telefoons. [slachtoffer] nam zelf de telefoon aan om afspraken te maken met klanten onder verschillende namen. Volgens de eerste afspraak zou [slachtoffer] de helft van het verdiende geld krijgen. [slachtoffer] vroeg
€ 100,00 voor een half uur en € 150,00 euro voor één uur. [2] [slachtoffer] weet niet meer hoeveel dates zij heeft gehad, omdat het niet meer te tellen was. [3]
Op 4 maart 2014 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan [4] en heeft het volgende verklaard.
Via Facebook is contact ontstaan tussen [slachtoffer] en [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] begon over het daten met mannen, maar geen seks. Ook op navraag van [slachtoffer] schrijft [medeverdachte 1] dat het enkel ging om daten. [medeverdachte 1] haalde [slachtoffer] op en [medeverdachte 2] was er ook bij. Een onbekende was de chauffeur van de auto. [5] [slachtoffer] kreeg een BlackBerry telefoon en werd gewezen waar zij moest zijn. Bij de eerste man bleek dat [slachtoffer] seks moest hebben met de man. Dit heeft zij niet gedaan. [6]
Ongeveer een week later werd [slachtoffer] opgehaald door [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en gingen zij naar het [naam] hotel in Hengelo. [medeverdachte 1] had een kamer gereserveerd op zijn naam. De eerste avond op de hotelkamer gebruikte [slachtoffer] drank en drugs. [7] De dag erna ging [medeverdachte 2] met [medeverdachte 3] naar Almere. [medeverdachte 1] maakte met de Blackberry van [medeverdachte 2] [8] foto’s van [slachtoffer] in de badkamer van de hotelkamer. Op de foto’s was het hoofd van [slachtoffer] niet zichtbaar en op een aantal foto’s droeg [slachtoffer] ondergoed, maar sommige waren zonder ondergoed. [9] Op aanwijzing van [medeverdachte 1] droeg [slachtoffer] verschillend ondergoed en [medeverdachte 1] droeg [slachtoffer] op hoe zij moest poseren. De foto’s stonden op kinky.nl. [slachtoffer] had geen inlogcode, want die had [medeverdachte 2]. [10] [slachtoffer] zag [medeverdachte 2] wel eens inloggen op de computer. Er waren twee telefoons waarop [slachtoffer] werd gebeld, waarschijnlijk gekoppeld aan twee advertenties. De ene telefoon was voor de naam [bijnaam] en de andere was [bijnaam]. De prijzen bedroegen € 70,00 voor een kwartier, € 100,00 voor een half uur en € 150,00 voor één uur. [11] Beide Blackberry mobiele telefoons waren van [medeverdachte 2] en die kreeg [slachtoffer] toen [medeverdachte 2] alleen weer in het hotel terug kwam. In het hotel heeft [medeverdachte 2] de foto’s erop gezet. [12] Die avond had [slachtoffer] haar eerste klant. [13] [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gaven [slachtoffer] condooms. [14] In Hengelo ontving [slachtoffer] minimaal zes à zeven klanten per dag. De baliemedewerkster sprak [slachtoffer] aan en vanwege de wietlucht mochten zij niet meer in het hotel blijven. [15] Na een week in het hotel in Hengelo ging [slachtoffer] naar haar moeder. Binnen een week vertrok [slachtoffer] bij haar moeder en ging met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar een hotel in Zwolle, waar [slachtoffer] moest werken. Het verdiende geld moest [slachtoffer] aan [medeverdachte 2] geven. [16] [slachtoffer] was ongeveer vijf dagen in Zwolle. [17] Vanuit Zwolle ging [slachtoffer] met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar Almelo. In Almelo verbleef [slachtoffer] ongeveer een week in een [naam] hotel. Daarna ging [slachtoffer] met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar Lelystad. In Lelystad werkte [slachtoffer] een tijdje in de woning van [medeverdachte 4] [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] kwamen iedere dag even langs om te chillen en geld op te halen. [18] Er zijn ook foto’s gemaakt in de woning van [medeverdachte 4] Deze foto’s zijn ook op kinky.nl geplaatst. [19] Vervolgens vertrok [slachtoffer] naar een door [medeverdachte 2] geregeld huurhuis in Winterswijk. In Winterwijk werkte [slachtoffer] ongeveer drieënhalve week ook als prostituee en gaf haar geld aan [medeverdachte 1]. [20]
Op 22 mei 2014 is [slachtoffer] nogmaals gehoord. Deze verklaring bevat het navolgende.
[medeverdachte 2] maakte afspraken met [medeverdachte 4] over het verblijf van [slachtoffer] bij [medeverdachte 4] [medeverdachte 2] betaalde [medeverdachte 4], omdat [slachtoffer] bij [medeverdachte 4] verbleef. [21] Bij [medeverdachte 4] had [slachtoffer] ongeveer 3 klanten per dag. Klanten betaalden € 100,00 per half uur en € 150,00 per uur. [22] [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] kregen de helft van de opbrengsten van [slachtoffer]. [slachtoffer] werkte ook af en toe als escort. [23]
De eerste twee foto’s op de advertentie met de naam “[slachtoffer]” op kinky.nl zijn foto’s van [slachtoffer], gemaakt in de woning van [medeverdachte 4] De foto’s 4 tot en met 9 en 11 tot en met 15 betreffen telkens [slachtoffer]. Deze foto’s zijn gemaakt in juni 2013 en betreffen de eerste gemaakte foto’s. De foto’s 12 tot en met 14 zijn gemaakt door [slachtoffer] zelf en gestuurd naar [medeverdachte 1]. De overige foto’s zijn gemaakt in het hotel [naam] in Hengelo door [medeverdachte 1] met een BlackBerry telefoon. [slachtoffer] werkte onder de naam [slachtoffer]. Die naam was verzonnen door [medeverdachte 2]. [24] De werknaam “[bijnaam]” is ook verzonnen door [medeverdachte 2]. [25] [slachtoffer] heeft wederom verklaard dat zij prostitutiewerkzaamheden verrichtte in Akersloot, Zwolle en Winterswijk. [26]
[slachtoffer] heeft op 3 juli 2014 een derde verklaring [27] afgelegd tegenover de politie. Die verklaring houdt het volgende in.
Toen [slachtoffer] bij [verdachte] in huis werkte, werkte zij onder de naam [bijnaam]. Klanten betaalden € 100,00 voor een half uur en € 150,00 voor één uur. Het geld van de klanten gaf [slachtoffer] aan [medeverdachte 2]. [verdachte] kreeg geld van [medeverdachte 2], omdat [slachtoffer] daar werkte. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] upgraden de seksadvertentie via de telefoon. [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] waren aanwezig toen de foto’s in de woning van [verdachte] zijn gemaakt. [slachtoffer] verbleef in juni 2013 gedurende drie periodes bij [verdachte]. In juni 2013 verbleef [slachtoffer] ook bij [medeverdachte 4] in de woning. [slachtoffer] acht de schatting van ongeveer 195 klanten in de gehele periode juist.
[slachtoffer] heeft tegenover de rechter-commissaris d.d. 30 oktober 2014 het volgende verklaard. [28]
[slachtoffer] werkte in de plaatsen Winterwijk, Hengelo en Almere. [medeverdachte 2] bepaalde voornamelijk waar [slachtoffer] werkte en hij had haar geld. [slachtoffer] gaf het verdiende geld aan [medeverdachte 2] en soms aan [medeverdachte 1]. Per plaats had [slachtoffer] vijf of zes klanten per dag. In Hengelo ontving [slachtoffer] de meeste klanten. In de woning van [verdachte] ontving [slachtoffer] veel klanten en in de woning van [medeverdachte 4] was het rustiger. [medeverdachte 1] maakte de eerste keer in het hotel in Hengelo foto’s van [slachtoffer]. In de woning van [verdachte] zijn door [verdachte] ook foto’s van [slachtoffer] gemaakt. [medeverdachte 2] hield zich bezig met het profiel op de sekssites bijhouden en de foto’s uploaden.
