ECLI:NL:RBMNE:2015:2970

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 april 2015
Publicatiedatum
29 april 2015
Zaaknummer
3773646
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van erfgenamen als vereffenaars in nalatenschap

In deze zaak voor de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling Familierecht, is op 24 april 2015 een verzoek behandeld van de bekende erfgenamen in de nalatenschap van een overledene. De verzoekers, vertegenwoordigd door notaris mr. J.A. Kool, hebben verzocht om op grond van artikel 4:198 van het Burgerlijk Wetboek (BW) te bepalen dat zij bevoegd zijn om als vereffenaars op te treden. Dit verzoek is gedaan omdat er mogelijk onbekende erfgenamen zijn, waardoor de vereffening van de nalatenschap, inclusief het betalen van schulden, niet kan plaatsvinden. De kantonrechter heeft overwogen dat toewijzing van het verzoek in het belang van de schuldeisers is, aangezien het benoemen van een externe vereffenaar de kosten zou verhogen zonder dat dit noodzakelijk is.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de nalatenschap beneficiair is aanvaard door de verzoekers, waardoor zij op grond van artikel 4:195 lid 1 BW als vereffenaars kunnen optreden. De erflater had bij testament beschikt over haar nalatenschap, waarbij de afstammelingen van haar echtgenoot als erfgenamen zijn aangewezen. Er is echter ook een afstammeling van de echtgenoot die naar de Verenigde Staten is vertrokken zonder dat zijn contactgegevens bekend zijn. Dit heeft geleid tot de noodzaak om de bevoegdheden van de bekende erfgenamen te bevestigen, zodat zij de vereffening kunnen uitvoeren en de schulden kunnen voldoen.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat het verzoek moet worden toegewezen, omdat dit in het belang van de schuldeisers is. De beslissing houdt in dat de verzoekers gezamenlijk de bevoegdheden als vereffenaars uitoefenen, wat hen in staat stelt om de nalatenschap te vereffenen en de schulden te betalen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Familierecht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 3773646 UT VERZ 15-715 RHM/1527

Beschikking van 24 april 2015

inzake het verzoek van

[verzoekers],

gemachtigde: notaris mr. J.A. Kool,
kantoor houdende te Zeist,
verder te noemen verzoekers.
Verzoekers hebben het verzoek gedaan in hun hoedanigheid van erfgenamen in de nalatenschap van:
[A], geboren te [geboorteplaats] op [1925], overleden te [woonplaats] op [2014], laatst gewoond hebbende te [woonplaats].

De procedure

Bij brief van 14 januari 2015 vragen verzoekers de kantonterechter op grond van artikel 4:198 van het Burgerlijk Wetboek (BW) te bepalen dat verzoekers zowel afzonderlijke als tezamen de bevoegdheden als vereffenaars uitoefenen.
De kantonrechter heeft bij brieven van 30 januari 2015 en 9 maart 2015 bericht het voornemen te hebben om het verzoek af te wijzen.
De kantonrechter heeft kennis genomen van de brieven van verzoekers van 17 februari 2015 en 27 maart 2015.
Telefonisch is op 2 april 2015 bericht dat verzoekers geen behoefte hebben aan een mondelinge behandeling van het verzoek.

De overwegingen van de kantonrechter

Voorligt het verzoek om op grond van artikel 4:198 BW te bepalen dat verzoekers, zijnde de bekende erfgenamen in deze nalatenschap, bevoegd zijn om als vereffenaars op te treden. De nalatenschap is door verzoekers beneficiair aanvaard zodat alle erfgenamen op grond van artikel 4:195 lid 1 BW vereffenaar zijn.
Artikel 4:198 BW bepaalt, kort gezegd, dat de erfgenamen hun bevoegdheden als vereffenaars van de beneficiair aanvaarde nalatenschap tezamen uitoefenen, tenzij de kantonrechter anders bepaalt.
Uit de stukken blijkt dat erflater bij testament over haar uiterste wil heeft beschikt op 25 augustus 1978. Op grond van dit testament heeft erflater de afstammelingen van haar echtgenoot achtergelaten als erfgenamen. Derhalve zijn verzoekers erfgenaam. Daarnaast is er nog een afstammeling van de echtgenoot van erflater, maar hij is vertrokken naar de Verenigde Staten van Amerika (VS) zonder verdere (contact)gegevens in Nederland.
De kantonrechter overweegt dat de schulden van de nalatenschap thans niet kunnen worden voldaan, omdat de (gevolmachtigde van de) erven geen toegang krijgen tot de gelden van de nalatenschap. Immers op grond van artikel 4:198 BW zijn alle erfgenamen tezamen, dus de inclusief in dit geval niet te traceren erfgenamen, bevoegd om de taken van de vereffenaar uit te oefenen. Daarom vragen verzoekers nu dat de kantonrechter bepaalt dat verzoekers de bevoegdheden als vereffenaars tezamen uitoefenen. Bij toewijzing van dit verzoek kunnen de schulden wel worden voldaan.
De vereffening van een nalatenschap heeft tot doel heeft de positie van de schuldeisers te waarborgen. Toewijzing van het voorliggende verzoek is gelet op het voorgaande in het belang van de schuldeisers. Het alternatief zou zijn dat de thans bekende erfgenamen de rechtbank verzoeken om benoeming van een vereffenaar. Daarmee worden de kosten van de vereffening hoger, zonder dat er aanleiding is om te oordelen dat de schuldeisers de daaraan verbonden bescherming ook nodig zouden kunnen hebben. De achtergrond van het verzoek is er immers in gelegen dat niet vaststaat dat verzoekers alle erfgenamen zijn en dat daardoor de vereffening, waaronder het betalen van schuldeisers, niet kan plaatsvinden. Daarbij is nog van belang dat niet is gebleken dat het onderzoek door de notaris naar de verblijfplaats van de VS vertrokken erfgenaam zodanig beperkt is dat daarin reden zou kunnen worden gevonden om het verzoek niet toe te wijzen. Voorts is van belang dat het saldo van de nalatenschap exclusief de kosten van de notaris blijkens de opstelling van de notaris ruim
€ 3.000,-- bedraagt en derhalve beperkt is.
De kantonrechter ziet gezien het voorgaande aanleiding om het verzoek toe te wijzen en als volgt te beslissen.

De beslissing

De kantonrechter bepaalt dat verzoekers de bevoegdheden als vereffenaars tezamen uitoefenen.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.T. van Rens, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier, mr. R.H.M. den Ouden, in het openbaar uitgesproken op
24 april 2015.