ECLI:NL:RBMNE:2015:5947

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 juli 2015
Publicatiedatum
7 augustus 2015
Zaaknummer
4038914 UT VERZ 15-8125
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot opheffing van de vereffening van een nalatenschap met afwijzing van de kostenvaststelling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 21 juli 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van een overleden persoon, hierna aangeduid als de erflater. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A. Heijnen van Verhees Notarissen, heeft het verzoek ingediend in haar hoedanigheid van erfgenaam, vereffenaar en wettelijk vertegenwoordiger van de andere erfgenamen. De erflater is geboren in 1944 en overleden in 2015, en de nalatenschap betreft een boedel met een geringe waarde.

De procedure begon met een verzoek van de verzoeker op basis van artikel 4:209 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) om de vereffening van de nalatenschap op te heffen. De kantonrechter heeft in een eerdere brief van 8 mei 2015 aangegeven voornemens te zijn om het verzoek tot opheffing toe te wijzen, maar het verzoek om de vereffeningskosten vast te stellen op € 3.739,97, de kosten van de ingeschakelde notaris, werd afgewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen door de rechtbank benoemde vereffenaar was, waardoor het loon van de vereffenaar niet kon worden vastgesteld. Ook was er geen wettelijke basis voor het vaststellen van de kosten van de erfgenamen of de notaris als vereffeningskosten.

De kantonrechter heeft uiteindelijk besloten de opheffing van de vereffening van de nalatenschap te bevelen en deze inschrijving in het boedelregister te laten plaatsvinden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het verzoek om de vereffeningskosten vast te stellen werd afgewezen. Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, uitsluitend door een advocaat.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 4038914 UT VERZ 15-8125
Beschikking d.d. 21 juli 2015
Inzake het verzoek van

[verzoeker] ,gemachtigde: mr. A. Heijnen, werkzaam bij Verhees Notarissen,

gevestigd te Katwijk,
verder te noemen verzoeker.
Verzoeker is ouder van de twee andere erfgenamen:
[A], geboren te [geboorteplaats] op [1993] en
[X], geboren te [geboorteplaats] op [1997] .
Verzoeker heeft het verzoek gedaan in haar hoedanigheid van erfgenaam, vereffenaar, wettelijk vertegenwoordiger van [X] en gevolmachtigde van [A] .
Het verzoek betreft de nalatenschap van:
[naam] ,geboren te [geboorteplaats] op [1944] , overleden te [woonplaats] op [2015] , laatst gewoond hebbende te [woonplaats] , verder te noemen erflater.

De procedure

Uit de brief van 13 april 2015 van verzoeker leidt de kantonrechter af dat op grond van artikel 4:209 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) verzocht wordt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van erflater te bevelen en de gemaakte vereffeningskosten vast te stellen.
Bij brief van 8 mei 2015 heeft de kantonrechter verzoeker bericht het voornemen te hebben om het verzoek tot opheffing van de vereffening toe te wijzen en het verzoek voor het overige af te wijzen. Verzoeker is in die brief tevens in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord en het verzoek aan te vullen danwel te wijzigen. Hiervan is door verzoeker echter geen gebruik gemaakt.
De boedelbeschrijving heeft conform de verplichting op grond van artikel 4:211 lid 3 BW ter inzage gelegen op griffie van deze rechtbank van 18 mei 2015 tot 29 juni 2015.

De overwegingen van de kantonrechter

De kantonrechter zal de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van erflater bevelen gelet op de geringe waarde van de baten van de nalatenschap.
Verzoeker vraagt ook om de vereffeningskosten vast te stellen op € 3.739,97, zijnde de kosten die door de notaris zijn gemaakt. Uit de toegestuurde stukken is de kantonrechter niet gebleken dat er een door de rechtbank benoemde vereffenaar is zodat het loon van de vereffenaar op grond van artikel 4:206 lid 3 BW niet kan worden vastgesteld. Voorts wordt overwogen dat er geen wettelijke grondslag is voor het vaststellen van het loon van de erfgenamen/vereffenaars om de vereffeningswerkzaamheden uit te voeren. Ook voor het vaststellen van het loon van een door de erfgenamen ingeschakelde notaris bestaat geen wettelijke grondslag. Dit kan evenmin onder de noemer van vereffeningskosten. Gelet op het voorgaande zal de kantonrechter het verzoek om de vereffeningskosten vast te stellen op
€ 3.739,97 afwijzen.
Nu de kantonrechter niet is gebleken dat de beneficiaire aanvaarding door de erfgenamen een publicatieplicht met zich heeft meegebracht (in de Staatscourant of nieuwsbladen) kan worden volstaan met de inschrijving van de opheffing in het boedelregister.

De beslissing

De kantonrechter:
beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van
[naam] ,geboren te [geboorteplaats] op [1944] , overleden te [woonplaats] op [2015] , laatst gewoond hebbende te [woonplaats] ;
bepaalt dat de opheffing van de vereffening van de nalatenschap dient te worden ingeschreven in het boedelregister;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.E.M. van Abbe, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2015, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden na de dag van de uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Het beroepschrift kan uitsluitend door een advocaat worden ingediend..