Op 24 april 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven op een verzoek tot onderbewindstelling van het vermogen van een minderjarige. Het verzoek is ingediend door verzoekers, die de voogdij over de minderjarige hebben. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de mondelinge behandeling die op 16 april 2015 heeft plaatsgevonden, waarbij de verzoekers en de voorgestelde bewindvoerder aanwezig waren. Het verzoekschrift was op 16 februari 2015 ter griffie ingekomen.
De minderjarige, geboren in 2009, heeft een schadevergoeding van € 633.350,- ontvangen, die op een geblokkeerde bankrekening moet worden gestald. De kantonrechter heeft eerder op 19 januari 2015 een machtiging verleend voor het instemmen met een vaststellingsovereenkomst. De verzoekers hebben verzocht om een deskundig beheer van het vermogen van de minderjarige, gezien de omvang van het bedrag en het belang van de minderjarige. De voorgestelde bewindvoerder, Bonnerman & Partners B.V., is zonder bezwaren voorgesteld.
De kantonrechter heeft op basis van artikel 1:370 BW geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is om het vermogen onder bewind te stellen. De beschikking houdt in dat het bewind wordt ingesteld over het bedrag van € 633.350,- en dat Bonnerman & Partners B.V. als bewindvoerder wordt benoemd. De kantonrechter heeft benadrukt dat ook na een eventuele opheffing van het bewind toestemming van de kantonrechter nodig zal zijn voor de besteding van het vermogen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.