Ondersteunende bewijsmiddelen
Op 7 juni 2013 deed [moeder] melding van vermissing van haar dochter [slachtoffer] geboren op [1995] [29] . [30] Op 17 juni 2013 deed [moeder] aangifte van vermissing. [31]
Op 12 juni 2013 in de morgen is [slachtoffer] aangetroffen en gebracht naar LSG-Rentray. Diezelfde middag is [slachtoffer] weer weggelopen. In die avond is [slachtoffer] in de woning van [medeverdachte 4] aan het Bastion [adres] aangetroffen en weer bij LSG-Rentray afgezet. Daar is zij kort voor middernacht weer weggelopen. [32] Op 14 juli 2013 is [slachtoffer] gevonden en gesloten geplaatst. [33]
Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat [moeder] bij de melding van vermissing op 7 juni 2013 screenshots ter beschikking heeft gesteld. Uit het gesprek tussen [slachtoffer] en [medeverdachte 1] blijkt dat [medeverdachte 1] aan [slachtoffer] vraagt of ze geld wil verdienen. [slachtoffer] laat blijken dat ze voor veel in is, maar niet voor seks. Volgens [medeverdachte 1] gaat het om daten met rijke mannen en dat zij dit weekend tussen de € 400,00 en € 900,00 kunnen verdienen. Nadat [slachtoffer] akkoord gaat schrijft [medeverdachte 1] dat hij onherkenbare sexy foto’s nodig heeft van [slachtoffer], waarvan een paar in lingerie. [34]
Uit de verklaring van [moeder] op 4 maart 2014 blijkt dat [slachtoffer] de beschikking had over de telefoonnummers [telefoonnummer], [telefoonnummer] en [telefoonnummer]. In de periode dat [slachtoffer] weg was heeft [slachtoffer] gebeld met het telefoonnummer [telefoonnummer]. [35]
Op 31 mei 2013 mailde [A], hoofd receptioniste van het Hotel [naam] te Hengelo, dat er een vermoeden was van prostitutie. Op een kamer, geboekt op naam van [medeverdachte 1], verbleven drie personen, te weten twee mannen en een vrouw. De boeking van de kamer was een aantal keren met een dag verlengd en de schoonmaakster zag het meisje bloot of half ontbloot. [36] Uit de hotelgegevens blijken wat betreft het verblijf van [medeverdachte 1] in het hotel twee perioden van boeking, namelijk van 23 mei tot en met 25 mei 2013 en van 26 mei tot en met 1 juni 2013. [37] In de boekingsgegevens is als bijzonderheid vastgelegd dat de hele gang stinkt naar wietlucht en dat er iemand geld gaf aan de deur. [38]
Uit de verklaring van [A], hoofd receptie bij hotel [naam] te Hengelo, blijkt dat in mei 2013 een computer met internet in de lounge van het hotel stond. [39]
Er zijn foto’s gemaakt van het hotel [naam] te Hengelo. [40]
Uit de gegevens van hotel [naam] te Akersloot blijkt dat op naam van [medeverdachte 1] een kamer is geboekt van 4 juni tot 6 juni 2013. [41]
Uit de gegevens van hotel [naam] te Zwolle blijkt dat op naam van [medeverdachte 1] een kamer is geboekt van 18 tot 22 juni 2013. [42]
Uit de gegevens van hotel [naam] te Almelo blijkt dat op naam van [medeverdachte 1] een kamer is geboekt van 22 juni tot 23 juni 2013. [43]
Op 23 juni 2013 omstreeks 2.13 uur zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gecontroleerd in Almelo. [44]
Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat op de Facebookpagina van [medeverdachte 4] post stond vermeld met een zestal foto’s. [45] Uit nader onderzoek blijkt dat de zes afbeeldingen zijn gemaakt op of omstreeks juni of juli 2013. [46] De zesde foto betreft een foto van een jonge vrouw. De vrouw kijkt in de richting van de camera en is gekleed in een roodkleurig pakje, afgezet met witkleurig pluche langs de buste. De vrouw zit met haar benen uit elkaar. Door de positie van de camera en de houding van de vrouw, wordt de nadruk gelegd op de bedekte geslachtsdelen van de vrouw. [47]
[medeverdachte 4] heeft bekend dat zij de hierboven omschreven foto van [slachtoffer] van [verdachte] ontving via WhatsApp. Vervolgens heeft [medeverdachte 4] de foto op haar Facebook geplaatst. [48]
Uit onderzoek blijkt dat de foto’s met het kerstpakje op kinky.nl zijn geplaatst in juni 2013. [49]
