ECLI:NL:RBMNE:2015:2971

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 april 2015
Publicatiedatum
29 april 2015
Zaaknummer
3817509
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van erfgenamen als vereffenaars in nalatenschap zonder testament

In deze zaak voor de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling Familierecht, is op 24 april 2015 een verzoek behandeld van de bekende erfgenamen van een nalatenschap. De verzoekers, vertegenwoordigd door notaris mr. J.A. Kool, vroegen de kantonrechter om te bepalen dat zij als vereffenaars van de beneficiair aanvaarde nalatenschap konden optreden. De nalatenschap betreft de erfenis van een overleden persoon die geen testament had achtergelaten, waardoor de wettelijke erfopvolging van toepassing is. De erflater was ongehuwd en had geen directe afstammelingen, waardoor de erfgenamen de afstammelingen van haar grootouders zijn.

De kantonrechter overwoog dat de verzoekers, als bekende erfgenamen, bevoegd zijn om gezamenlijk de taken van vereffenaars uit te oefenen, zoals bepaald in artikel 4:198 van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter merkte op dat er mogelijk onbekende erfgenamen zijn, wat de vereffening van de nalatenschap bemoeilijkt. De verzoekers hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard, wat betekent dat zij niet aansprakelijk zijn voor de schulden van de erflater, maar dat de schulden wel voldaan moeten worden.

De kantonrechter concludeerde dat toewijzing van het verzoek in het belang van de schuldeisers is, omdat het alternatief, het benoemen van een vereffenaar door de rechtbank, zou leiden tot hogere kosten zonder dat dit noodzakelijk is. De kantonrechter besloot daarom dat de verzoekers gezamenlijk de bevoegdheden als vereffenaars uitoefenen, zodat de schulden van de nalatenschap kunnen worden voldaan. Deze beschikking werd in het openbaar uitgesproken door de kantonrechter en de griffier op 24 april 2015.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Familierecht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 3817509 UT VERZ 15-1959 RHM/1527

Beschikking van 24 april 2015

inzake het verzoek van
[verzoekers],
gemachtigde:
notaris mr. J.A. Kool,
kantoor houdende te Zeist,
verder te noemen verzoekers.
Verzoekers hebben het verzoek gedaan in hun hoedanigheid van erfgenamen in de nalatenschap van:
[A], geboren te [geboorteplaats] op [1924], overleden te [woonplaats] op [2012], laatst gewoond hebbende te [woonplaats].

De procedure

Bij brief van 28 januari 2015 vragen verzoekers de kantonterechter op grond van artikel 4:198 van het Burgerlijk Wetboek (BW) te bepalen dat verzoekers zowel afzonderlijke als tezamen de bevoegdheden als vereffenaars uitoefenen.
Bij brief van 9 maart 2015 heeft de kantonrechter bericht het voornemen te hebben om het verzoek af te wijzen. Hierop is door verzoekers bij brief van 27 maart 2015 gereageerd.
Telefonisch is op 2 april 2015 bericht dat verzoekers geen behoefte hebben aan een mondelinge behandeling van het verzoek.

De overwegingen van de kantonrechter

Voorligt het verzoek om op grond van artikel 4:198 BW te bepalen dat verzoekers, zijnde de bekende erfgenamen in deze nalatenschap, bevoegd zijn om als vereffenaars op te treden. De nalatenschap is door verzoekers beneficiair aanvaard, zodat alle erfgenamen op grond van artikel 4:195 lid 1 BW vereffenaar zijn.
Artikel 4:198 BW bepaalt, kort gezegd, dat de erfgenamen hun bevoegdheden als vereffenaars van de beneficiair aanvaarde nalatenschap tezamen uitoefenen, tenzij de kantonrechter anders bepaalt.
Uit de stukken blijkt dat erflater niet bij testament over haar uiterste wil heeft beschikt zodat de vererving volgens de wet van toepassing is. Erflater was ten tijde van haar overlijden ongehuwd en zij laat geen afstammelingen achter. Evenmin had zij broers en/of zusters, zodat de afstammelingen van haar grootouders de erfgenamen zijn. De gemachtigde heeft onderbouwd wie de op dit moment opgespoorde erfgenamen zijn. Er is echter mogelijk nog een aantal onbekende erfgenamen.
De kantonrechter overweegt dat de schulden van de nalatenschap thans niet kunnen worden voldaan, omdat de (gevolmachtigde van de) erven geen toegang krijgen tot de gelden van de nalatenschap. Immers op grond van artikel 4:198 BW zijn alle erfgenamen tezamen, dus de inclusief (eventuele) onbekende erfgenamen, bevoegd om de taken van de vereffenaar uit te oefenen. Daarom vragen verzoekers nu dat de kantonrechter bepaalt dat verzoekers de bevoegdheden als vereffenaars tezamen uitoefenen. Bij toewijzing van dit verzoek kunnen de schulden wel worden voldaan.
De vereffening van een nalatenschap heeft tot doel heeft de positie van de schuldeisers te waarborgen. Toewijzing van het voorliggende verzoek is gelet op het voorgaande in het belang van de schuldeisers. Het alternatief zou zijn dat de thans bekende erfgenamen de rechtbank verzoeken om benoeming van een vereffenaar. Daarmee worden de kosten van de vereffening hoger, zonder dat er aanleiding is om te oordelen dat de schuldeisers de daaraan verbonden bescherming ook nodig zouden kunnen hebben. De achtergrond van het verzoek is er immers in gelegen dat niet vaststaat dat verzoekers alle erfgenamen zijn en dat daardoor de vereffening, waaronder het betalen van schuldeisers, niet kan plaatsvinden. Daarbij is nog van belang dat niet is gebleken dat het onderzoek door de notaris naar de erfgenamen van erflaatster zodanig beperkt is dat daarin reden zou kunnen worden gevonden om het verzoek niet toe te wijzen.
De kantonrechter ziet gezien het voorgaande aanleiding om het verzoek toe te wijzen en als volgt te beslissen.

De beslissing

De kantonrechter bepaalt dat verzoekers de bevoegdheden als vereffenaars tezamen uitoefenen.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.T. van Rens, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier, mr. R.H.M. den Ouden, in het openbaar uitgesproken op
24 april 2015.