ECLI:NL:RBMNE:2015:4851

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 juli 2015
Publicatiedatum
1 juli 2015
Zaaknummer
16.659837-13 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen met minderjarige stiefdochter en vervaardigen van kinderporno

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 1 juli 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met zijn twaalfjarige stiefdochter. De verdachte, geboren in 1973 en niet ingeschreven in de Gemeentelijke Basis Administratie, was niet verschenen op de zitting van 17 juni 2015, waarop verstek werd verleend. De officier van justitie, mr. I.M.F. Graumans, heeft de verdachte ten laste gelegd dat hij op of omstreeks 3 juli 2013 in het arrondissement Midden-Nederland ontuchtige handelingen heeft gepleegd en kinderporno heeft vervaardigd en in bezit had. De tenlastelegging omvatte onder andere het betasten van de borsten en vagina van de benadeelde, alsook het vervaardigen van afbeeldingen waarop seksuele gedragingen zichtbaar waren van de benadeelde, die op dat moment nog geen achttien jaar oud was.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen beoordeeld, waaronder verklaringen van de moeder van de benadeelde en de verdachte zelf. De verdachte heeft erkend dat hij de in beslag genomen telefoon gebruikte en dat hij zich onder invloed van alcohol mogelijk schuldig heeft gemaakt aan de feiten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen van kinderporno en het plegen van ontuchtige handelingen met zijn stiefdochter, maar heeft hem vrijgesproken van enkele onderdelen van de tenlastelegging wegens onvoldoende bewijs.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is de verdachte verplicht gesteld tot betaling van € 500,- aan de benadeelde partij, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen smartphone verbeurd verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Lelystad
Parketnummer: 16.659837-13 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 1 juli 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1973] te [1973],
niet ingeschreven in de Gemeentelijke Basis Administratie,
en zonder bekende feitelijke woon- en verblijfplaats.

1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter openbare terechtzitting van 17 juni 2015, waarbij de verdachte niet is verschenen. Tegen de niet verschenen verdachte is verstek bevolen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr.
I.M.F. Graumans.

2.DE TENLASTELEGGING

De verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks de 03 juli 2013 te [woonplaats], althans in het arrondissement Midden-Nederland, één of meermalen (telkens) een afbeelding(en), te weten 40 foto’s heeft vervaardigd en/of een gegevensdrager bevattende (een) afbeelding(en) (een mobiele telefoon, merk Acer V360 dts) in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten ([benadeelde], geboren op [2001]) was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestond(en) uit:
het aanraken met en/of houden van zijn, verdachtes, (stijve) penis bij/naast/in de mond van die [benadeelde], althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van het (blote) vagina en/of (blote) borst(en) (met zijn, verdachtes, vinger(s)/hand(en) en/of mond/tong van die [benadeelde], althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het leggen/houden van zijn, verdachtes, (stijve) penis in de hand van die [benadeelde], althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, (waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
2.
hij op of omstreeks 03 juli 2013 te [woonplaats], althans in het arrondissement Midden-Nederland, met [benadeelde], geboren op [2001], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het (terwijl die [benadeelde] sliep)
- betasten/aanraken van de (blote) borsten van die [benadeelde] met de vinger(s)/hand(en) en/of mond/tong en/of
- betasten/aanraken van de (blote) vagina van die [benadeelde] met zijn mond/tong en/of vinger(s)/hand(en) en/of
- leggen/houden van zijn (stijve) penis in de hand van die [benadeelde] en/of
- houden van zijn (stijve) penis bij/op/in de mond, althans het gezicht, van die [benadeelde].

3.DE VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat feit en feit 2 wettig en overtuigend bewezen verklaard worden met uitzondering van de onderdelen van de tenlastelegging die zien op het houden door verdachte van zijn penis in de mond van [benadeelde].
Het oordeel van de rechtbank [1]
Verbalisanten kregen op 3 juli 2013, omstreeks 06.35 uur, de melding te gaan naar de [adres] te [woonplaats]. Toen de verbalisanten ter plaatse waren, kwam mevrouw [A] direct naar hen toe. Zij liet de telefoon van haar vriend, te weten verdachte, zien en zei daarbij dat verdachte foto’s had gemaakt van haar dochter. Verbalisant zag op het scherm van de mobiele telefoon een pornografische afbeelding. Er was een ontblote borst te zien van de dochter van die [A], welke dochter is genaamd [benadeelde] (geboren op [2001]). [A] deelde mee dat zei de foto’s die ochtend op de telefoon van verdachte had gezien. Zij weet zeker dat die foto’s die nacht zijn gemaakt, waarschijnlijk toen haar dochter lag te slapen. [2]
Tijdens een informatief gesprek zeden heeft [A] verklaard dat zij vier of vijf foto’s op de telefoon van verdachte had gezien. Zij zag op de foto’s het geslachtsdeel van verdachte bij het geslachtsdeel van haar dochter, dat verdachte zijn tong bij het geslachtsdeel van haar dochter hield en dat het hemd van haar dochter opzij geschoven was bij haar borst. [3]
Verdachte heeft verklaard dat de inbeslaggenomen telefoon waarop de betreffende foto’s staan van hem is, dat hij deze als enige gebruikt en nooit uitleent. Wanneer de verdachte twee foto’s worden getoond, verklaart hij dat hij zichzelf herkent. Hij herkent (onder meer) zijn eigen geslachtsdeel. Verdachte heeft verklaard: “onder invloed heb ik dat waarschijnlijk wel gedaan, het staat immers op foto.” [4]
Op de telefoon van verdachte zijn 40 afbeeldingen aangetroffen die kinderpornografisch van aard zijn. Op die afbeeldingen is, gelet op de door verbalisant gegeven omschrijving van die afbeeldingen en de bijbehorende collectiescan, onder meer te zien dat de vagina van die [benadeelde] wordt betast/aangeraakt met de tong en met de vinger(s)/hand, dat verdachte zijn stijve penis in de hand van die [benadeelde] legt en zijn stijve penis bij de mond van die [benadeelde] houdt.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich, kort gezegd, schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen van kinderporno (feit 1) en het plegen van ontuchtige handelingen met de toen twaalfjarige [benadeelde] (feit 2).
Er kan niet worden bewezen dat verdachte de borsten van die [benadeelde] heeft aangeraakt/betast en dat hij de penis in de mond van die [benadeelde] heeft gehouden, nu dat onvoldoende uit de omschrijving van die afbeeldingen volgt. Verdachte zal van die delen van het onder 1 en 2 tenlastegelegde dan ook worden vrijgesproken.
Voornoemde bewijsmiddelen worden, ook in hun onderdelen, slechts gebruikt ter bewijs van het feit of de feiten, waarop ze gezien hun inhoud betrekking hebben.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij op 03 juli 2013 te [woonplaats], afbeeldingen, te weten 40 foto’s heeft vervaardigd een gegevensdrager bevattende afbeeldingen (een mobiele telefoon, merk Acer V360 dts) in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten ([benadeelde], geboren op [2001]) was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het houden van zijn, verdachtes, stijve penis bij de mond van die [benadeelde],
en
het betasten en/of aanraken van de blote vagina (met zijn, verdachtes, vinger(s)/hand(en) en tong) van die [benadeelde],
en
het leggen/houden van zijn, verdachtes, stijve penis in de hand van die [benadeelde],
waarbij de afbeeldingen aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling;
2.
hij op 03 juli 2013 te [woonplaats], met [benadeelde], geboren op [2001], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het (terwijl die [benadeelde] sliep)
- betasten/aanraken van de blote vagina van die [benadeelde] met zijn tong en vinger(s)/ hand(en) en
- leggen/houden van zijn stijve penis in de hand van die [benadeelde] en
- houden van zijn stijve penis bij de mond van die [benadeelde].
Van het onder 1 en 2 meer of anders ten laste gelegde zal verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank heeft in de tenlastelegging een aantal kennelijke schrijffouten verbeterd. De verdachte wordt daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

6.KWALIFICATIE

Het bewezene levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben en vervaardigen.
Ten aanzien van feit 2:
Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.

7.STRAFBAARHEID

De feiten en verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.