Uit gegevens van Midhold B.V. blijkt dat de advertentie op kinky.nl met nummer [nummer] (nickname: [slachtoffer]) is aangemaakt op 3 mei 2013. Van een aantal foto’s die bij deze advertentie zijn geplaatst, bestond het vermoeden dat daarop [slachtoffer] was te zien. Deze foto’s zijn vergeleken met foto’s van de badkamer van de kamer in het hotel [naam] in Hengelo die door [medeverdachte 1] was geboekt. De achtergrond van de foto’s waarop [slachtoffer] zou zijn te zien vertonen gelijkenissen met de inrichting van de badkamer. [50] [slachtoffer] is geconfronteerd met de foto’s van de advertentie [slachtoffer] en heeft verklaard dat zich hieronder foto’s bevinden die [medeverdachte 1] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1]) van haar in de badkamer in het [naam] Hotel in Hengelo heeft gemaakt [51] . Het gaat hier om de foto’s 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11 en 15.
Uit het proces-verbaal van bevindingen kinderporno-onderzoek blijkt dat de foto’s 1, 2, 4 tot en met 9, 11 en 15 zijn geüpload naar kinky.nl toen [slachtoffer] nog minderjarig was. [52]
Uit onderzoek blijkt dat op 3 juni 2013 twee foto’s van [slachtoffer] zijn geüpload op kinky.nl bij de seksadvertentie met de naam “[slachtoffer]”. Deze foto’s zijn vermoedelijk gemaakt in de woning van [verdachte], gelet op overeenkomsten van details op de foto’s die overeenkomen met details in de woning van [verdachte]. [53]
Op de website Sexjobs.nl zijn drie advertenties aangemaakt onder de naam “[bijnaam]”. Op al deze advertenties staan foto’s waarvan is vastgesteld dat [slachtoffer] te zien is in lingerie en in uitdagende poses. Al deze advertenties zijn aangemaakt op 17 juni 2013. [54] Deze foto’s zijn ook geclassificeerd als kinderpornografisch, aangezien deze dezelfde zijn als voren vermelde foto’s op kinky.nl. [55]
Uit onderzoek naar de telefoon van [slachtoffer] blijkt dat haar telefoon zich op 23 mei tot en met 25 mei 2013 te Hengelo bevond. [56] De telefoon van [slachtoffer] bevindt zich van 26 mei tot en met 1 juni 2013 te Hengelo. Van 4 juni tot en met 6 juni bevindt de telefoon van [slachtoffer] zich in Akersloot. [57] Uit de historische verkeersgegevens blijkt voorts dat de telefoon van [slachtoffer] van 8 juni tot en met 12 juni 2013 te Lelystad is. [58] Op 12 juni 2013 werd [slachtoffer] bij [medeverdachte 4] aangetroffen. Verder blijkt dat de telefoon van [slachtoffer] van 18 juni tot en met 22 juni 2013 in Zwolle aanstraalt. Van 22 juni tot en met 23 juni 2013 was [slachtoffer] in Almelo en van 26 juni tot en met 5 juli 2013 in Winterswijk. [59]
De advertenties onder de naam [bijnaam] met de nummers [nummer], [nummer] en [nummer] zijn aangemaakt op 17 juni 2013 en de laatste actie met betrekking tot die advertenties was op 16 juli 2013. Drie foto’s van [slachtoffer] bij deze advertenties zijn ook als kinderpornografisch geclassificeerd, aangezien [slachtoffer] toen nog minderjarig was. Het aanmaken en latere inloggen op de advertenties is gedaan vanaf het IP adres [IP-adres] Dit IP adres blijkt te zijn afgegeven aan [B], te weten de moeder van [medeverdachte 2]. [60]
Uit nader onderzoek blijkt dat er bij de seksadvertentie met nummer [nummer] “[slachtoffer]” nog een drietal foto’s is van [slachtoffer] die alle in juni 2013 zijn geüpload. [61]
[medeverdachte 2] [62] heeft verklaard dat hij [slachtoffer] naar een man bracht om te werken. Een aantal dagen later bracht hij [slachtoffer] naar Hengelo en gaf haar een oud profiel van kinky.nl en een oude mobiele telefoon. Daarna bracht [medeverdachte 2] [slachtoffer] naar [medeverdachte 4] [slachtoffer] ging daarna naar [verdachte]. [slachtoffer] prostitueerde zich in Zwolle en Almelo. Vervolgens ging [slachtoffer] met [medeverdachte 1] naar Winterswijk en daar ging [medeverdachte 2] af en toe langs.
