Uitspraak
Rekestnummer: 15/1544 en 15/1545
Overwegingen
Beslissing
Op de voet van artikel 164 Wegenverkeerswet 1994:
wijsthet verzoek af.
Op de voet van artikel 591a Wetboek van Strafvordering:
wijsthet verzoek af.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 augustus 2015 uitspraak gedaan in een verzoek om schadevergoeding op basis van artikel 164 lid 9 van de Wegenverkeerswet. Verzoeker, die zijn rijbewijs op 11 januari 2015 had verloren door een aanrijding en een hoge alcoholpromillage, verzocht om een schadevergoeding van € 3.400,- voor de schade die hij zou hebben geleden door de invordering van zijn rijbewijs. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat er geen gronden van billijkheid aanwezig waren om een vergoeding toe te kennen.
De rechtbank overwoog dat verzoeker betrokken was bij een aanrijding en zijn rijbewijs was ingevorderd na vaststelling van een alcoholpromillage van 1090 µg/l. Verzoeker had verklaard dat dit hoge promillage was veroorzaakt door het drinken van bier, maar de rechtbank vond deze verklaring ongeloofwaardig. De rechtbank concludeerde dat verzoeker zelf verantwoordelijk was voor de invordering van zijn rijbewijs en dat er geen aanleiding was om een schadevergoeding toe te kennen.
De beslissing van de rechtbank houdt in dat zowel het verzoek op grond van de Wegenverkeerswet als het verzoek om vergoeding van de kosten van de raadsman werd afgewezen. Verzoeker heeft de mogelijkheid om hoger beroep aan te tekenen tegen deze beslissing binnen een maand na betekening.