Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
in haar hoedanigheid van bewindvoerder in de wettelijke schuldsaneringsregeling van de heer [A] en mevrouw [B] e/v [A] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
gemachtigde mr. J.M. van Raaijen,
MAC3PARK OOSTERVAART B.V.,
gevestigd te Lelystad,
gedaagde,
gemachtigde mr. R. Kuizenga.
1.De procedure
- het tussenvonnis van 11 juni 2014
- de akte overlegging producties (ten onrechte conclusie van repliek genoemd)
- akte tot overlegging van een nadere productie zijdens eiseres
- antwoordakte tot overlegging van een nadere productie
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 25 augustus 2014
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 14 november 2014
- de akte na getuigenverhoor
- de antwoordakte na getuigenverhoor.
2.De verdere beoordeling
- de brief van 11 november 2010, genoemd onder overweging 4.9 onder e van eerder genoemd tussenvonnis, waarin aan de gemachtigde van Mac3Park de schuldenlast van [A] van € 259.669,39 wordt genoemd;
- de brief van 8 december 2010, genoemd onder overweging 4.9 onder g van eerder genoemd tussenvonnis, waarin aan de gemachtigde van Mac3Park wordt medegedeeld dat als geen medewerking tot opheffing van het beslag wordt verleend dat zal worden overgegaan tot een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling;
- een e-mail van de toenmalige gemachtigde van [A] van 19 oktober 2010 gericht aan [C] , secretaresse bij Mac3Park, waarin gesproken wordt over een bod op de machines van [A] en een mogelijk akkoord ter voorkoming van de wettelijke schuldsaneringsregeling;
- pleitnota ten behoeve van de zitting van 3 januari 2011, waarin is opgenomen dat [A] zich genoodzaakt zag een verzoek tot toelating in de wettelijke schuldsaneringsregeling in te dienen.