[medeverdachte 1] [63] heeft verklaard dat hij aanwezig was in de tijd dat [slachtoffer] zich prostitueerde. [slachtoffer] maakte de afspraken met mannen zelf. [medeverdachte 1] heeft wel eens een smsje gestuurd naar de sekssite. [medeverdachte 1] was met [slachtoffer] in hotels in de plaatsen Hengelo, Akersloot en Zwolle. [medeverdachte 1] sprak met [slachtoffer] over het daten met mannen voor geld op aanraden van [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] regelde de woning in Winterswijk zodat [slachtoffer] daar kon werken.
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat [slachtoffer] drie dagen bij haar in de woning verbleef in de periode van april/mei 2013. [64]
[verdachte] [65] heeft ter terechtzitting verklaard dat [slachtoffer] bij haar verbleef in juni 2013, dus toen [slachtoffer] nog minderjarig was. Het kan kloppen dat [slachtoffer] de dagen 3, 4, 6, 7 en 13 tot en met 17 juni 2013 bij [verdachte] verbleef. [medeverdachte 2] vroeg [verdachte] of [slachtoffer] bij haar kon blijven. De foto’s van [slachtoffer] ontkent [verdachte] te hebben gemaakt, maar de foto heeft zij wel doorgestuurd naar de moeder van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] [verdachte] heeft tenslotte verklaard dat de foto van [slachtoffer] in het kerstpakje kennelijk is gemaakt in haar slaapkamer.
Conclusie
De rechtbank merkt de verklaringen van [slachtoffer] als geloofwaardig en betrouwbaar aan. Haar verklaringen zijn op belangrijke onderdelen consistent en worden op een groot aantal wezenlijke onderdelen ondersteund door de verklaringen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2], de verklaringen van [verdachte] en [medeverdachte 4] betreffende het verblijf van [slachtoffer] in hun woningen, alsmede door objectief bepaalde en verifieerbare gegevens, zoals onder meer de historische verkeersgegevens, de foto’s die in de badkamer van de hotelkamer in Hengelo zijn gemaakt en vervolgens zijn gebruikt bij de seksadvertentie onder het nummer [nummer] ([slachtoffer]).
De stelling dat [slachtoffer] zich bij het doen van aangifte (mede) heeft laten leiden door de mogelijkheid van het indienen van een vordering tot schadevergoeding -wat daarvan op zichzelf ook zij- doet in het onderhavige geval geen afbreuk aan de betrouwbaarheid van haar verklaring nu haar aangifte wordt gestaafd door andere hierboven vermelde bewijsmiddelen. Dat [slachtoffer] niet vanaf het begin op alle punten volledige openheid van zaken heeft gegeven, geeft de rechtbank evenmin aanleiding om haar verklaringen als onbetrouwbaar dan wel niet geloofwaardig af te doen. Daarbij merkt de rechtbank op dat [slachtoffer] in haar laatste tegenover de politie afgelegde verklaring een afdoende uitleg heeft gegeven over de redenen waarom zij dit niet heeft gedaan. De rechtbank constateert tevens dat [slachtoffer] niet zozeer wisselend heeft verklaard, maar veeleer aanvullend. De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer] als uitgangspunt genomen kunnen worden nu deze worden ondersteund door de hierboven vermelde bewijsmiddelen en de rechtbank ook overigens geen reden heeft om te twijfelen aan de juistheid van haar verklaringen.
