ECLI:NL:RBMNE:2015:5819

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 juli 2015
Publicatiedatum
3 augustus 2015
Zaaknummer
4140441 AT VERZ 15-319
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om aanwijzingen en loon door kantonrechter in vereffening nalatenschap

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 24 juli 2015 uitspraak gedaan in een verzoek van een door de rechtbank benoemde vereffenaar. De verzoeker, werkzaam bij een notariskantoor, vroeg de kantonrechter om aanwijzingen te geven met betrekking tot een aantal voorgenomen handelingen in de vereffening van de nalatenschap van een overledene. Daarnaast vroeg hij toestemming om zijn loon periodiek in rekening te mogen brengen tegen zijn gebruikelijke uurtarief.

De kantonrechter heeft het verzoek tot het geven van aanwijzingen afgewezen, omdat er geen gegronde reden was aangetoond in de zin van artikel 4:210 BW. De kantonrechter benadrukte dat vereffenaars weliswaar verplicht zijn om aanwijzingen van de kantonrechter op te volgen, maar dat dit niet betekent dat zij alle voorgenomen handelingen ter goedkeuring moeten voorleggen zonder dat daar een gegronde reden voor is.

Ook het verzoek om het loon periodiek in rekening te mogen brengen werd afgewezen. De kantonrechter merkte op dat er geen concreet verzoek was gedaan om het loon op een bepaald bedrag vast te stellen, en dat het gebruikelijk is om het loon aan het einde van de vereffening vast te stellen volgens de Recofa-richtlijnen. De beslissing van de kantonrechter was dus om beide verzoeken af te wijzen, en deze uitspraak werd in het openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Familierecht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 4140441 AT VERZ 15-319 RHM/1527

Beschikking van 24 juli 2015

inzake het verzoek van

mr. [verzoeker] , werkzaam bij [naam] Notarissen,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder te noemen verzoeker.
Verzoeker heeft het verzoek gedaan in zijn hoedanigheid van door de rechtbank benoemde vereffenaar in de nalatenschap van:
[A], geboren te [geboorteplaats] op [1940] , overleden te [plaats] op
[2013] , laatst gewoond hebbende te [woonplaats] .

De procedure

Bij brief van 13 mei 2015 vraagt verzoeker de kantonrechter om op grond van artikel 4:210 van het Burgerlijk Wetboek (BW) aanwijzingen te geven ten aanzien van een aantal voorgenomen handelingen. Voorts vraagt verzoeker zijn loon periodiek in rekening te mogen brengen tegen zijn gebruikelijke uurtarief.
Bij brief van 25 juni 2015 heeft de kantonrechter verzoeker bericht het voornemen te hebben om de verzoeken af te wijzen. Verzoeker is in de gelegenheid gesteld om zijn verzoeken aan te vullen en/of te wijzigen, danwel kenbaar te maken prijs te stellen op een mondelinge behandeling van de verzoeken. Hiervan is geen gebruik gemaakt.

De overwegingen van de kantonrechter

Artikel 4:210 lid 1 BW bepaalt dat vereffenaars alle door de kantontrechter gewenste inlichtingen geven en verplicht zijn diens aanwijzingen bij vereffening te volgen. Deze verplichting voert echter niet zo ver dat de vereffenaar allerlei (voorgenomen) handelingen ter goedkeuring aan de kantonrechter moet voorleggen. Er dient namelijk een gegronde reden te zijn voor een verzoek tot aanwijzing. De kantonrechter is niet gebleken dat er sprake is van een gegronde reden voor het geven van aanwijzingen in de zin van artikel 4:210 lid 1 BW. Daarom zal de kantonrechter het verzoek tot het geven van aanwijzingen afwijzen.
Verzoeker vraagt ook om zijn loon periodiek in rekening te mogen brengen tegen zijn gebruikelijke uurtarief. Er ligt geen concreet verzoek voor om het loon vast te stellen op een bepaald bedrag, althans om een voorschot voor het loon vast te stellen op een bepaald bedrag. Voorts geldt dat de kantonrechter voor het vaststellen van het loon van de door de rechtbank benoemde vereffenaar op grond van artikel 4:206 lid 3 BW aansluit bij de Recofa-richtlijnen. Daaruit volgt dat uitgangspunt is om het loon aan het einde van de vereffening vast te stellen. Voorts kan daaruit worden afgeleid dat een voorschot onder de in die richtlijnen genoemde omstandigheden kan worden toegekend. Gelet op het voorgaande zal de kantonrechter het verzoek afwijzen om het loon van verzoeker periodiek in rekening te mogen brengen tegen zijn gebruikelijke uurtarief.

De beslissing

De kantonrechter wijst de verzoeken af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.T. van Rens, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier, mr. R.H.M. den Ouden, in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2015.