In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 18 september 2015 uitspraak gedaan tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk bereiden en/of bewerken van 1466 gram henneptoppen en/of hennepresten, het voorhanden hebben van een nabootsing van een pistool en het witwassen van contant geld en een auto. De feiten vonden plaats op 15 februari 2014 in Utrecht. De verdachte is ter terechtzitting verschenen en heeft zich laten bijstaan door zijn advocaat, mr. W.C. den Daas. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie in behandeling genomen en de verdachte is geconfronteerd met de tenlastelegging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.
De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte op basis van zijn bekennende verklaring en de aanwezige bewijsmiddelen schuldig was aan de feiten 1 en 2, maar niet aan feit 3, het witwassen. De verdachte had verklaard dat het geld dat in zijn woning was aangetroffen, afkomstig was uit de duivensport, maar de rechtbank oordeelde dat het geld en de auto gedeeltelijk uit misdrijf afkomstig waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 200 uur, subsidiair 100 dagen hechtenis, en heeft het onder verdachte in beslag genomen geldbedrag en de auto verbeurd verklaard.
De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte. De verdachte had geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten, maar de rechtbank benadrukte dat het handelen in softdrugs en het witwassen ernstige misdrijven zijn die de integriteit van de economie aantasten. De uitspraak is gedaan in het openbaar en de rechtbank heeft de beslissing gemotiveerd op basis van de toepasselijke wettelijke voorschriften.