ECLI:NL:RBMNE:2015:3507

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 april 2015
Publicatiedatum
21 mei 2015
Zaaknummer
3932913 UT VERZ 15-4679
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot onderbewindstelling van het vermogen van een minderjarige

Op 24 april 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven op een verzoek tot onderbewindstelling van het vermogen van een minderjarige. Het verzoek is ingediend door verzoekers, die de voogdij over de minderjarige hebben. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de mondelinge behandeling die op 16 april 2015 heeft plaatsgevonden, waarbij de verzoekers en de voorgestelde bewindvoerder aanwezig waren. Het verzoekschrift was op 16 februari 2015 ter griffie ingekomen.

De minderjarige, geboren in 2009, heeft een schadevergoeding van € 633.350,- ontvangen, die op een geblokkeerde bankrekening moet worden gestald. De kantonrechter heeft eerder op 19 januari 2015 een machtiging verleend voor het instemmen met een vaststellingsovereenkomst. De verzoekers hebben verzocht om een deskundig beheer van het vermogen van de minderjarige, gezien de omvang van het bedrag en het belang van de minderjarige. De voorgestelde bewindvoerder, Bonnerman & Partners B.V., is zonder bezwaren voorgesteld.

De kantonrechter heeft op basis van artikel 1:370 BW geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is om het vermogen onder bewind te stellen. De beschikking houdt in dat het bewind wordt ingesteld over het bedrag van € 633.350,- en dat Bonnerman & Partners B.V. als bewindvoerder wordt benoemd. De kantonrechter heeft benadrukt dat ook na een eventuele opheffing van het bewind toestemming van de kantonrechter nodig zal zijn voor de besteding van het vermogen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Bewindsbureau
locatie Utrecht
zaaknummer: 3932913 UT VERZ 15-4679
Beschikking op een verzoek tot onderbewindstelling van hert vermogen van een minderjarige d.d. 24 april 2015
Ingediend door:
[verzoeker 1]
wonende [adres]
[woonplaats]
[verzoekster 2]
wonende [adres]
[woonplaats]
hierna te noemen: verzoekers.

De procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift, ter griffie ingekomen op 16 februari 2015;
  • de bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder om tot bewindvoerder te worden benoemd.
Op 16 april 2015 heeft een mondelinge behandeling van het verzoekschrift plaatsgevonden in aanwezigheid van verzoekers en de voorgestelde bewindvoerder.

De beoordeling

Bij beschikking van 19 januari 2015 is door de kantonrechter machtiging verleend tot het instemmen met een vaststellingsovereenkomst wegens geleden schade door de minderjarige
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [2009], wonende te [woonplaats], [adres].
Uit de verleende machtiging vloeit voort dat een bedrag van € 633.350,- ten behoeve van de minderjarige moeten worden gestald op een geblokkeerde bankrekening, ten name van de minderjarige.
Het thans voorliggende verzoek strekt tot instelling van een bewind over voornoemd bedrag met benoeming van
Bonnerman & Partners B.V., gevestigd te Bussum, correspondentieadres: Postbus 1307, 1400 BH Bussum, tot bewindvoerder.
Op grond van art. 1:370 BW kan de kantonrechter op verzoek van de voogd of ambtshalve, het vermogen van de minderjarige of een deel daarvan, met inbegrip van de vruchten, voor de duur van diens minderjarigheid onder bewind stellen, indien hij dit in het belang van de minderjarige nodig oordeelt. Conform art. 1: 253k BW is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het bewind van de ouders.
Uit de stukken en de behandeling ter zitting is voldoende aannemelijk geworden dat gezien de omvang van het vermogen, een deskundig beheer van dit vermogen in het belang van de minderjarige is. Het feit dat het bedrag is geplaatst op een rekening met een zogenaamde BEM-clausule (BEM betekent Belegging Erfenis en andere gelden Minderjarigen), zodat voor besteding van dit vermogen toestemming van de kantonrechter nodig is, biedt wel een toets op de besteding van dit vermogen. Verzoekers willen echter graag een deskundig advies over de wijze waarop zij dit vermogen kunnen beheren, zodat dit ook in de (verdere) toekomst (grotendeels) beschikbaar zal zijn voor de minderjarige rechthebbende. Zoals ter zitting is besproken, zal de te benoemen bewindvoerder de komende periode gebruiken om een opzet te maken voor beheer en ook bezien in hoeverre het bewind binnen afzienbare termijn weer kan worden opgeheven als een planning is gemaakt voor het beheer gedurende de minderjarigheid van rechthebbende. Daarbij zal de bewindvoerder meenemen dat ook na een eventuele opheffing van het bewind de kantonrechter toestemming zal moeten verlenen voor besteding van dit vermogen.
Tegen de voorgestelde bewindvoerder zijn geen bezwaren gerezen. De kantonrechter zal daarom het verzoek toewijzen.
Op dit bewind zijn krachtens artikel 1:370, lid 3 BW de bepalingen omtrent het bewind van een voogd van overeenkomstige toepassing.

De beslissing

De kantonrechter:
- stelt een bewind in over het aan
[minderjarige]wegens geleden schade toekomende bedrag à € 633.350,-;
- benoemt tot bewindvoerder:
Bonnerman & Partners B.V., gevestigd te Bussum, correspondentieadres: Postbus 1307, 1400 BH Bussum.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.T. van Rens, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 april 2015, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden na de dag van de uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Het beroepschrift kan uitsluitend door een advocaat worden ingediend.