Feit 1, sub 5
Uit voornoemde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte begin juni 2013 [slachtoffer] in haar woning heeft laten verblijven. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij in de woning van [verdachte] prostitutiewerkzaamheden heeft verricht. In de periode van het verblijf van [slachtoffer] bij [verdachte] zijn er seksueel getinte foto’s van [slachtoffer] gemaakt die als kinderpornografisch zijn aangemerkt. Voorts is met het telefoonnummer van [verdachte] de seksadvertentie aangemaakt. [66]
Door het maken van foto’s en het aanmaken van seksadvertenties heeft verdachte een wezenlijke bijdrage geleverd aan het ertoe brengen dat [slachtoffer] zich beschikbaar zou stellen voor het verrichten van seksuele handelingen met derden tegen betaling. De rechtbank acht het onder sub 5 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van medeplegen. Er blijkt immers niet dat verdachte wetenschap had dat [slachtoffer] met de betrokkenheid van anderen in de prostitutie werkzaam was.
Feit 1, sub 2 en 8
De rechtbank is, evenals de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om te komen tot een bewezenverklaring van het onder feit 1, sub 2 en 8, ten laste gelegde en zal verdachte daarvan vrijspreken.
Feit 2
Uit voornoemde bewijsmiddelen blijkt dat in de woning van [verdachte] in juni 2013 door [verdachte] foto’s van [slachtoffer] zijn gemaakt die zijn geclassificeerd als kinderpornografisch. Een aantal van deze foto’s is tevens geplaatst bij de seksadvertentie. Ook heeft verdachte een van deze foto’s gestuurd naar de moeder van [medeverdachte 2], hetgeen verdachte heeft bekend.
De rechtbank acht het ten laste gelegde derhalve wettig en overtuigend bewezen zoals deze volgt uit de bewezenverklaring.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
zij op tijdstippen in de periode van 01 mei 2013 tot en met 07 juli 2013 te Almere,
ten aanzien van een ander, te weten [slachtoffer] (geboren op [1995]), handelingen heeft ondernomen waarvan verdachte wist dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
immers heeft verdachte
  • die [slachtoffer] enige tijd laten verblijven in een woning en
  • aan die [slachtoffer] de gelegenheid geboden in een woning prostitutie te bedrijven en
  • advertenties betrekking hebbende op die [slachtoffer] op de site kinky.nl geplaatst;
2.
zij op tijdstippen in de periode van 01 mei 2013 tot en met 03 juni 2014 te Almere,
afbeeldingen, te weten foto's
heeft verspreid en/of vervaardigd en/of in bezit gehad,
terwijl op die afbeeldingen (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt (te weten [slachtoffer], geboren op [1995]), was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven – bestond(en) uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt,
waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in een omgeving en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) op een wijze die niet bij haar leeftijd past) en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling.
Van het onder 1 en 2 meer of anders ten laste gelegde zal verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.

6.KWALIFICATIE

Het bewezene levert op:
Feit 1.
Mensenhandel, gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.
Feit 2.
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID

De feiten en verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.

