Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- mr. E.R. Jonker, voornoemd;
- de heer [A], namens verweerster;
- de heer [B], namens verweerster.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 11 juni 2015 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een verzoek tot faillietverklaring van een ontbonden besloten vennootschap behandeld. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.R. Jonker, stelde dat er nog baten aanwezig waren, ondanks de ontbinding van de verweerster. De rechtbank oordeelde dat er niet summierlijk was gebleken van feiten die het bestaan van de gestelde baten uit een vordering op grond van bestuurdersaansprakelijkheid voldoende aannemelijk maakten. De verweerster, vertegenwoordigd door de heren [A] en [B], had geen baten beschikbaar ten tijde van de ontbinding en had geen eigen aangifte tot faillietverklaring gedaan. De rechtbank concludeerde dat verzoekster geen rechtens te honoreren belang had bij haar verzoek, omdat zij niet aannemelijk had gemaakt dat de bestuurders reëel verhaal boden voor een dergelijke vordering. De rechtbank wees het verzoek tot faillietverklaring af, met de overweging dat verzoekster niet voldoende had onderbouwd dat er baten aanwezig waren die verhaal boden. De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. M.H.F. van Vugt.