In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 augustus 2015 een beschikking gegeven inzake de benoeming van een vereffenaar voor de nalatenschap van een overleden persoon, hierna aangeduid als erflater. De verzoekster, SNS Bank N.V., heeft een verzoek ingediend tot benoeming van een vereffenaar, omdat zij als schuldeiser van de nalatenschap vreesde niet volledig of tijdig te worden voldaan. De erflater, die op [datum] is overleden, had zijn nalatenschap bij testament geregeld, maar de benoemde erfgename heeft de nalatenschap verworpen. Hierdoor zijn andere familieleden opgeroepen om de nalatenschap te aanvaarden of te verwerpen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de nalatenschap waarschijnlijk negatief is en dat er geen executeur of erfgenaam is die de nalatenschap beheert.
De rechtbank heeft op basis van artikel 4:204 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek (BW) geoordeeld dat het verzoek tot benoeming van een vereffenaar terecht is. De rechtbank heeft mr. [H] benoemd tot vereffenaar, omdat de verzoekster, SNS Bank N.V., een hypothecaire vordering heeft op de nalatenschap en er een risico bestaat dat zij niet volledig zal worden voldaan. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de benoeming van de vereffenaar moet worden gepubliceerd in de Staatscourant en in een regionaal dagblad, ondanks het verzoek van de verzoekster om alleen publicatie op de website van de rechtspraak. De rechtbank heeft het verzoek tot beperking van de publicatieverplichtingen afgewezen, in overeenstemming met de wettelijke voorschriften en aanbevelingen van het LOVCK.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. E.E.M. van Abbe.