8.STRAFOPLEGGING

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan een gedeelte van 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit om te volstaan met een staf gelijk aan de duur van het reeds door verdachte ondergane voorarrest.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
Door het maken van foto’s en het aanmaken van seksadvertenties heeft verdachte een wezenlijke bijdrage geleverd aan het ertoe brengen dat een minderjarig meisje zich beschikbaar zou stellen voor het verrichten van prostitutie. Dit is een ernstig feit. Dit feit wordt gekwalificeerd als mensenhandel. Mensenhandel waarbij iemand in de prostitutie wordt gebracht is een vergaande en ontluisterende manier van uitbuiting, waarbij de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer ondergeschikt wordt gemaakt aan de zucht naar geldelijk gewin van de uitbuiters. Dat verdachte daaraan heeft meegewerkt, rekent de rechtbank haar zwaar aan. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dergelijke feiten doorgaans nog lange tijd de psychische gevolgen hiervan ondervinden.
Verdachte heeft zich met haar activiteiten voorts schuldig gemaakt aan het verspreiden, in bezit hebben en vervaardigen van kinderporno.
Bij de beoordeling van de ernst heeft de rechtbank ook rekening gehouden met de verdere omstandigheden waaronder het feit is begaan, waaronder de duur van het feit, de door verdachte verrichte handelingen en de leeftijd en de houding van het slachtoffer.
Op grond van in het bijzonder de ernst van de feiten acht de rechtbank in beginsel oplegging van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van langere duur gerechtvaardigd.
Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met het uittreksel justitiële documentatie
d.d. 11 februari 2015 en met hetgeen verdachte ter zitting heeft verklaard omtrent haar persoonlijke omstandigheden.
Gelet op het feit dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf passend en geboden is uit het oogpunt van vergelding alsmede van preventie. De rechtbank gaat bij de oplegging van een vrijheidsstraf uit van een korte periode waarin verdachte het slachtoffer zich heeft laten prostitueren. Als strafverzwarende factoren weegt de rechtbank zwaar mee dat het een minderjarig en kwetsbaar slachtoffer was van wie verdachte misbruik gemaakt heeft. De rechtbank gaat er van uit dat verdachte is geconfronteerd met het slachtoffer en er geen sprake was van een vooropgezet plan. Verdachte heeft desalniettemin een actieve bijdrage geleverd aan de bewezenverklaarde handelingen. De rechtbank acht het handelen van verdachte bijzonder kwalijk om op dergelijke wijze misbruik te maken van de buiten haar om gecreëerde omstandigheid dat het slachtoffer bij haar thuis kwam.
De rechtbank heeft acht geslagen op een rapport van de Reclassering Nederland d.d. 28 november 2014, opgesteld door I. Kapteijn, reclasseringswerker, waaruit blijkt dat verdachte een kind heeft van één jaar oud. Er is sprake van een borderlinestoornis, waarvoor zij hulp krijgt van De Waag. Er is tevens sprake van agressieregulatieproblematiek. Verdachte staat op een wachtlijst voor EMDR therapie en is gemotiveerd om hulpverlening te ontvangen vanuit ForFact. Geadviseerd is om een deels voorwaardelijke straf op te leggen met een meldplicht en begeleiding/behandeling door ForFact. Een gevangenisstraf acht de reclassering contra-geïndiceerd, gelet op de zorgtaak van verdachte.
De rechtbank zal een deel van de op te leggen vrijheidsstraf voorwaardelijk opleggen om verdachte er in de toekomst van te weerhouden zich wederom schuldig te maken aan enig strafbaar feit, alsmede om de oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals deze zijn geadviseerd mogelijk te maken.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 46 dagen waarvan een gedeelte van 30 dagen voorwaardelijk passend en geboden, met daarnaast een werkstraf voor de duur van 240 uur.

9.DE BENADEELDE PARTIJ

Voor aanvang van de terechtzitting heeft [slachtoffer] – daartoe vertegenwoordigd door mr. A. Koopsen, advocaat te Alkmaar – zich als benadeelde partij in dit geding gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van schade ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit. De hoogte van die schade wordt door de benadeelde partij begroot op een bedrag van € 13.300,00.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd tot toewijzing van de gevorderde materiële schade van € 5.800,00. De officier van justitie heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank omtrent de hoogte van de gevorderde immateriële schade. De officier van justitie heeft voorts gevorderd de vordering hoofdelijk toe te wijzen, met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
Primair heeft de raadsvrouw bepleit de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsvrouw eveneens de niet-ontvankelijkheid bepleit, aangezien de benadeelde partij nimmer geld heeft ontvangen uit de inkomsten van de prostitutiewerkzaamheden.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde deels wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank zal de benadeelde partij in de vordering toch niet-ontvankelijk verklaren, aangezien de redelijkheid en billijkheid toewijzing in de weg staan. Het aandeel van verdachte betrof immers slechts een korte periode en niet kan worden bewezen dat verdachte profijt had van het bewezen verklaarde.