8.STRAFOPLEGGING

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Verdachte heeft door zijn handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van zijn twaalfjarige stiefdochter. Zij is achteraf alsnog op de hoogte geraakt van de ontuchtige handelingen van verdachte. Deze gebeurtenis zal zij daarom alsnog moeten verwerken. Nu er zo weinig bekend is over de persoonlijkheid van verdachte en de kans op recidive, is een stok achter de deur in de vorm van een deels voorwaardelijke straf van belang.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met zijn twaalfjarige stiefdochter. De seksuele handelingen hebben plaatsgevonden toen zijn stiefdochter sliep. Bovendien heeft verdachte van die ontuchtige handelingen foto’s gemaakt met zijn mobiele telefoon. Hoewel zij aanvankelijk onkundig is gebleven van verdachtes handelen is zij nadien, zo is tijdens het onderzoek ter terechtzitting gebleken, alsnog op de hoogte geraakt van de handelingen die verdachte bij haar heeft verricht. Verdachte heeft door zijn handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer van zijn stiefdochter. Hij heeft misbruik gemaakt van zijn positie als stiefvader ten gerieve van zijn eigen seksuele behoeften. Gelet op zowel de schriftelijke slachtofferverklaring van het slachtoffer en de moeder van het slachtoffer, heeft het handelen van verdachte grote nadelige gevolgen voor hen gehad.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op het Uittreksel betreffende zijn justitiële documentatie d.d. 1 mei 2015. Hieruit volgt dat verdachte eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, zij het langer dan vijf jaar geleden en niet voor soortgelijke strafbare feiten als de onderhavige.
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van een (beknopt) Reclasseringsadvies d.d. 27 mei 2015. Dit Reclasseringsadvies is echter opgesteld zonder dat er met verdachte is gesproken, nu verdachte niet kon worden bereikt. Verdachte staat niet ingeschreven op een adres en er is geen woonadres van hem bekend. De reclassering heeft geen passend advies kunnen geven. Er is derhalve weinig inzicht verkregen in de persoonlijkheid van verdachte. De rechtbank acht het noodzakelijk een deels voorwaardelijke straf op te leggen om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst wederom dergelijke delicten tegen de zeden te plegen.
Alles overwegende acht de rechtbank het opleggen van na te noemen gevangenisstraf, conform de eis van de officier van justitie, passend en geboden.

9.BESLAG

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de onder verdachte inbeslaggenomen telefoon verbeurd te verklaren.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde smartphone van het merk Acer DTS moet worden onttrokken aan het verkeer, omdat met betrekking tot dit voorwerp het onder 1 bewezen verklaarde feit is begaan en dit voorwerp van zodanige aard is dat het ongecontroleerd bezit daarvan is strijd is met de wet en het algemeen belang..

10.DE BENADEELDE PARTIJ

Voor aanvang van de terechtzitting heeft [benadeelde] – daartoe vertegenwoordigd door mevrouw [A] (de moeder van de benadeelde partij) – zich als benadeelde partij in dit geding gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van schade ten gevolge van de aan verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De hoogte van die schade wordt door de benadeelde partij begroot op een bedrag van € 500,-, bestaande uit immateriële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De vordering van de benadeelde partij dient te worden toegewezen, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
Het oordeel van de rechtbank
Bij het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij
[benadeelde] rechtstreeks schade heeft geleden ten gevolge van de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten. De hoogte van die schade is genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van € 500,-, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 03 juli 2013, tot die van de voldoening en vermeerderd met de kosten die – tot op heden – worden begroot op nihil.
De vordering van de benadeelde partij, die in die vordering ontvankelijk is, is in dier voege toewijsbaar.
Als extra waarborg voor betaling aan de benadeelde partij zal de rechtbank overeenkomstig artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bovengenoemde geldsom ten behoeve van de benadeelde partij.

11.TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27, 36b, 36c, 57, 240b en 247 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart de bewezen verklaarde feiten strafbaar, zodanig als hierboven onder 6 is gekwalificeerd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte, groot
4 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 2 jaar niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

Beslag

- verklaart onttrokken aan het verkeer het op de “Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen” d.d. 12 mei 2015 vermelde voorwerp, te weten een smartphone van het merk Acer DTS;
Benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde], wonende te [woonplaats], van een bedrag van € 500,- (zegge: vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 03 juli 2013, tot die van de voldoening;
- veroordeelt de verdachte voorts in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 500,- ten behoeve van het slachtoffer voornoemd, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 03 juli 2013, tot die van de voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Bos, voorzitter, mrs. C.A. de Beaufort en B. Fijnheer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.J. Laanstra, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 juli 2015.
Mr. Bos is buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier met het nummer 2013048341, doorgenummerd 1 tot en met 110.
2.Pagina 9.
3.Pagina 14.
4.Pagina 65, alinea’s 7 en 8. Pagina 66, alinea 2.