Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
€ 1.500,00 aan immateriële schade. De officier van justitie heeft aangevoerd dat het weggenomen bedrag kan worden vastgesteld op een bedrag van € 675,00. Onvoldoende is gebleken dat de telefoonkosten in het buitenland uitsluitend voortvloeien uit het gepleegde misdrijf. De kosten voor het aanbrenging van beveiligingsapparatuur komen niet voor vergoeding in aanmerking.
€ 675,00, de kosten voor het aanbrengen van beveiligingsapparatuur dient worden dient te worden afgewezen en de kosten voor EMDR-therapie dienen te worden afgewezen, indien de benadeelde partij deze kosten vergoed krijgt door zijn zorgverzekering.
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op.
€ 75,00 van het gevorderde gestolen bedrag acht de rechtbank onvoldoende aannemelijk, mede gelet op de niet toereikende onderbouwing van de gevorderde bedragen. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom voor dat deel niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering. De benadeelde partij kan desgewenst haar vordering voor dat deel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
3 (drie) jaren.