ECLI:NL:RBMNE:2015:5367
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek lichte vereffeningsprocedure in erfrecht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 20 juli 2015, hebben verzoekers, erfgenamen en vereffenaars van de nalatenschap van de erflater [A], een verzoek ingediend voor de toepassing van de lichte vereffeningsprocedure. De erflater is geboren op [1927] en overleden op [2014]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzoek is ingediend op 1 juni 2015 en dat de griffier op 7 juli 2015 aan verzoekers heeft medegedeeld dat de kantonrechter voornemens was het verzoek af te wijzen. Verzoekers hebben vervolgens besloten af te zien van een mondelinge behandeling van hun verzoek.
De kantonrechter overweegt dat volgens artikel 4:202 lid 1 sub a van het Burgerlijk Wetboek de nalatenschap van de erflater moet worden vereffend als gevolg van de beneficiaire aanvaarding door één van de erfgenamen. De lichte vereffening is daarbij het uitgangspunt, tenzij de kantonrechter op basis van artikel 4:221 lid 1 BW bijzondere of verzwarende maatregelen oplegt. Aangezien er geen rechtsgrond is om de lichte vereffening toe te passen, heeft de kantonrechter het verzoek afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De beschikking is gegeven door mr. E.E.M. van Abbe, kantonrechter, en is een belangrijke uitspraak in het erfrecht, waarin de voorwaarden voor de toepassing van de lichte vereffeningsprocedure worden verduidelijkt.