In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland werd behandeld, vorderden eisers, de ouders van een leerling, een voorlopige voorziening om hun dochter terug te plaatsen naar de locatie Alphen aan den Rijn van Stichting Wellant, waar zij onderwijs volgde. De ouders stelden dat de stichting tekortschiet in de nakoming van de onderwijsovereenkomst en onrechtmatig handelt door hun dochter over te plaatsen naar de locatie Boskoop voor praktijklessen. De zaak kwam voort uit gedragsproblemen van de leerling, die sinds 2010 op het Wellant College zat en in 2014 opnieuw in conflict kwam met de school. Na een evaluatiegesprek besloot de stichting dat de leerling niet langer praktijklessen op de locatie Alphen aan den Rijn kon volgen, maar deze naar Boskoop moest verplaatsen. De ouders waren het hier niet mee eens en vorderden terugplaatsing.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de stichting in redelijkheid had kunnen besluiten om de leerling een aangepast onderwijsprogramma aan te bieden, gezien de voorgeschiedenis van gedragsproblemen en eerdere maatregelen die waren genomen. De rechter erkende dat een onderwijsinstelling beleidsvrijheid heeft, maar dat deze in dit geval niet onterecht was gebruikt. De ouders hadden onvoldoende bewijs geleverd dat de stichting onzorgvuldig handelde of dat de leerling door de overplaatsing minder kans had om te slagen voor haar examens.
Uiteindelijk werd de vordering van de ouders afgewezen en werden zij veroordeeld in de proceskosten. De voorzieningenrechter concludeerde dat de stichting voldoende inspanningen had geleverd om de leerling in het reguliere onderwijs te houden, maar dat de situatie zodanig was dat de overplaatsing naar Boskoop gerechtvaardigd was.