Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.DE TENLASTELEGGING
3.DE VOORVRAGEN
4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN
Pro-rail waaruit blijkt dat de verdachte op station Haarlem de trein heeft genomen richting Leiden met tussenliggende stations Heemstede-Aerdenhout, Hillegom en Voorhout, terwijl is gebleken dat de verdachte niet in Leiden is uitgestapt en de uitkomst van het sporenonderzoek waaruit blijkt dat de tracer die is aangebracht op de handboor, die door de verdachte is aangeschaft, is aangetroffen op de portemonnee die uit de woning is weggenomen. De verdachte heeft bovendien geen verklaring gegeven over de wijze waarop de tracer aangetroffen kan zijn op de portemonnee die is weggenomen uit de woning noch over de plaats waar hij die avond is geweest. De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat geen sprake is geweest van onrechtmatige bewijsvergaring bij het verrichten van de in het dossier beschreven observaties en doorzoeking noch bij gebruik van een tracer/marker als opsporingsmiddel.
A-Train, gevestigd te Amsterdam. Deze tracer/marker werd vervaardigd door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en was voorzien van het SIN:AAEZ3071NL. [3]
5.BEWEZENVERKLARING
6.KWALIFICATIE
7.STRAFBAARHEID
8.STRAFOPLEGGING
9.TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
10.BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van 6 maanden;