De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

10.TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 27, 57, 240b en 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart de bewezen verklaarde feiten strafbaar en kwalificeert deze zoals hierboven onder 6 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
46 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte, groot
30 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de verdachte gedurende de
proeftijd van 2 jaarde hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd;
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
* zich binnen twee werkdagen moet melden bij Reclassering Nederland in de persoon van mevrouw J. Smits, en daarna zich zal blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zich zal houden aan regels en afspraken in het kader van de zorg vanuit het ForFact team, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van de datum waarop dit vonnis onherroepelijk wordt;
- legt voorts aan verdachte op een
werkstrafvoor de duur van
240 uren;
- beveelt dat voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet of niet naar behoren verricht de werkstraf wordt vervangen door 120 dagen hechtenis, althans een aantal dagen hechtenis dat evenredig is aan het niet verrichte aantal uren werkstraf;
Benadeelde partij
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.A.C. Koster, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. B. Fijnheer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.G. Dees, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 april 2015.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het procesdossier 25Adrano met nummer 2013079370, bestaande uit diverse doorgenummerde ordners.
2.Pagina 1356.
3.Pagina 1357.
4.Pagina’s 1423 e.v..
5.Pagina 1428.
6.Pagina 1429.
7.Pagina 1431.
8.Pagina 1434.
9.Pagina 1433.
10.Pagina 1434.
11.Pagina 1435
12.Pagina 1436.
13.Pagina 1438.
14.Pagina 1439.
15.Pagina 1440.
16.Pagina 1441.
17.Pagina 1442.
18.Pagina 1443.
19.Pagina 1445.
20.Pagina 1446.
21.Pagina 1726.
22.Pagina 1727.
23.Pagina 1728.
24.Pagina 1733 e.v..
25.Pagina 1737.
26.Pagina’s 1742 e.v..
27.Pagina 1875 e.v..
28.Een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer], op 30 oktober 2014 opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank en de griffier.
29.Pagina 1354.
30.Pagina’s 1314, 1315 en 1324.
31.Pagina’s 1334 e.v..
32.Pagina 1320.
33.Pagina 1323.
34.Pagina’s 1343 e.v..
35.Pagina’s 1369 en 1370.
36.Pagina 1462.
37.Pagina 1463.
38.Pagina 1467.
39.Pagina 1479.
40.Pagina’s 1481 e.v..
41.Pagina 1553.
42.Pagina 1527.
43.Pagina 1538.
44.Pagina 1549.
45.Pagina’s 1593 en 1594.
46.Pagina’s 1595 en 1597.
47.Pagina 1596.
48.Pagina 730.
49.Pagina’s 1866 e.v..
50.Pagina’s 1676 e.v..
51.Pagina’s 1733 en 1734
52.Pagina’s 1710 e.v..
53.Pagina’s 1860 e.v..
54.Pagina 1708.
55.Pagina’s 1713 e.v..
56.Pagina’s 1646 en 1647.
57.Pagina 1649.
58.Pagina 1650.
59.Pagina’s 1651 en 1652.
60.Pagina’s 1908 e.v..
61.Pagina’s 1947 en 1948.
62.Een proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte 2], op 5 december 2014 opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank en de griffier.
63.Een proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte 1] d.d. 4 november 2014 opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank en de griffier.
64.Pagina’s 704 e.v..
65.De verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting d.d. 1 april 2015.
66.Pagina’s 1676 en 1715.