In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 11 maart 2015, staat de verdachte terecht voor het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel bij een ander door onvoorzichtig handelen. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 11 februari 2012, waarbij de verdachte tijdens een gourmetavond met het slachtoffer, [slachtoffer], een fles spiritus in een gourmetstel goot terwijl er een andere brander met open vuur vlakbij stond. Dit leidde tot een steekvlam die het slachtoffer ernstig verwondde, met 2e en 3e graads brandwonden aan zijn borst, armen en gezicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gehandeld door de spiritus te gieten in de brander zonder rekening te houden met de nabijheid van open vuur.
Tijdens de zitting op 25 februari 2015 heeft de verdachte verklaard dat hij niet de intentie had om schade te veroorzaken, maar de rechtbank oordeelde dat hij had moeten voorzien dat zijn handelen een groot risico met zich meebracht. De rechtbank achtte de schuld van de verdachte bewezen en veroordeelde hem tot een voorwaardelijke taakstraf van 60 uren met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van immateriële schadevergoeding aan het slachtoffer van € 20.000,- en materiële schade van € 1.931,85, met wettelijke rente vanaf de datum van het ongeval.
De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de verwondingen van het slachtoffer, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld, wat meeweegt in de strafmaat. De beslissing is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, waaronder artikel 308, dat betrekking heeft op de schuld van de verdachte in het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel.